zaterdag 26 januari 2013

April-mei 2012: naar Brest



VERTREK april-mei 2012

Voorjaar 2012 mijn ligplaats in Lelystad opgezegd en eind april op weg naar Bretagne met Laurens en Ton, opstappers van jaren deze tijd van het jaar. Nederland kon me moeilijk loslaten. Depressies, ZW 6, niet echt lekker om langs de Nederlandse kust naar het Kanaal te zeilen. Binnendoor dan maar. Maar na een halve dag liggen in Amsterdam kwam een brugwachter op een brommer vertellen dat "wegens omstandigheden" de spoorbrug die nacht niet zou draaien.

Dan maar via Haarlem. Maar (ja weer "maar") om 6 uur de volgende ochtend geen beweging in de A9-brug in zijkanaal-C, noch antwoord op dringende marifoonoproepen. Een vriendelijke dame van Rijkswaterstaat die ik vervolgens belde zat wel al zo vroeg op haar post, maar kon niet meer dan me verzekeren "dat het tot de bodem zou worden uitgezocht en het zeker consequenties zou hebben". De brug kon ze niet voor me draaien.

Om 12 uur eindelijk het Spaarne op, vlot door Haarlem en de Ringvaart, tot Gouda, en de volgende dag tot Vlissingen. Om middernacht ging het tij meestaan en was de wind afgenomen. We steken de Westerschelde over en worden middenin gepraaide door een boze loods: ik had me moeten melden. Ik zal dat volgende keer doen, over een paar jaar.

Nacht wordt dag, na Belgie komt Frankrijk, de wind verdwijnt en het peil in de dieseltank daalt. De radio belooft oostelijke wind, maar voor de zekerheid bunker ik toch maar diesel in Boulogne: Ton en Laurens willen woensdag vanuit Cherbourg naar huis, en als de wind niet wil komen, missen ze anders de trein.
Dankzij de diesel gaat alles goed en maken we 's nachts vast in Cherbourg. Na het ontbijt loop ik met ze naar de trein en zwaai ze uit.

En dan ben ik alleen: het begin van een carriere als solozeiler.

Het tij gaat 's avonds meestaan wat de tijd geeft voor nog wat wandelen en boodschappen. Als ik me afmeld aan het eind van de middag hoef ik geen havengeld te betalen. Eindelijk is er dienende wind. Met 10 knopen ga ik 's avonds langs Cape de la Hague en later in het donker langs Alderney en The Casquets. Als ik vrij ben van hazards aan bakboord kan ik gaan slapen: 10 minuten en dan een blik om me heen, op de radar en op het AIS-scherm en weer even slapen. Een veld vissers zorgt voor genoeg adrenaline om daar veilig door te sturen. Eenmaal vrij gaat de wekker op 15 minuten, uitslapen! Zo zeil ik rustig de ochtend in en voel me om 9 uur, het is verbazingwekkend, goed uitgeslapen. Het blijft rustig op de Keltische Zee en 10 uur 's avonds ga ik l'Aber Wrac'h in, om het goede tij af te wachten voor de tocht langs Ushant en door het Chenal du Four naar Brest. En voor een biertje in de prachtige Bretonse pub l'Escale en vijf uur slaap aan een stuk.

Om 4 uur 's ochtends ben ik niet de enige die vertrekt. Het drizzelt, het zicht op zijn best matig. Al gauw ben ik de boordlichten voor en achter me kwijt. Als ik het Chenal du Four inga wordt het licht. Bij Point Matthieu, bakboord uit naar Brest, verschijnen op mijn AIS "Hamburg" en "Frankfurt" . Uit de drizzel doemen grote grijze oorlogsschepen op, Duitse.
De oude Brestenaren zullen blij zijn ze weer te zien. Dankzij vorig vlootbezoek, 70 jaar geleden zijn, op het chateau boven de haven na, alle gebouwen na-oorlogs, grotendeels in DDR-stijl.
De drizzel gaat intussen over in regen en nat bereik ik in het begin van de middag de Port du Moulin waar ik Selena twee maanden ga achterlaten.
 


 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten