17 augustus. Monique verjaart. Met oesters, crab cakes en steamers als brunch. Daarna gaan we naar het vliegveldje van Rockland.
"Private plane or Cape Air?" vraagt de taxi-driver. We zeggen dat een eigen boot al erg genoeg is.
"Yes! He's here!" zegt hij opgetogen als we het vliegveld oprijden. "That's John Travolta's plane, one of his four. Not allowed to land on the strip on Isleboro, where he has a house. Mel Gibson too."
Na een kus stuurt Monique me terug met de taxi.
"To the nearest strip-bar?" vraagt de chauffeur.
18 aug. Een koele ochtend. Briesje uit ZW. Zeilen omhoog/uitgerold. Met 2 knopen door de kronkelende Thorofare tussen Vinalhaven en Northhaven oostwaarts. Ik wordt ingehaald door twee schoeners. Met 4-5 knopen (ik heb een drijfanker in de vorm van de dinghy) Isle-au-Haut Bay over en onder Deer Isle door naar Jericho Bay. Macro-kruip-door-sluip-door tussen eilandjes van graniet met wat naaldbomen erop, sommigen met Amerikaanse vlag maar zonder huis.
En bovenop de macro-kruip-door-sluip-door is er de micro-kruip-door-sluip-door om enkele en dubbele lobster-dobbers te omzeilen.
Een vraag die zich voordoet als ik 8 uur en 31 mijl verder Mackerel Cove inzeil is: wat heb je eigenlijk aan een motor op een zeilboot? Want als ik hem wil starten om zonder zeil een goede ankerplek te zoeken, weigert hij. Fok maar weer uit en kruisend tussen lobster-dobbers door naar een plek met 3,5m diepte (het is laag water). Fok in, grootzeil los, anker omlaag en 30m ketting uitvieren. Vast? Ja, vast. Biertje. De motor is er als ballast, vanwege de trim. Ik doe hem daarom maar niet weg. En zorg dat ie het weer doet, als je hem toch hebt, nietwaar?
19 augustus: de motor komt nu wel weer van pas: er is geen wind. Na de handoplegging van gisteren start hij bij mijn eerste strenge blik. Maar eerst Jarige Joosje getext.
Om 12 uur pak ik een groene fluorisente mooring in Southwest Harbor, MDI en ga in het zonnetje in de kuip lezen. Het is weer heel warm. R&B zijn onderweg hierheen, maar gaan eerst 20M de oceaan op om walvissen te zien.
20 aug. Warme zonnige dag. We gaan vroeg, je raadt het al, hiken.
Met de bus naar Echo Lake, berg op, steile klim met vier ijzeren ladders langs verticale wanden en via Valley trail terug naar Echo Lake voor een duik in heerlijk water. Had ik toch maar mijn zwembroek meegenomen, want skinny dipping wordt hier niet op prijs gesteld.
Boven op de berg eindelijk Joosje aan de telefoon, ze nam me steeds niet op omdat ze dacht dat 207 een Egyptisch nr. is.
We liggen in SW ipv NE Harbor omdat de oude buren van R&B er een huis gehuurd hebben. We gaan er eten.
Een bijzonderheid is Betsy, ooit getrouwd met en alweer tijden gescheiden van Eric "because she liked sex while he got less interested because she got fatter and fatter". Ze is een soort ma Flodder, maar dan zonder sigaar, met een shirt met heel diep decolleté en slordig geblondeerd haar met groene en blauwe strepen erdoor.
"Oh, so you sailed across the ocean? You are NUTS!" is haar begroeting.
Ze is een luide flap-uit, samen met na elk glaasje wijn een steeds harder lachende en pratende Robin is het een luidruchtige avond.
Eric is 78 en gaat morgen mee wandelen van de Thuya Gardens naar Jordan Pond en misschien wel daarna Eliot Mt op. Geeft ons 68-ers moed.
21 aug.
Het mist, met de oostenwind uit Canada meegekomen. De boten om me heen zijn zichtbaar, maar de kant niet. Voor vanavond en morgen is er regen voorspeld (dat zou dan de tweede regendag deze reis zijn), daarna weer mooi.
Op het land is geen mist. Naar Jordans Pond gewandeld en na pop-overs weer terug. Daarna thuis lobster eten.
"We have four beautiful bathrooms, one with a bath with a jacuzzi. Come and use any of them - or all" zei Betsy uitnodigend. Voor de cinefielen: ik moest aan een scene uit de film All about Schmidt (met Jack Nicholson) denken.
De douche was heerlijk en ik kon ook mijn laundry doen, alles is dus wee schoon.
De lobsters die we zullen eten zijn er nog niet. Waar ze te kopen op zondag eind middag? Met Eric's auto op zoek. De winkel in SW Harbor vroeg $16,50/pond, die in Otter Creek 11,50. Intussen sprong het benzinelampje op rood.
Door naar Bar Harbor om te tanken en lobsters bij de supermarkt te kopen. De pomp met creditcard self service gaf wel benzine maar telde geen gallons en/of dollars. Bob doet the right thing en gaat naar binnen. Jammer, binnen kunnen ze niet bepalen hoeveel hij getankt heeft, dus gaat u maar: tank gratis vol. Daarna lobsters gekocht voor 6,99/pond bij supermarkt Hannaford.
22 aug.
Bob hijst me de mast in om lijnen voor lazy jacks in te scheren. In mijn eentje het grootzeil strijken zal zo een stuk makkelijker zijn. 's Middags drink ik thee met Sandra en Coleman die we twee jaar eerder in Cape May ontmoetten. Ze laten hun boot in Southwest Harbor in plaats van in het voorjaar bijna 1000M naar en in het najaar 1000M weer terug naar North Carolina te varen.
23 aug
Ontbijt bij de lokale soup kitchen voor de armen. Niet omdat we arm zijn, maar de soup kitchen biedt voor toeristen en locals een ontbijt aan van porridge, pop-overs, juice en koffie en je mag zelf bepalen hoeveel je doneert, zodat zij de armen van soup kunnen blijven voorzien.
Dan vertrekken we, Windarra wil voorbij Portland komen, mij lijkt Vinalhaven, 40M, ver genoeg. Er staat een lekker windje, het eerste stuk is goed bezeild.
Krunshj, rommel bommel, hoor ik onder het schip, en ga steeds langzamer. Eens moest het gebeuren, ik sleep een lobster pot mee, gelukkig zonder draaiende schroef. Zeil eraf, anker uit en - tevergeefs - vissen met pikhaak naar lijnen onder het schip. Ik ben eerder vertrokken dan de Windarra die naast me komt. Bob trekt zijn duikers dry suit aan om onder Selena te kijken, terwijl Robin me een sandwich met tuna salat voert.
Intussen komt een lobsterboat kijken. "Need help? We've all been there!"
Bob heeft in twee minuten snorkelend de lijn los, zonder te hoeven snijden.
"Guess we'll go to Vinalhaven too" roept Robin als we weer op weg gaan.
Het is intussen in de middag, de wind staat voor het grootste deel bijna tegen. Downeast zeilen is een makkie met de heersende wind, terug "upwest" is een natte aandewindse motorsailtocht. Om 7 uur smst Robin dat ze er zijn en kookt, om 8 uur, het is intussen geheel donker, vind ik, zonder een onzichtbare lobsterpot in de schroef te hebben gekregen, een mooring met jampot (van een visser, voor in de jampot betalende transients) en eet kip op de Windarra.
24 aug.
Nu scheiden echt onze wegen. Ik ben op weg naar een waypoint op de Sheepscot River waar ik bij Aurise en Karta (vriendin van Martin en Kyle die we van 10 jaar geleden in Tramonti kennen en haar echtgenoot) M&K ga zien voordat zij naar Europa gaan en ik anderhalve week ga cat-sitten als Selena de kant op gaat in Newington, 15 min. rijden van hun huis in Kittery, Na een rustige tocht over Penobscot Bay stop ik in Port Clyde om lekker te slapen en Damariscotta oysters te eten.
25 aug
Verder naar Boothbay Harbor, tussen schilderachtige eilandjes en onzichtbare ledges door. Als ik mijn ankerbal bij de Tugboat Inn heb gepakt en de motor uitzet (dat doe je door aan een knop te trekken) sta ik met knop en eraan vastzittende kabel in mijn hand. Nergens in Boothbay Hbr blijkt vervanging beschikbaar. Wel in Southport, waar ik morgen op weg naar Aurise en Karta min of meer langs kom.
De Hodgdon-werf in Southport heeft twee stopkabels: een van vijftig cm (te kort) en een van 8 meter (te lang). Ik heb nu dus zeven meter als reserve liggen.
Aurise en Karta hebben een prachtig huis boven - en twee moorings in - de Sheepscot River; van steiger tot huis is een goede cardiac exercise, dwz flinke klim.
Hun huis is een stukje paradijs. Kartais niet onbemiddeld, startte een bedrijfje in Health foods met 3 man personeel en nu zijn het er honderd. Ze kochten het huis van een psychiater die het verbouwde tot iets groots en er met zijn vrouw zijn oude dag wilde slijten. Vrouw kreeg acute Alzheimer, man verkocht huis en liet alles erin, meubelen, gereedschap, en al zijn boeken waaronder een paar kuub psychiatrie. Aurise kan ze nergens kwijt, zelfs niet aan medische faculteiten.
Van Kyle en Martin krijg ik instructies voor mijn functie van cat sitter. Ik blijf nog een dag nadat M&K weg zijn gegaan en leg Karta de beginselen van opties uit. En toen, vis en gasten indachtig, ben ik weer oostwaarts gegaan, prachtig zeiltochtje in zwoel briesje en zonnetje, kruisend de Sheepscott River af en met wind mee langs Boothbay naar Christmas Cove. Ben er vorig jaar ook geweest, kleine kom vol met bootjes en mooie kroeg die goede IPA en moorings heeft.
Maandag 28/8
Er staat een vlagerig windje. De voorspelling is noord 15-20 knopen, 3-4 beaufort. Ik zet gezien de vlagerigheid een rif in het grootzeil. Met 6+ knopen in vlagen met het lullebootje soms vliegend achter me aan jaag ik oostwaarts. De vlagen worden sterker, de snelheid gaat soms naar 7 kn, het lij gangboord verdwijnt regelmatig onder water. Het is hier hoge wal, land hoogstens vier mijl aan loef, maar de golven zijn 1 tot 1,5m hoog en kort. Het is nauwelijks mogelijk alle lobsterpots te zien of te omzeilen, maar het gaat goed. Ik steek een tweede rif, Selena ligt iets rustiger, het gangboord verdwijnt niet meer en de snelheid gaat terug naar 5-6 knopen. Hoewel mijn plan was om naar Tenants Harbor, 6M verder, te gaan, sla ik een mijl linksaf en pak bij Port Clyde een mooring.
Ik neem maar weer een half dozijn oesters en een IPA op het terras van de General Store. Een dame met dochter aan mijn tafel is ook zeilend hier gekomen. We zijn het erover eens dat het een brute zeildag was.
Waarom ga ik weer oostwaarts? Op 1 sep komt Ok naar Rockland. Hij vond een heel goedkope retourvlucht Boston en kon de kreefteetverhalen niet weerstaan. Van Rockland vaart hij een week mee terug naar Portsmouth, om elke dag lobster te eten.
Dinsdag 29/8
Een heel rustig zeiltochtje, alsnog naar Tenants Harbor. De havenmeester antwoord niet op mijn aanroep op VHF 9. Ik pak dus maar een mooring die er uitziet als een rental. St George, het plaatsje van Tenants Hbr, is niet veel. De volgende ochtend is de havenmeester er. "You took a private mooring, so you're lucky, it's free".
Ik ga door naar Rockland, waar ik in afwachting van Ok in het Strand Theater, een prachtige 50er jaren bioscoop, via een live verbinding met het Almeida Theater in Londen een prachtige uitvoering van Richard III van Shakespeare, met Ralph Fiennes als Richard, zie. Een kadootje..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten