zondag 3 februari 2013

juli-aug 2012 Lissabon-Madeira-Tenerife


Na het innemen van vijf dagen leeftocht, diesel en een Köstrizer Schwartzbier op het terras van de jachthaven maken Ton en ik aan het begin van de avond los voor de ruim 500M op 225o naar Madeira die voor ons liggen .
We beginnen hoog aan de wind, steeds harder tot we gestaag ruim 6kn varen. De eerste uren is het druk – logisch, we steken de aanloop naar Lissabon over. Maar in de loop van de nacht worden de tussenpozen tussen schepen steeds langer. De wind ruimt naar NW en zwakt af naar 3-4Bf, we zeilen halve wind. Later in de avond, met volgens de kaart 500 fathom (900m) onder het schip scheren we langs een – niet gezien – vissersvlaggetje! Komen we er nooit af?
Tegen middernacht heb ik wat dolfijnen naast het schip. Het is niet doodstil, er zijn steeds wel wat grote schepen in de buurt, maar te ver weg om kwaad te kunnen.

De zon komt op, Selena ligt over bb en blijft over bb liggen. Als de wind een beetje schift rukje aan het groene loordje, rukje aan het rode koordje en Seleentje zoals mijn Aries windvaanstuurautomaat heet, doet verder het werk.
10 minuten is er een school dolfijnen langs de boot en dan zijn ze weer weg.
We varen op 8M langs een onderzeese berg, rondom is het 3000m diep, de top van de berg ligt 10m onder de oppervlakte. Niet leuk bij harde wind al daar vaart.

De volgende nacht is het sceepsloos, alleen maar water. “Sterren!”, “De zee licht op” zijn naast de positie, voortgang en luchtdruk nog wat kreten in het logboek.
Ik bel Monique met de satelliettelefoon dat alles goed is. Daarna zetten we twee fokken uit en dobberen met een noordelijk windje met 3½ kn verder richting Madeira.
De wind krimpt, trekt iets aan en de snelheid neemt toe. Er verschijnen weer grote schepen nu en dan, in zicht en op de AIS. Voor een moet ik zelfs de koers verleggen om een collision te vermijden.

Woensdag gaat over in donderdag. De dag (dwz als het licht is) begint bewolkt, maar in de middag komt de zon er nu en dan bij. Een school dolfijnen blijft tien minuten bij de boot hangen, onder de boeg meezwemmend, maakt sprongetje naast het schip, en gaat dan weer verder. Wat zijn het toch een mooie beesten, alsof ze door een straalmotor worden aangedreven.
Ondanks de lousy manual en rode lampjes die groen horen te zijn werkt intussen het zonnepaneel..

Als de donderdag overgaat in vrijdag zijn we halverwege. “Zee licht op” tekent Ton op in het logboek. Niet alleen de zee, ook de hemel is licht van de sterren en een halve maan, je kunt er bijna bij lezen. Om 8 uur CEST (we zitten 14o westelijk) komt de zon pas op. Het wordt een warme, zonrijke dag. We varen ter hoogte van de Sahara, constateert Ton tevreden. Om 5 uur is het tijd voor ons 5-uur-biertje. De crises van de euro en die in de PvdA worden beproken. En we constateren dat we lekker zeilen, al drie dagen lang zonder motor.

Ton heeft thuis vertelt dat het een ferme overtocht zou worden, maar dat “zelfs bij gebroken ledematen waarbij het bot naar buiten steekt, alles onder controle is, ... want  Bas heeft zelfs morfine aan boord!”.
Tenminste, dat dacht Ton. Die heb ik natuurlijk niet, en ik grap dat ik zijn echtgenote ga vertellen dat hij voorbeeldig was de hele reis, maar dat toen ik de medicijnkast controleerde alle morfine weg was. Ton moet er hard om lachen.

In de nacht, we gaan de zaterdag in, neemt de wind steeds verder af en draait hij naar het noorden, geheel zoals dinsdag voorspeld door Passageweather.com. In de ochtend valt de snelheid onder de 2kn en stuurt Seleentje niet meer. De genua wordt vervangen door de halfwinder, maar zonder effect. Ton spot op enige afstand het spuiten van een walvis, maar die komt helaas niet dichterbij. Onder de boeg zwemmen nu geen dolfijnen, maar een zwart-blauw gestreept visje van ca 15 cm.
Ton houdt het tot 15:00 vol aan de helmstok. De snelheid is minder dan 1 knoop. Met 75M tot de oostpunt van Madeira capituleer ik, met als bijkomende argumenten dat de accu wel wat stroom kan gebruiken en dat de keerkoppeling bij zeilen niet gesmeerd wordt terwijl de schroef wel draait.
Zo motoren we toch nog de laatste mijlen. Een eiland wordt langzaam zichtbaar. Niet Madeira, maar Porto Santo. We stomen er middernacht naar binnen. Een grote haven met een marineboot, wat kleine vissersbootjes en een paar jachten in boxen. Er is geen mens te zien. We gaan maar te kooi, lekker slapen zonder gewekt te worden voorde volgende wacht. 480M op het log uit Oieras in 4¼ etmaal, waarvan laatste 8 uur op de motor.

Als het licht is, is er leven in en rond de haven. Auto’s, duikers, Fransen met kinderen in het jacht naast ons. Als we een kop koffie drinken staat er plots een sombere politieman naast Selena. We moeten naar het bureau komen met scheepspapieren en paspoorten, geen haast.
Met douchespullen op weg naar het havenkantoor doen we dat maar als eerste. De politieman zit in een kale witte kamer. Hij heeft inderdaad geen haast, hij neemt ruim een half uur voor het overtikken van namen, geboortedata, scheepsnaam, kleur van het schip en zo nog wat gegevens die in Viana en Leixoes en Oeiras ook al in een rijkscomputer zijn gezet. Even later doet een vrolijke havenmeesteres hetzelfde, maar dan wat sneller.
“I am here for 12 years now, in this office, on this chair! I hope the next 12 years too!” zegt ze blij. De ruimte is gelambriseerd en voorzien van wat burghies en zeilposters en daardoor iets gezelliger dan die van de politieman, maar het lijkt me wat beperkt voor een kwart eeuw. Aan de andere kant, gezien de job situation in Portugal is het mooi om werk te hebben en te houden. Na alle formaliteiten kunnen we eindelijk naar de douche.

Schoon wandelen we vervolgens naar het dorp. Porto Santo is het strand van Madeira, dagelijks komt er een grote boot (zoiets als de pont naar Terschelling) met dagjesmensen. Het eiland en plaatsje zijn verder niet erg opwindend. Een berg van 500m in het noorden, een “berg” van 280m 10km verderop in het zuiden, met strand, huizen, hotels en natuurlijk een golfbaan ertusssen.
Om 15:30 gaan we op weg naar Madeira, doen 2 uur over 5M naar de zuidpunt van Porto Santo, waarop ik de motor maar weer aandoe voor de laatste 20M.

Monique vliegt naar Madeira en landt al om 9:05 en zal dus al vroeg bij de boot zal zijn. Daarom sla ik een nacht ankeren in de Baia de Abra over. Jammer, je ligt er in een desolate, door rode vulkaansteenhellingen omgeven baai, volstrekt groenloos. Heel bijzonder.
We gaan een paar mijl verder naar Quinta do Lorde, gunstig besproken in de Imray Pilot en aangeprzen door de havenmeesteres uit Porto Santo. Om 21:00 maken we er vast. Het haventje ziet er leuk uit bij het binnenvaren, gekleurde huizen en fantasievolle appartementsgebouwen tegen de berg geplakt, maar er is iets ...
Er zijn geen mensen, het is donker, het dorp is nog niet af. De bar aan de haven is nog wel open, we kunnen er nog net een drankje op de goede aankomst krijgen terwijl twee schril pratende vrouwen opruimen en zonneschermen weghalen. Overdag is er blijkbaar wel leven.

’s Ochtends wordt er druk gewerkt in het “dorp”, Overal zijn bouwvakkers, shovels rijden af en aan met pijpen, stenen, palmbomen. Mensen in pakken doen gewichtig bij koffie in de bar. De– alweer – havenmeesteres is zeer voorkomend: douches, wifi, wasserette, shuttle naar Machico, de nabijste plaats met supermarkt.
Om 11:00 rijdt er een taxi de kade op en daar is, na 3 weken zeilen voor mij en 3 uur vliegen voor haar, mijn Monique.

De volgende dagen verkennen we Madeira. Madeira blijkt nog mooier dan verwacht. Er waren ernstige bosbranden, maar die zijn nu uit. Nu en dan komen we langs stukjes en stukken die zwart zijn, maar verder is het eiland groen en bloemrijk. Buiten de geurbaniseerde delen is het een groot park. 
 
Zaterdag vliegt Monique via Valencia naar Tenerife. Nadat ze in de taxi is weggereden zeilen Ton en ik Quinta do Lorde uit, met 260M voor ons tot Ternerife.
Het is een voorproefje van passaatzeilen, de wind, NO 4, komt achter in. Grootzeil vast met bulletalie, boom in de fok en Seleentje doet verder het werk. De zon gaat onder, de zon komt op.

Maandagochtend varen we langs Punte de Antequera, de noordpunt van Tenerife en om 12 uur ‘s middags varen we de Darsena de los Llanos in. Op een laatste beweging door een golf krijgt het grootzeil zo’n ruk dat de draaipen uit het onderste blok van de grootschoot breekt. Beter hier dan ’s nachts op de oceaan.
Op de pier naar de Marina del Atlantico staat Monique, met haar couch-surfing host en hostess  en hun kinderen (tip voor wie eens wat anders wil dan een hotel: google couchsurfing). Er staat een marina-man klaar bij het vastleggen. Kussen, handen schudden en een biertje. Ik ben er! 2050M uit Weesp, na een prachtige, relaxte reis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten