dinsdag 23 juli 2013

Dagje Stuyvesant, not splashed yet, maybe a stick


Dinsdag 16 juli

Afgelopen zaterdag kregen we Marie en Martie op de koffie die hun Lexus weer kwamen inruilen voor hun rode BMW, met de mededeling dat we zondag of maandag zouden gaan vliegen!
Martie wilde desgevraagd niets weten van een geldelijke bijdrage voor de lekke BMW-band of het transport naar New Bern, maar gaf na een stukje zelfgemaakte appeltaart aan dat dat nou iets was waar we hem heel blij mee zouden maken...... Zo groot, zei hij terwijl hij zijn armen wijd uitspreidde.
Zondag was het weer niet goed genoeg om te vliegen en hebben we de dag wat zompig doorgebracht (Bas beetje lakken op de boot, maar dat is heeeeel warm). Gelukkig was het weer gisteren stralend, dus belde Martie ’s morgens dat we om half 11 bij hem moesten zijn.

Iets daarvoor kwamen we aan, met een door Bas gebakken appeltaart.
Met zijn drietjes – vanwege het totaalgewicht i.v.m. de korte lengte van de start- en landingsbaan op Ocracoke moest Marie thuisblijven (niet alleen vanwege Marie, maar daarbij het gewicht van de extra benzine) – naar het vliegveld van New Bern waar Martie zijn 4-persoons Cesna heeft staan. Checklist afwerken (dat doet Martie heel wat sneller dan Bas bij Selena, maar zeilen gaat ook langzamer, repliceert hij), brandstof aanvullen en daar gingen we de lucht in!
Bas naast Martie voorin – boys with toys, metertjes en lampjes - ik koninklijk alleen op de achterbank met weidse uitzichten naar beide kanten.

Van New Bern naar de Atlantische kust en over een magnifiek prachtige kustlijn (onvoorstelbaar zoveel mooie kleuren en vormen als wetlands, duinen en kust in hun palet hebben!) vliegend naar Ocracoke; een eilandje a la Vlieland (ook dit is een seizoenstrekpleister). Daar parkeerden we op het parkeerveldje van het vliegveld (en bonden de vleugels vast aan “landvasten” tegen omwaaien van het vliegtuig), belden Howard’s Pub zodat er 3 minuten later een dik meisje in een golfkarretje aan kwam om ons op te halen. Howard’s Pub is een leuke tent en we hebben er lekker geluncht. Na een wandeling langs een lintweg, snikheet, stoffig en erg toeristisch, weer terug naar de Cesna en een-twee-drie weer de lucht in naar Kitty Hawk (door vliegers aangeduid als First Flight).

Ook een eiland, iets noordelijker, beroemd omdat hier de gebroeders Wright, Willbur en Orvil, hun vliegexperimenten uitvoerden om tenslotte als eersten een vliegend, bestuurbaar vliegtuig te hebben ontwikkeld. Dat was in 1903, nog maar 110 jaar geleden! Zie wat nu het luchtruim doorkruist, tot aan mensen op de maan aan toe!
Op deze plek staan naast de heuvel waar vanaf ze hun “gliders” lieten vliegen, met nu een groot granieten monument erop, ook een aantal musea en twee kleine houten huisjes: eentje de werkplaats en eentje hun eenvoudige onderkomen.
Om vijf uur, we hadden net alles gezien toen ze gingen sluiten, beklommen wij tot slot nog de heuvel.

Toen hup het vliegtuig in en 3 kwartier later weer geland op New Bern.
Zo deden we in een kleine 6 uur, inclusief lunch en wandelingen, waar je met een auto en veerboten zeker twee warme dagen over had gedaan. Het blijft een wonder zo’n vliegmachine en dat realiseer je je pas goed als je in zo’n kleintje zit. En, hoewel ik geen moment bang was, bedacht ik me ook dat een boot toch heel wat minder riskant is: een mast verliezen is heeeeeel vervelend, maar meestal niet levensbedreigend.... een vleugel verliezen, en dat gebeurt, is gegarandeerd einde oefening. Als de motor uitvalt, zegt Martie, is dat niet direct een ramp, je kunt zwevend gecontroleerd naar beneden. Er moet natuurlijk wel een plek zijn waar je zonder ongelukken kunt landen.

 Marie, die dit ritje al vaker gemaakt heeft en dus niet sip was dat ze niet mee kon, zat thuis met een tahoe-curry en een trifle (van angel cake, jello en custard) al op ons te wachten.
Maar eerst nog een drankje buiten. Omdat M&M in een kreek, naast een bos wonen hebben ze daar, nog meer dan in Oriental, last van prikbeesten. Zij hebben geen “closed porch” (met muggengaas insectendicht afgetimmerde porch) maar gaan buiten op hun “deck” voor een gigantische ventilator zitten (zoals wij ’s winters voor de open haard kruipen) die ze op volle kracht aanzetten: dat waait koelte toe en muggen weg! Maar het is een RrraarrR gezicht!

M&M hebben ons overigens aangeboden dat we bij hen kunnen logeren indien nodig. Ook heeft Martie Bas aangeboden een mast op zijn visoplegger te kunnen en willen transporteren als Bas er eentje vindt die op zijn route van Florida of Texas of New York naar New Bern ligt. Op Ebay had Bas er een gevonden in Defuniak Springs, FA, aan de Gulf Coast, 1300km van Oriental. “We rijden erlangs, zeg het maar”.
Zelden zulke onzelfzuchtige lieverds meegemaakt!

De vissersvloot, die weken aan de wal lag, is opeens weg. Er mag ge-shrimpd worden! Vanmiddag dus  Fresh Shrimp gehaald bij een huis midden in het dorp. Bas en ik volgden de bordjes maar aangekomen bij een grasveldje hield de bewegwijzering op en was niet duidelijk of we nou het huis links, rechts, tegenover of achter ons moesten hebben. Wat schuurtjes gecheckt, oehoe geroepen, maar geen kip te bekennen. Bij een huis verderop zagen we een man die ons desgevraagd aanwees welk huis we moesten zijn en voor ons de trap naar de voordeur opliep om ons te melden. Er kwam een wat sikkeneurige vrouw van een jaar of 50 naar buiten die met ons naar een aantal koelboxen liep en de verse, onthoofde shrimps (grootte gamba) afwoog. Halverwege kwam er een oude man aansloffen die, toen we zeiden dat we anderhalf pound wilden hebben, zijn dochter (?) instrueerde dat ze nog 4 garnalen extra in de weegschaal moest leggen. Dat deed ze braaf, waarop hij “HO!” riep en er weer 3 garnalen afhaalde. Het berekenen van de prijs was, voor anderhalf pound, blijkbaar ook een probleem voor zowel vader als dochter. De prijs van 1 pound wisten ze, die voor 2 pound ook, maar iets er tussenin ging te ver. Na een tijdje nadenken, dochter ging weer naar binnen, zei vader: “make it 10 dollars”. ’s Avonds, gebakken, met knoflook en bestrooid met Old Bay Seasoning (een kruidenmengsel met o.a. zout, peper en cayenne dat ze hier zo’n beetje over alles heenstrooien) heerlijk van gesmuld.

 Daarna was het tijd om onze “Dutch goodies” (een Edammer, stroopwafels en een kruikje met molen erop en Oud-Hollandse kruidenbitter erin) af te geven bij Ray en Peggie (als dank voor het al 3 maanden uitlenen van hun fietsen) want vanaf morgen hebben we geen koelkast meer om de goodies good in te houden..
A.s. zaterdag zijn we bij ze uitgenodigd voor een hapje eten.
Tot nu toe kenden we Ray alleen van e-mails en van korte groeten als we toevallig een keertje langs fietsten. Zijn e-mails zijn grappig, kort maar krachtig en op de een of andere manier denk ik dat Ray een oud-marineman is. Dat blijkt te kloppen, sterker nog, hij is marinier geweest!

Howel we zaterdag dus bij ze gaan eten en we nu, 19.00 uur, alleen even wat wilden afgeven, krijgen we natuurlijk toch weer een glas wijn ingeschonken en blijkt Ray crostini gemaakt te hebben. Het is gezellig. Peggie (rond 60), een leuke meid met pretogen, en Ray (rond 70), een gezellige teddybeer, wonen pas een jaar samen maar hebben het blijkbaar leuk met elkaar, hond Biscuit en twee dikke kitten.
Hij is, na zijn mariniersverleden, forester geworden en heeft als hobby houten boten (hij heeft er eentje uit 1929 en eentje uit 1932, met alle onderhoud die dat met zich meebrengt!).
Zij heeft een zoon van 28, single parent van een zoontje waar de moeder verder geen zin in had en Ray heeft ook een volwassen zoon van 23.
Na anderhalf uur stappen we weer op.

 Woensdag 17 juli
Motorsteunrubbers blijken net niet te passen, moeten omgeruild of, in het ergste geval, moeten de motorsteunen  toch speciaal gemaakt worden. Selena deze week het water in gaat zeker niet meer lukken......
Bas belt met Pat dat - “... we’re good, and you? We have a problem ...”  - het een paar dagen later zal moeten worden... No problem, zegt Pat, stay as long necessary en matst ons met de dagprijs. Ook worden we uitgenodigd om donderdag bij ze te komen eten.

Na Deaton besluiten we om maar weer eens een kopje koffie te drinken bij The Bean. Ik ga er vast naar binnen terwijl Bas thuis even een portemonnee haalt. In de rij staat een ouder dametje, ik schat rond de 80, voor me dat zich omdraait en zegt “You look hot”. “Yes”, zeg ik “but it IS hot! And I came by bicycle”. Ze beaamt dat het warm is en vraagt direct waar ik vandaan kom “Europe? Germany?”. “Yes, Europe, I’m Dutch. How come you figured that out so quickly!?, “’cause I’m British”.
Ze gaat met haar milkshake aan een tafeltje zitten. Ik zeg tegen de waitress dat ik nog even wil wachten met bestellen tot mijn man er is. OK, have a seat dus pak ik de dichtstbijzijnde stoel om te gaan zitten, maar zie dan even verderop het dametje naar mij wenken om bij haar te komen zitten.
Bas komt binnen, voegt zich bij ons en stelt zich voor. “Boss?” “No, Bas, from Sebastian” “O, at Sebastian I always think of tall, dark and handsome men” (nou, behalve het “tall” klopt dat wel vind ik).
Ze heet Tina en woont sinds 1995 in Oriental, is getrouwd met een oud Navy-man die de hele dag thuis zit en nooit de deur uit wil, omdat hij haar al na een paar uur mist. (“But how can I miss him when he never leaves!!!!!”, zegt ze misprijzend). Ze heeft in Oriental gedurende een jaar of zeven een Bed & Breakfast gehad die zeer goed liep. Maar op een gegeven moment werd dat teveel dus heeft ze dat verkocht. Nu beleeft ze veel plezier aan haar tuin (ze staat dan om 5.30 op om de ergste hitte te vermijden) en gaat er dagjes op uit met haar vriendinnen om haar man een beetje te ontlopen. “Actually” zit ze nu te wachten op een vriendin die er om 11 uur had moeten zijn (het is 11.30: “I’ll call her....she probably forgot again”..... “Hi dear….. o, was it noon? OK, then I’ll see you shortly”). Na onze mokka shake nemen we afscheid en gaan Bas en ik naar New Bern voor een lunch bij MJ’s Raw Bar & Grill.

Maar eerst melden we ons maar weer bij Deaton, want anders gaat de vaart er weer uit. Als we binnenkomen zegt John, de Deaton-baas, dat hij ons net moest hebben want dat er voor ons gebeld is dat er misschien een mast voor ons is!
Steven, de surveyor die hier onze schade moest taxeren, zegt dat er in Bridgeton (vlakbij New Bern) misschien een geschikte mast voor ons is. We spreken af elkaar’s middags op die werf te zien.
Daar zit een heel oude kleine man met een ziekenfondsbrilletje, in een smetteloos kaki overall in een kantoortje, met op een luie stoel een uitgetelde, heel oude beagle die geen boe of ba of blaf zegt als we binnen komen. Oude man weet van niks, we moeten voor Harold (zo heet onze man) niet hier zijn maar aan de andere kant van de snelweg. RrraarrR, want waarom kregen we dan dit adres. Gelukkig komt Steven net aanrijden die ons wijst dat we achteraan op de werf moeten zijn waar Harold aan een boot bezig is. We lopen naar hem toe en worden omringd door een roedel honden, kruising chihuahua/corky; veel te dik maar desondanks behoorlijk actief in die hitte, met als gevolg een hoop gesnurk om op adem te komen, net varkentjes.
Bij Harold aangekomen houdt hij met schijnbare tegenzin op met waar hij mee bezig was, veegt zijn handen enigszins schoon en geeft Steven en Bas een hand. Ik steek de mijne ook uit, maar die wordt niet gezien/gepakt. Ojee, denk ik. Harold, van onze leeftijd, is stuurs, zegt niet veel, wijst naar de boot naast hem (een Hunter 33) met daarop de mast. Steven fluistert me, ten overvloede, toe dat Harold een man van weinig woorden is en dat hij vroeger zelfs een beetje bang voor hem was.
Maar, naarmate Bas en Harold de zaken aan het bekijken en bespreken zijn en van elkaar merken dat ze er veel vanaf weten, ontdooit Harold en wordt steeds spraakzamer. Ik mag me zelfs in het gesprek mengen en krijg voorzichtige glimlachjes (hij heeft mooie ogen! En is verder ook niet onaantrekkelijk...).

Bas vertelt dat we van plan zijn/waren met een mast te wachten tot New Yersey omdat iedereen riep dat “de masten daar voor het oprapen liggen na orkaan Sandy”. Harold vertelt dat er wel veel masten liggen, maar dat we daar geen schijn van kans gehad hadden omdat je daar niet om 1 onderdeel, of zelfs niet om een heel schip hoeft te komen. Ze nemen je pas serieus als je (enigszins overdreven) “an acre of ships” wilt kopen. “And they don’t baby around with those boats, they shove them with a bulldozer!”
De boot waar de mast nu op staat lag in de marina van New Bern maar door een verbogen schroefas “and years of neglect” lekte hij zodanig dat de bilgepomp (die water uit het schip pompt) constant draaide met bijbehorend lawaai en vervuiling; de marina wilde van het ding af en de eigenaars zagen geen andere optie dan het ding voor “salvage” (waardeloze boot waar nog wel waardevolle onderdelen vanaf te halen en te verkopen zijn, zoals ook het lood uit de kiel). We nemen wat maten en gaan overleggen met Deaton; ze zijn dan wel niet erg snel, maar wel heel secuur!

Daarna gaan we naar de gigantische Books-A-Million (jammer dat boeken zo zwaar zijn, de mooiste naslagwerken kosten hier helemaal niks!) naast de Wallmart en de Wallmart zelf om te kijken naar een ventilator voor aan boord, eventueel fietsen voor als we uit Oriental weg gaan, een douche ter verkoeling in de kuip en een wat grotere koelbox (probleem is dat we weinig ruimte hebben en dat zo’n koelbox veel stroom nodig heeft, dus misschien moet er nog een tweede zonnepaneel komen?). De temperatuur aan boord is, met Selena op het land, zo’n 100 graden Fahrenheit, tegen de 40 graden Celsius, dan wil je koele lucht langs je heen hebben en koel water/tonic/ginger ale/wijn/bier om te drinken. Alle aanschaffen hangen af van WANNEER we gaan varen en of het nog zin heeft die dingen aan te schaffen.

Woensdag, dus ‘s avonds life music at The Silo’s waar local heroes niet onverdienstelijk Neil Young, Bob Dylan etc. nabootsen (maar wel een beetje hetzelfde als vorige week...). Ook de pizza’s en de Malbec blijven voortreffelijk.

Donderdag 18 juli - Reina jarig!
Gelukkig, Eric heeft goede motorsteunrubbers gevonden die morgen geleverd zullen worden; we hoeven ze dus niet te laten maken. Pfffff, opluchting!
Bas en ik besluiten dat we nog een week of drie het huisje willen aanhouden en zullen dat vanavond bespreken met Pat en Joe. In de tussentijd kunnen we motorend dagtochtjes maken en ervaren hoe leven aan boord gaat bij deze temperaturen (tussen de 35 en 40 graden Celsius).

’s Avonds gegeten bij Pat en Joe.
Ze wonen aan de overkant van de brug, in een ruim – verhoogd – huis, aan een kreek, met royale porch die prachtig zicht geeft op de zonsondergang en ..... in de verte zie ik golven, van een bootje dat nergens te zien is ...? ... of zijn het toch? .....JA, het zijn dolfijnen, een stuk of zes, zeven! Pat en Joe juigen want dit zijn de eerste deze zomer! Ze komen deze kreek in als het shrimp-tijd is en dus ook de kreken vol shrimps zitten.
We eten “beer butt chicken” ofwel “kip-op-blik” (een kip enigszins oneerbiedig  “neergezet” op/over een half gevuld bierblik en zo de oven in; het bier gaat koken en de stoom maakt het vlees heerlijk mals en sappig. Ik herinner me uit mijn Tupperware-tijd een recept waar ipv een blik bier een blik cola gebruikt werd; nooit geprobeerd).
Het is een genoeglijke avond. Het blijkt dat Pat en Elizabeth, onze buurvrouw van de buiskapmakerij, dikke vriendinnen zijn. Pat vertelt dat toen Elizabeth’s man, na meer dan acht jaar kanker, overleden (met twee weken daarvoor voor haarzelf de diagnose kanker) en gecremeerd was, Elizabeth (kaal en misselijk van de chemotherapie) zijn as wilde gaan verstrooien over de Neuse River.
Pat vroeg bezorgd of ze mee zou gaan waarop Elizabeth antwoordde dat dat niet nodig was; “no, just me and Jack Daniels” ;-)
E. had ons al verteld dat ze god had gezegd dat het na al die jaren van verzorging van haar man en nu zelf kankerpatient, eindelijk wel eens tijd werd om haar een gezonde, leuke vent te gunnen.
En inderdaad, enige tijd later tipte iemand haar over Erin, weduwnaar; posteerde zich op zijn motorfiets die bij een winkel geparkeerd stond en zo is het gekomen. Ook de kanker heeft ze, sinds een jaar, overwonnen.

En zo horen we meer over Oriental en haar bewoners. Pat en Joe wonen hier al heel lang, Pat heeft diverse “art galleries” gehad (niet direct wat wij kunst zouden noemen, meer prullaria, maar de Amerikanen zijn er gek op) maar beperkt zich nu tot “interior decorating”. Ze vinden dat Oriental op sterven na dood is. “Vroeger”, zo’n 25 jaar geleden, was het een levendig dorp, maar de meeste mensen uit die tijd zijn nu oud of dood (de leegstand van de huizen heeft blijkbaar niets met crisis te maken, maar met het feit dat de bewoners zijn overleden en Oriental niet aantrekkelijk genoeg meer is om nieuwe, jonge bewoners te trekken. We kunnen ons er iets bij voorstellen). Ook Pat en Joe hebben hun huis in de verkoop gezet en al een stuk grond in Wilmington gekocht, waar winkels, pubs, restaurants, bioscopen, theaters, etc. om de hoek en op loopafstand liggen. Bovendien wonen hun (klein-)kinderen daar.
Wat ons huisje betreft: Pat en Joe vragen dit keer geen volledige maandhuur; we mogen per dag betalen en blijven zo lang we willen. Prettig idee.

Zaterdag(20/7)  hebben we gegeten bij Ray en Peggy met gasten Ross (een breed- en behaardborstige Amerikaan) en Ivy (een “petite” Hongkongese) en Keith, de Canadese buurman. Voor het aperitief zitten we op hun achterporch, waar we op 30 cm afstand een kolibri zien die met een lang puntig snaveltje van het suikerwater, speciaal daarvoor opgehangen, komt snoepen. Wat een pieperig klein en schattig vogeltje!!!!!
Ray heeft gekookt (hij is de 2nd best cook in Oriental, zegt Ross, guess who is the best) en, zoals Peggy me toefluisterde, heeft op internet gezocht naar echt Nederlandse gerechten. Vandaar dat we “stamppot” (voor de Hollanders) krijgen, gemaakt met Pak Soy (voor Ivy) en maple leaf-butter als een van de bijgerechten (voor de Canadees); verder gebarbecuede gigantische porc chops en veel wijn (vooral Peggy en ik) en veel whisky (voor de heren). Amerikanen hebben met Canadezen wat Nederlanders met Belgen hebben; de hele avond door vliegen de kwinkslagen dan ook over en weer. Rond 11 uur gaan we met onze fietsjes, die we ook de komende tijd nog mogen lenen, huiswaarts.

Zondag (21/7) krijgen we Marie te eten, die tegen vijven arriveert.
Pat en Joe, druk met het leegmaken en opruimen van hun huis, komen even later langs met vuilnis (aan de andere kant van de brug is geen vuilophaaldienst) en we nodigen ze uit voor een glaasje. Pat kent Marie nog van uit de tijd dat ze haar winkeltjes had in Oriental (“Marie was one of my best customers!”).
We hebben ze nog niet van wijn en bier voorzien of Barry en Michele komen de “loopplank” oplopen.
Onze porch wordt te krap! Maar het is gezellig. Tegen half zeven komen er allerlei soorten en maten brandweerauto’s langs met loeiende sirenes, richting haven. Die uit Arapahoe rijdt eerst bij ons voorlangs, de brug over, maar komt zoals wij al verwachtten weer terug, wat het gezelschap wat lacherig maakt. Marie waarschuwt ons dat zij uit Arapahoe komt, dus dat we op onze woorden moeten passen. Pat en Joe zijn nieuwsgierig naar waar de brand is, dus stappen op. Barry en Michele zijn met een natte vinger te lijmen om een hapje mee te eten (“indische” spareribs met satesaus en nasi goreng).

Maandag 22 juli
Rond 11 uur vanmorgen ons maar weer gemeld bij Eric die natuurlijk weer “terribly busy” is. De motorsteunen die vorige week besteld en geleverd werden, bleken toch niet helemaal goed, dus er moesten andere besteld worden. Die zijn blijkbaar binnengekomen want Eric laat ze ons zien. En voor de zoveelste keer verzekert hij ons dat binnenkort alles geregeld zal zijn maar dat die en die vandaag/morgen/deze week vakantie heeft etc. etc. Ben benieuwd of Selena deze week inderdaad “will be splashed” (jargon voor tewaterlaten, na “on the hard”, op de kant te zijn geweest. Een mast wordt hier aangeduid als  the stick).

Morgen is Bas jarig en hoewel we hadden willen dineren in een van de betere restaurants in New Bern (247 Craven) zijn we nu door Ross en Ivy uitgenodigd om dan de splash van hun geheel opgelapte Taiwan-klipper te vieren. In stijl, met veel whisky.

 

zaterdag 13 juli 2013

De dagen zijn weer gevuld met je- ne-sais-quoi



Vrijdag 12 juli

Nou, inmiddels heb ik mijn draai weer gevonden en zijn mijn dagen gevuld met je- ne-sais-quoi (ik herinner me dat mijn moeder het, hoe ouder ze werd, ook steeds drukker kreeg met .... niets?; veeg teken!)
Zoals uit de laatste zin van vorig blog mag blijken zijn de werkzaamheden aan Selena begonnen en hopelijk drijven (dat tenminste!) we dan volgende week weer.

A.s. dinsdag is de huur van ons huisje afgelopen en dan willen, moeten, we weer terug zijn op Selena.
Waar ik me wel een beetje zorgen over maak is de hitte en de prikbeesten.
Hier in ons huisje zijn alle ramen standaard voorzien van horren en zijn in beide vertrekken grote plafondfans en airco die zowel koele lucht geven als prikbeesten wegblazen, dus zit je binnenshuis veilig als de prikbeesten tegen het eind van de middag hun slag denken te slaan. Voordeel van het feit dat we voorlopig als motorboot zullen varen is dat de accu’s steeds lekker opladen en we dus ’s nachts een ventilator kunnen laten draaien.
Qua voedsel zal het hebben van slechts een piepklein en niet bijster goed koelend koelkastje (volume 6 bierflesjes) ook een uitdaging zijn. Waarschijnlijk zullen we voornamelijk vegetarisch door het leven gaan de komende maanden.

We vierden de 4th of July, Amerikaanse koninginnedag zeg maar, op 5 en 6 juli – de Orientals combineren het met hun eigen Croaker Fest. Veel muziek met (heel) goede bands: bluegrass, big band, rock – de muzikanten bijna allemaal 60-ers, de muziek 60er en 70er jaren en ja, het publiek ook grotendeels 60+. Street dancing, kraampjes met eten, van blue crab tot gyros (maar geen bier of wijn, alcohol op straat mag niet), kraampjes met kleren, hoeden en petten, sigarendoosgitaren, de (zeer dominant aanwezig hier) Republikeinse partij, de Croaker Queen (en mini Croaker Queen) verkiezing, een lange optocht. En: een bakwedstrijd waar we een heerlijke Amsterdamse Appeltaart inbrachten. Hij werd als zodanig herkend door de jury (Bas hoorde een jury-lid verveeld mompelen “this is apple”), maar we wonnen er geen prijs mee, terwijl hij toch zo lekker was. Te laat bedachten we dat we hem terug hadden kunnen kopen, na het proeven worden alle baksels verkocht ten bate van een goed doel.

 
Zondag en maandag na het Croaker Fest zijn we naar Wilmington geweest. Een leuk, oud plaatsje met prachtige en gezellige koloniale en Victoriaanse huizen. Zondag hebben we het oorlogsschip (WO II) North Carolina bezichtigd en hoewel ik daar meer voor Bas naar toe ging dan voor mezelf, vond ik het toch een belevenis.
Niet voor te stellen dat daar 2200 man maandenlang dicht bij, en met elkaar moeten leven. Echt nergens privacy, zelfs de wc’s staan in een open rij van zes met alleen een provisorisch schotje ertussen. De opklapbare bedbodems, vier boven elkaar, zijn een soort stalen hekwerk, met wat vering aan de zijkanten, dat waarschijnlijk bij iedere beweging piept en kraakt en de getuigenissen over hoe warm en benauwd en zweterig het was en hoe de staat van de matrassen al snel was, maken het er niet beter op.Hoewel als sardines in een blikje had gelukkig niemand last van andermans snurken.... de scheepsmotoren overstemden dat!
 

De getuigenissen,die je in elke ruimte vindt, van oud-matrozen maken het allemaal heel levendig en amusant. Knap om zo’n self-guiding tour toch zo aantrekkelijk te maken dat je daar zonder dat je er erg in hebt zo’n vier uur mee zoet bent!
Helaas waren de alligators, die normaal vanaf het schip te zien zijn als ze in de zon liggen te bakken in de wetlands/swamps ernaast, in geen velden of wegen te bekennen.

Het was te warm om verder nog iets te doen (om die reden vond ik dat ik dat dus ook de paarden van de paardentram niet aan kon doen), dus zegen wij neer bij The Brewery, helemaal ons soort etablissement, voor eten en drinken (heerlijke bieren voor Bas). De volgende dag, alweer prachtig en warm, ons laten rondrijden in de antieke Trolley-bus die ons, met uitleg, door alle historische buurten reed.

Dinsdag hebben we in een van de winkels hier een hoed gekocht voor Bas; zo’n slappe met een brede rand zoals ontdekkingsreizigers ze (plachten te) dragen. Dit omdat Bas de baseball caps toch niet prettig vindt maar toch wel wat bescherming tegen de felle zon wil hebben voor zowel ogen als dunbehaarde schedel, en met enige ventilatie boven het schedeldak. Hij heeft dus nu een Tillley Hat; “the finest in the world. Insured against loss. Guaranteed for life (replaced free if it wears out)”.
Hij moet er nog even aan wennen dat hij hem in winkel, restaurant of auto af kan zetten; als ik niet oppas stapt hij ermee in bed!

Vijf auto’s op één dag!
Gisteren zijn we, om ons 3-maandig jubileum hier te vieren, gaan lunchen in de Crab Shack op een van de outer banks waar we 3 maanden geleden, met veel voldoening, met Ok en Wil hadden gegeten.
We hadden Marie meegevraagd als dank voor het, nog steeds, mogen lenen van haar rode BMW en omdat ze een groot deel van de week helemaal alleen erg afgelegen in haar huisje zit als Martie weer vis aan het tranporteren is en omdat ze heel lief af en toe wat verse produce (komkommer, tomaat, vijg, maiskolven) komt brengen.
De trip kostte een dikke twee uur (waarvan een half uur op de pont over de Neuse River), maar dat hadden we er wel voor over; bovendien beginnen we afstanden al op z’n Amerikaans te bekijken.
We hebben weer heerlijk Snow Crab legs en Blue Crab gegeten en zijn daar, met alle gepulk, geruime tijd mee in de weer geweest. Daarna zijn we even doorgereden naar Swansboro, een piepklein lief plaatsje, waar we in Yana’s – Ye Olde Drugstore Restaurant een butter pecan icecream als toetje namen. Een gezellig, druk, klein, “bruin” restaurant met allervriendelijkste bediening, geleid door – alweer* - een ernstig geblondeerde, wuft schouderlangharige dame – “Yanamama alias Evelyn” - van ruim in de tachtig.

* Zij is niet de enige. Hier in Oriental worden het Toucan-restaurant en de bijbehorende Tiki-bar gerund door ook een hoogbejaarde dame met schouderlang golvend, witgeblondeerd haar. Deze dames zijn blijkbaar in de vijftiger jaren gevallen voor uiterlijk en haardracht van Jayne Mansfield en hebben het daarbij gehouden.... een simpel rekensommetje leert dat ze anno 2013 dus zo’n 83 zullen zijn. But still going strong en ze hebben er duidelijk de wind onder want in beide restaurants is de service prima en allervriendelijkst en draaien de zaken goed!

Na ons ijsje nog even wat kijkwinkeltjes in (ik snap echt niet hoe die mensen rondkomen met zoveel in hun winkel en hoofdzakelijk kijkers ipv kopers!) en rond half drie weer richting huis. Op ongeveer drie kwartier van huis licht op het dashboard een lampje op dat aangeeft dat er iets met de banden aan de hand is. Bas vraagt geschrokken aan Marie of het life threatening is waarop ze lachend zegt dat dat lampje wel vaker brandt omdat de bandenspanning dan enigszins afwijkt; niets om je druk over te maken.
Helaas, 10 minuten later horen we flop-flop-flop en staan met een lekke achterband aan de kant.
OK, jammer, dat betekent in deze bloedhitte een band verwisselen.... maar te overzien.
Oh, er is geen reserveband? Nee, want vroeger had de BMW niet-lek-kunnende-raken banden en was een reserveband dus niet nodig maar omdat die nlkr-banden zo duur waren waren ze toch maar weer op gewone banden overgestapt en hadden er niet meer aan gedacht dat je dan wel weer een reserveband nodig had.
Bas roept olijk iets van “Yet another adventure! You want adventure? Loosing your mast? Broken engines? Flat tires? Come to Bas!”
We staan langs een redelijk drukke (B-)weg, op een kruispunt. Nog geen 5 minuten nadat we daar staan draait een man zijn auto de berm in en vraagt of we hulp nodig hebben. Hij heeft een wreckage-bedrijf just ‘round the corner en kan ons een sleep geven en wellicht de band snel herstellen met een plug.
Omdat Marie na telefonisch overleg met Martie al andere hulptroepen heeft ingeschakeld, bedankt ze vriendelijk en legt uit waarom. Hij, Joe, geeft zijn kaartje en rijdt weer weg. Weer 3 minuten later roept een andere automobilist of we hulp nodig hebben? No, but thanks! Bas en ik vragen ons af hoe lang je in NL zou moeten wachten voordat er eindelijk eens iemand zou stoppen om te vragen of je hulp nodig hebt; waarschijnlijk moet je eerst dwars over de weg gaan liggen voordat er daar iemand stopt!
De hulptroepen van Martie blijken toch niet zo snel beschikbaar te zijn, dus na een volgend telefoontje wordt toch de hulp van “Need a tow? Call Joe!” ingeroepen.
Die zet de BMW op zijn auto en wij worden in de ook meegekomen SUV (onze tweede auto deze dag), bestuurd door pa (?), die ddodgemoedereerd een pluk pruimtabak in zijn wang stopt, vervoerd naar het bedrijfje dat inderdaad 5 minuten verder om de hoek ligt. De band wordt bekeken maar blijkt onherstelbaar, scheur aan binnenzijde band oid. Joe belt rond om een band te vinden (BMW, dus “niet gebruikelijk in VS”; waar hebben we dat eerder gehoord!?). Om een kort verhaal lang te maken, Joe brengt de auto weg naar het tire centre van Marie en Martie en Marie belt een van haar zoons om te kijken of die ons kan ophalen. Gelukkig blijkt Marco beschikbaar en willend. Wij hebben ons op advies van de oude man op de verkoelende porch geinstalleerd waar we ook nog eens een heerlijk glas kersenlimonade met veel ijsklontjes (en servetje!) krijgen van zijn oude dame.
Marco is er veel sneller dan gedacht. Dat komt omdat hij in de buurt was vanwege het feit dat hij zojuist een Jeepje (zo’n spartaans model waar je in Zandvoort jonge twintigers in ziet rijden) aanschafte. Gekocht voor de belachelijk lage prijs van 3500 dollar “for the summer” om hem na de zomer voor “easy” 7000 dollar weer te verkopen; kind van zijn vader!

Marco is 23 en lijkt ook qua uiterlijk op zijn vader, maar dan de donkere versie, en is met een vrolijk, leuk en open gezicht, aantrekkelijk om te zien.
Zijn moeder vraagt lachend en quasi-bezorgd waarom hij naast z’n truck, zijn Ford SUV, zijn Audi en een motor nou ook nog eens deze Jeep moest hebben. Want, straks krijgt hij een meisje en die wil dan wel in een huis wonen en werd het niet eens tijd dat hij daarvoor ging sparen? (terwijl Marie dit zegt zie ik dat ze zelf ook wel inziet dat het praten is tegen een doofstomme)
“O no”, zegt hij: “I want to live like my father and I’ll find a wife just like my mom”.
Na de limonade bedanken we de ouwetjes en stappen in de zojuist verworven Jeep (auto nummer 3); Marie en ik met opgetrokken knieen achterin, op weg naar de garage waar Marco zijn Ford, na aanschaf van de Jeep, heeft laten staan.
Aldaar aangekomen fatsoeneert Marco zijn Ford SUV even voordat wij daarmee verder zullen rijden. Het is een blinkende, zwarte Ford Super Kraft (oid); verhoogd, met van die grote wielen eronder en daardoor een instap van een meter. Een luxe passagiersgedeelte ruim genoeg voor 5 personen met daarachter nog een open laadbak van ca. 2 meter lang.

Terwijl Marco bezig is zijn auto te schonen vraag ik aan Marie waarom hij die (ik wijs naar de Jeep) moest aanschaffen als hij deze (wijzend naar dikke Ford) al heeft? Marie roept iets van toys for boys waarop we alledrie moeten lachen.
Marco vraagt waarom we staan te lachen, dus ik herhaal wat ik net tegen Marie zei en voeg eraan toe dat in NL jongens al blij zouden zijn met zo’n Jeep en dat die gigantische Ford alleen maar in hun stoutste dromen zou voorkomen.
Nou, zegt Marco, dat zit zo: die Ford is een “chick magnet”! Alle meisjes willen wel met hem uit omdat hij zo’n mooie auto heeft en dus ook wel veel geld zal hebben. En nu wil hij met deze auto eens kijken of er ook meisjes zijn die voor hém vallen en niet voor zijn auto. Blijkbaar weet hij zelf niet hoe aantrekkelijk ie is.

Goed, hij vervolgt zijn weg met zijn Jeep, wij in de dikke Ford (auto nummer 4).
Aangekomen bij het huis van M&M zegt Marie dat wij de Lexus maar mee moeten nemen want zij heeft nog die andere auto daar – ook weer een dikke SUV - ter beschikking. En zo komt het dat Bas en ik in een zo goed als gloednieuwe Lexus SC430 two-seater, met automatisch inklapbare hard top (dak), naar huis rijden! Dat was auto nummer 5 voor vandaag!
Onze buren moeten inmiddels vermoeden dat we in drugs handelen....
Die Hollanders proberen wel onopvallend op hun fietsjes de onschuld zelve uit te hangen, maar kijk wat ze geparkeerd hebben staan bij hun huisje! Eerst een Cadillac, toen een BMW en nu een Lexus bolide!!!!

We parkeerden de auto gisteren, op verzoek van Marie, aan de weg omdat onze stoep te hoog is voor dit laag liggende racemonster. Vanmorgen parkeert er een auto vóór, die achteruit rijdt. Ik denk nog “hij zal toch niet vergeten dat hij een trekhaak heeft...”, maar denk meteen “geen beren zien waar ze niet zijn” en schrijf verder aan dit verhaal. Komt er ineens een man bij ons binnenstappen (onze deur staat nog immer open) om te melden dat hij de hard plastic cover van de kentekenplaat van de Lexus heeft geramd met zijn trekhaak!
Wat is er met dit jaar!? Waarom gebeurt dit allemaal!? Dit zijn niet de avonturen die we voor ogen hadden! 

Vandaag (vrijdag) is een regendag, varierend van een klein plensje tot hoosbuien.
Geen dag dus om een cabriolet-tourtje te maken met mijn sjaaltje en haren wapperend in de wind.....

En dan, tot slot van dit weekblog, een heuglijke mededeling: we zijn zwanger van ons tweede kleinkind!  
Reina en Niels krijgen eind november hun kindje en Merlijn - “Eindelijk!!!” - een broertje of zusje; tegen die tijd zijn wij lang en breed terug in NL.

 

 

 

vrijdag 5 juli 2013

Monique's Life in Oriental


Vrijdag 5 juli, 11 am EDT
BREAKING NEWS: we staan weer naast de werkplaats, er gaat gewerkt worden!

Wat eraan vooraf ging ...
 
Zaterdag 21 juni 2013
Op de een of andere manier kon ik, terug in Oriental, even mijn draai niet vinden; misschien omdat de laatste dagen in Loenen wat hectisch waren, met gedoe en veel geregel.

Nu bijna zeker is dat de bootmotor gerepareerd kan worden en we Eric ook op dat spoor hebben gezet is de noodzaak om elke dag een paar keer je gezicht te laten zien verdwenen. Bas is bezig met Selena, menietje hier, verfje daar. De mensen die we hier inmiddels hadden leren kennen zitten allemaal voor vakantie elders. Ik zit thuis, lees wat, fiets wat, puzzel wat, maar verveel me eigenlijk een beetje. Er is hier dan ook echt helemaal niets te doen! Ik denk dat ik maar eens een boek ga schrijven.....

De boeken van Bol.com die ik in de VS niet gedownload kreeg heb ik inmiddels in Loenen kunnen downloaden (hoi!) maar de vreugde is van korte duur; terug in de VS krijg ik halverwege het derde boek een foutmelding “beveiligd door Digitale-rechtenbeheer”. Niet alleen de laatst gedownloade boeken, maar ook alle eerdere boeken geven dezelfde melding. DAAAG E-reader! Wat heb je nou aan zo’n ding als je dat niet net als bij een “hard” boek mee kunt nemen naar, en lezen in, welk land je maar wilt, het wilt uitlenen aan wie dan ook, in welke taal of waar de auteursrechten ook gelden, etc.
Ik zal eens bij de Consumentenbond aan de bel gaan trekken!

Maandag zijn we naar New Bern gegaan, voor inkopen bij Harris Teeter, een van de betere supermarkten (Ahold-groep!), en om onszelf te feteren op oesters, eerst rauw daarna a la Rockefeller, en verse kreeft!
Waar een vliegwielhuis al niet goed voor is!

Tegen borreltijd kregen we Trish en Sam op bezoek, die met hun boot bij Deaton liggen. Trish en ik ontmoetten elkaar ’s morgens toen ik op de werf wat e-mails aan het verzenden was en zij haar was uit de droger kwam halen en raakten aan de praat; zo gaat dat!
Sam, rond de 63, is neurowetenschapper; doet veel onderzoek en geeft les. Het was een genoeglijk gesprek. (Nee, we zijn niet ons brein, het brein is van ons, maar laat ons na onbewuste leerprocessen wel veel dingen op de auto-pilot doen).

Gisteren, vrijdag, waren we van plan ons tegen zessen maar weer te melden bij de Tiki-bar maar Joe, van het echtpaar dat ons ons huisje verhuurt, werkt zich in het zweet bij het onderhouden van de tuin en we nodigen hem uit voor een glaasje. En, dat wisten we al, dat betekent niet een kwartiertje want Joe is lang van stof en raakt nooit uitgepraat (het niet meer paraat hebben van namen kost ook tijd, want hij moet en zal ze uit zijn geheugen vissen, ook al zeggen ze ons niets). Hij weet veel te vertellen over hoe Oriental ontstaan is en wie waar woonde en wie wat deed enzo. In zijn verhaal komen veel divorces en exes en drunks voor (i.v.m. verhuizingen, teloorgegane bedrijven, etc). Dat valt hem zelf blijkbaar ook op waarop hij verklaart dat there’s not much to do in Oriental so a lot of people start drinking.

Vroeger, begin 20e eeuw, was het hele gebied hier nog bos. Dat is voor een flink deel omgehakt, bomen gingen via de kreken naar de Neuse River en werden daar op treinen geladen (speciaal daarvoor was hier destijds een station). Da’s heel wat anders dan je nu ziet: huizen omringd door grote gazons (je hoort hier overdag ook altijd wel ergens een motormaaier* razen) met nog hier en daar een boom; veel nieuwe aanplant van sierbomen als Crape Myrtles (volgens mij een soort sering, sommige bloeien nu). Buiten Oriental is het overigens nog flink bebost en wordt er nog steeds aan houtbouw gedaan.

Flooding, het overstromen van de rivier, door harde wind of hurricanes, is het gevolg van water dat door de wind het land wordt opgestuwd en niet door groot tijverschil (dat hier heel klein is) en vindt hier regelmatig plaats. Maar... het water komt wel steeds hoger. Soms wel heel hoog, getuige het streepje op de muur bij de vishandel vanmorgen (ik schat 1.70 meter hoogte) van hurricane Irene in 2011.
We hebben al gezien dat een aantal huizen in Oriental wordt opgehoogd (stalen balken eronder, de handel in zijn geheel opkrikken en stenen palen opmetselen), ongetwijfeld vanwege Sandy vorig najaar! Ons huisje staat op palen en is dus redelijk veilig.....

*Ben je werkeloos? Word gazonverzorger in Oriental en omstreken! Er zijn hier vele bedrijfjes, met namen als “Yard Barber”, die hier wekelijks de gazons maaien en grasrandjes lijnrecht bijsnijden. Blijkbaar lucratief werk!
Ha, deze zag ik ook op een auto staan: Ken & Jim. Lawn mowing and more.... (heel dubbelzinnig, maar ik lees nu “50 Shades of Grey” dus het kan aan mijn aangetaste perceptie liggen!)
Ja, “50 Shades of Grey”. Best opwindend hoor, maar het wordt na een tijdje wel een beetje afgezaagd: “Jeez! My inner goddess.... Holy shit! Whoa! Rolling eyes.... Touching me there (e.g. “Het Plekje” zoals mijn kraamzuster dat placht te noemen), spiraling into orgasms, Holy crap! Oh my! etc. etc.
Doe mij maar gewoon Bas.

Ander onderwerp.
In een van de blaadjes die ik lees, zie ik de laatste trend voor het opleuken van your back yard party deze zomer: gooi een paar hoelahoephoepels in je zwembad en laat in iedere hoepel bloemen “ b.v. Gerbera’s van een bepaalde kleur” drijven. You’ll need four or five hoops.... (dit ter indicatie van de grootte van je pool!). Kijk, da’s pas feest en heel wat origineler dan die stomme schalen met drijfkaarsjes of windlichten met waxinelichtjes bij ons!

Gisteravond, het weekend was tenslotte begonnen, echt lekkere pizza gegeten in The Silo’s.
Vanmorgen de Farmers Market maar weer bezocht. Mijn aan de hoge temperatuur aangepaste outfit, een van mijn in India gekochte “kurta’s” (soort jurkje) met daaronder een legging, leidde tot grote opwinding bij nogal wat dames aldaar die vanachter hun kraam vandaan kwamen en mij met allerlei vragen bestormden: I loooove your dress; where did you get it? (not Dutch?); of ik dus in India geweest was, dat als ze zelf zoiets hadden ze nooit meer iets anders aan zouden trekken, of ze een foto mochten maken zodat ze het na konden maken, dat het zeker heel lekker zat, etc. etc.
Ik vermoed dat bezoekers van de Farmers Market over een tijdje ook een stalletje met kurta’s zullen aantreffen! Of dat half vrouwelijk Oriental ineens in kurta’s gekleed gaat! Wel grappig.

We zijn even bij Elizabeth langs gegaan om te vragen of ze tijd zou hebben om alsnog een dodger/buiskap voor ons te maken. We gunnen haar de opdracht van harte maar ze komt om in het werk en we willen niet, na inmiddels al 3 maanden gewacht te hebben, nog eens tot september op een dodger hoeven zitten wachten. Ze zegt ons dat ze ons maandag antwoord kan geven als ze met haar assistent Tracey gesproken heeft (“... She would kill me if I would promise you something that’s not possible”). Maar eerder dan eind juli zal het niet worden......

Maandag 24/6
Het hele weekend een afwisseling van zonneschijn en stortbuien met daar tussenin benauwde hitte.
Sinds dit weekend was ook onze internetverbinding (via buurvrouw Elizabeth’s shop)  moeilijk tot on-bereikbaar, desgevraagd wist Tracey vanmorgen te vertellen dat die inderdaad kuren krijgt als het zwaar geregend heeft; even uit en weer aanklikken en zie daar, het werkt weer!

Elizabeth en Tracey hebben overlegd, en als we geduld hebben tot hun zomerstop, half augustus, dan beloven ze dat ze een dodger voor ons kunnen maken. That’s a deal! Tot die tijd kan Selena gerepareerd worden, kunnen we daarna wat proefvaren in de buurt, nemen we evt. nog een autovakantie tussendoor, kortom we vermaken ons wel tot die tijd. Het huisje hebben we nog tot half juli, daarna hopen we weer terug te zijn op een drijvende Selena.

Gisteren geluncht in Trawl Doors, het restaurant van de Oriental Marina; het enige restaurant in Oriental waar we nog niet geweest waren. Good grub!

Nee, ik lieg, er is nog de Oriental Steamer Restaurant. De Irene-flood heft de keuken eruit gespoeld en de eigenaar heft dat zo gelaten, Nu is het “a beer joint with pool tables ... a little rough for visitors from out of town” schrijft de TripAdvisor App. Het ziet er zo onbezocht en groezelig uit, dat we ook niet de behoefte hebben daar naar binnen te gaan. Er gebeuren 's nachts schimmige zaken op de parkeerplaats, had Joe ond al vertelt.
Vorige week hebben we geluncht in Sea Shanty en ondanks wisselende recensies op Trip-Advisor hadden we daar een prima sandwich.


Vanmorgen vanaf de porch een koddig schouwspel van
50 Shades of Grey squirrels
(grijze eekhoorns) gezien. Hoog in de electriciteitspaal werd een vrouwtje genomen door een mannetje. Komt er over de electriciteitsbekabeling die over de weg loopt, opgewonden een andere eekhoorn (zonder staart, hij heeft slechts een stompje) aan die bij de paal aangekomen direct omhoog klimt en agressief het mannetje van het (zijn!?) vrouwtje afjaagt. Het vrouwtje klimt hooghartig verder omhoog en nestelt zich bovenop de paal waar ze zich verwachtingsvol, met haar staart omhoog, kittig gaat zitten wassen terwijl beneden haar de twee mannetjes hun strijd uitvechten. De amoureuze pluimstaart wil zijn overspelige karwei duidelijk afmaken, maar Stompie vindt dat niet goed. Het is een verstoppertje spelen rondom de paal waarbij Stompie, hoger in de paal, in het voordeel is.

Even later komen over de electriciteitskabel, met een kleine tussenpoze, nog eens twee eekhoorns aanrennen en dan barst de heibel los. Ineens stuiven alle eekhoorns met opgewonden klikgeluidjes achter elkaar aan of voor elkaar weg, als jagers en opgejaagden; sommige laten zich in belendende bomen en struiken vallen of hollen over de electriciteitskabel terug de weg over. Daarna keert de rust weer en neemt het gewone leven weer zijn gangetje.

Donderdag 4th of July!
Vanmorgen de Amerikaanse vlag (-getje, voor die gelegenheid aangeschaft bij Dollar General a 2 dollar) uitgehangen. We merken verder niets van speciale activi- of festiviteiten, die worden blijkbaar allemaal bewaard voor het Croaker Fest dat hier jaarlijks op de eerste zaterdag van juli, overmorgen dus, wordt gehouden (met de vrijdag als pre-party).
De afgelopen dagen had Bas op de vlaggeplek de Nederlandse vlag opgehangen. Dat was riskant, want onze driekleur wordt hier gebruikt om aan te geven dat je shop open is.
Nou staat onze voordeur overdag steeds open om de wind lekker door te laten waaien, dus men ziet al gauw dat we geen winkel zijn, maar er was een ouder echtpaar dat dat wel dacht en binnenliep maar toen ze zagen dat ik de krant aan het lezen was en Bas op zijn iPad zat te pielen draaiden ze zich, met verontschuldigingen, weer om.

Inmiddels hebben we ook een auto te leen: een knalrode BMW-330!
Afgelopen zondag kwam ineens Marie (van Eels on Wheels) aanzetten voor een kopje koffie. Ze vroeg o.a. wat we zoal de hele dag deden en ja, toen moest ik beamen dat ik me behoorlijk begin te vervelen. Waar je thuis altijd wel iets kunt doen, strijken, administratie, archiveren, Tiffany, de stad in, desnoods voor de buis hangen, etc.,  zitten we hier toch wel erg opgesloten in een gat waar niets te doen is behalve de vrijdagse Tikibar-borrel en de zaterdagse Farmers Market (kejje nagaan!!). Ondertussen heb ik me wel al bedacht dat ik maar gitaar moet leren spelen want die heeft Bas van boord meegenomen evenals twee lesboeken.
Onze actieradius is dankzij de fietsen wel iets groter, vooral sneller, dan als voetganger maar de mogelijkheden blijven zeer beperkt. Dus kwam Marie met het aanbod dat we voorlopig een van hun auto’s kunnen lenen!

Ook vroeg ze of ik een Slow Cooker van haar wilde lenen want dat was zo handig: ’s morgens alle vlees, aardappelen en groentes erin, instellen op zoveel uur (4/6/8/10) en verder niet meer naar omkijken. De noodzaak om er hier een te hebben is niet groot, maar aangezien ik in NL al overwoog om er eentje te kopen leek het me een goed idee eens met een geleende te experimenteren. Marie vond ook dat ik dan tenminste weer wat omhanden zou hebben.
Dus, kwam Marie op maandagmorgen de rode BMW brengen en een gigantische Crock-Pot en een tas vol Slow Cook-gebruiksaanwijzingen en –recepten, boeken over deze streek en landkaarten.

Martie zou dinsdagmorgen vroeg weer thuiskomen uit Miami en we werden uitgenodigd om rond 8.30 te komen kijken hoe zij de vis flushen. Die vissen zitten in diverse watertanks bovenop een lange oplegger. Via een buizen- en slangensysteem wordt dan gedurende een kwartier schoon water door de tanks geleid die al het vuile water van de afgelopen (dit keer 18, max. is 24 uur) transporturen wegspoelt (er komt dan ook een lichte ammoniaklucht vanaf). Daarna wordt overtollig water (i.v.m. toegestane gewicht van de truck) afgevoerd en wordt een mengsel van zout en nog wat aan het water toegevoegd waardoor het water minder snel vervuilt en de vissen zich prettiger voelen.
Daarna worden de grote tanks met vloeibare zuurstof, die tijdens het transport voor zuurstoftoevoer in de watertanks zorgen, bijgevuld en gaat de wagen verder, op weg naar New York. Daar komt hij tegen middernacht aan, als het in de stad rustig is met verkeer, en wordt de levende vis via allerlei kleinere wagens afgeleverd bij Chinese winkels, waar ze in aquaria wachten tot ze door een klant worden aangewezen; visnetje, klap met houten hamertje op hun kop, inpakken en wegwezen. “Chinezen willen alleen levende vis, en van goede kwaliteit”, zegt Martie. En daarom is het belangrijk dat de vissen zich lekker voelen en niet gestresst raken tijdens het transport.
Palingen kunnen vanwege het feit dat ze met weinig water toekunnen (ze ademen ook door hun huid) per container met het vliegtuig naar Europa, vooral naar Belgie.
Martie begrijpt niet dat wij in Europa bezorgd zijn om de palingstand, want hier in de VS zijn er zat. Dat de Spanjaarden de glasaaltjes wegvangen is volgens Martie, zolang dat beperkt blijft tot eigen gebruik en niet geexporteerd wordt (wat nu niet meer mag van “Brussel”, zegt Bas), geen groot gevaar voor de voortplanting van paling. Hij snapt ook niet waarom paling bij ons zo duur moet wezen, want er is meer dan voldoende maar gek genoeg is er vanuit Europa nauwelijks vraag naar, zegt-ie.

Dinsdagavond zijn we met Marie en Martie gaan eten bij een Indiaas restaurant in New Bern; gelukkig mochten we nu wel betalen!

Heb de Crock-Pot inmiddels met groot succes uitgeprobeerd op een pond sukadelappen(?)/flat iron steak. Specerijen, kruiden, groenten en vlees zo in de pan gedaan en in 10 uur heerlijk mals touwtjesvlees met heerlijke saus!
Goed dat ik van tevoren even de gebruiksaanwijzing las! Blijkt dat de crockpot behoorlijk heet wordt en dus op een hittebestendige ondergrond geplaatst moet worden! Onze aanrecht is van kunststof, onze vloer is van kunststof, dus uit de tuin een grote bouwsteen gesleept en daar de pan op gezet; perfect!

Hoe nuttig kan het zijn je voor wat langere tijd in een ander land te vestigen!
Zo leer je een aantal vooroordelen te weerleggen.

Waarom verbruiken Amerikanen zoveel energie aan air conditioning, is dat nou nodig!?
JA! Ik moet er niet aan denken hier geen airco (“AC”) te hebben. De temperaturen overdag lopen hier vanaf april al heel snel omhoog naar 30 tot 35 graden Celsius; ’s nachts koelt het iets af maar is het altijd nog een stuk boven de 20. Daarnaast is de lucht hier ook heel vochtig dus de warmte valt als een pak vette watten over je heen.

Waarom hebben Amerikanen altijd van die overdreven grote koelkasten!?
Omdat je vanwege bovengenoemde temperaturen ALLE verse levensmiddelen koel moet kunnen bewaren. B.v. aardappelen en worteltjes schrompelen met de dag verder ineen als ze niet in de koelkast kunnen; dranken zouden lauwwarm en niet om te drinken zijn als je juist smacht naar een koele dorstlesser; restjes eten kunnen absoluut niet te lang ongekoeld blijven staan, etc.

Waarom krijg je in een bar altijd zo’n aanstellerig servetje onder je glas i.p.v. een onderzetter (of niets)?
Omdat van het glas met koude inhoud onmiddellijk veel condenswater komt afdruipen. Op een “harde” onderzetter wordt dit niet geabsorbeerd dus blijft die onder tegen je glas kleven als je het optilt om er daarna af te vallen (moet je weer bukken!); een servetje (soms een bierviltje) absorbeert wel goed, zorgt dat je geen druppels op je kleren krijgt, geeft geen kringen en geeft geen gedonder met op de grond vallen.

Waarom zetten Amerikanen nooit hun motor uit als ze langere tijd ergens (open brug, pont) voor moeten wachten? Dit is heel milieuvervuilend!
Ja, het belast het milieu, maar om je “AC” in werking te houden (zonder je accu meteen leeg te zuigen) moet je motor aan blijven staan. “Raampjes tegen elkaar open zetten” brengt alleen maar nog meer hitte in je auto dus “AC” (en raampjes dicht!) is een noodzakelijk kwaad als je met je auto in de brandende zon op een brug of ferry staat te wachten.

Waarom hebben Amerikanen altijd van die grote, super comfortabele auto’s die, dankzij grote motoren, weinig geluid maken maar veel benzine slurpen?
Comfortabel als in: prettig zitten, automatische versnellingsbak, cruise control, voldoende ruimte en “AC” voor alle inzittenden, stille motor zodat je de radio/audio goed kunt horen, etc.
Alles om de lange afstanden die hier heel gebruikelijk zijn (2 uur rijden om even op de koffie te gaan is niet ongewoon) ook prettig door te komen.
Om diezelfde reden is het des te fijner dat de benzineprijs hier niet net zo hoog is als in NL (benzine kost hier nu ca. $ 3,40/gallon, dat is omgerekend € 0,70/liter, hoewel ze hier ook klagen dat het zo duur wordt!) en dat motels langs de route hier heel betaalbaar zijn (voor $50-75 heb je een prima kamer voor z’n tweeen).

Vanmorgen riep Bas mij bij het opstaan toe even uit te kijken “want er lopen allemaal kleine rupsjes in de keuken!”. Als je mij snel mijn bed uit wilt hebben moet je dat roepen!
En inderdaad, er kronkelden allemaal cremekleurige rupsjes rond, vooral bij de voordeurmat. Nog eens goed gekeken.... en, bril op, nog eens...! NEE! Dat zijn geen rupsjes! Dat zijn MADEN!!!!!!
Geen idee waar die vandaan komen. Er is niets te zien wat eierleggende vliegen kon aantrekken, het stinkt niet naar iets wat ergens ligt te vergaan, het komt niet uit de vuilnisbak, niets te zien bij koelkast of keukenblok, het plafond boven de voordeur is ook vlekkeloos, de porch aan de andere kant van de voordeur ook helemaal schoon, en nee ook de steen onder de Crock-Pot was schoon, dus ????? Hebben we gisteravond, na eten en muziek en drankjes bij The Silo’s, iets onder onze schoen mee naar binnen gelopen? Nee, schoenzolen allemaal schoon! Zou het uit de slaapbank komen die naast de voordeur staat? Moeten we die dan toch maar niet eens uitklappen om te zien wat daar uit komt? Met bevend hart gedaan, ieder moment verwachtend een vergaan dood beest aan te treffen, maar behalve een stel heel stoffige lakens ook daar niets onoirbaars te vinden!
Enfin, hele keuken geveegd en gedweild en na af en toe nog een enkele verdwaalde made te hebben moeten opvegen zijn we, voor vandaag in ieder geval, weer schoon.
Hoop niet morgen weer een nieuwe lading aan te treffen.....
Het wordt tijd dat we weer naar de boot gaan!