Dinsdag 16 juli
Afgelopen
zaterdag kregen we Marie en Martie op de koffie die hun Lexus weer kwamen
inruilen voor hun rode BMW, met de mededeling dat we zondag of maandag zouden
gaan vliegen!
Martie wilde
desgevraagd niets weten van een geldelijke bijdrage voor de lekke BMW-band of
het transport naar New Bern, maar gaf na een stukje zelfgemaakte appeltaart aan
dat dat nou iets was waar we hem heel blij mee zouden maken...... Zo groot, zei
hij terwijl hij zijn armen wijd uitspreidde.Zondag was het weer niet goed genoeg om te vliegen en hebben we de dag wat zompig doorgebracht (Bas beetje lakken op de boot, maar dat is heeeeel warm). Gelukkig was het weer gisteren stralend, dus belde Martie ’s morgens dat we om half 11 bij hem moesten zijn.
Iets daarvoor kwamen
we aan, met een door Bas gebakken appeltaart.
Met zijn drietjes
– vanwege het totaalgewicht i.v.m. de korte lengte van de start- en
landingsbaan op Ocracoke moest Marie thuisblijven (niet alleen vanwege Marie,
maar daarbij het gewicht van de extra benzine) – naar het vliegveld van New
Bern waar Martie zijn 4-persoons Cesna heeft staan. Checklist afwerken (dat
doet Martie heel wat sneller dan Bas bij Selena, maar zeilen gaat ook
langzamer, repliceert hij), brandstof aanvullen en daar gingen we de lucht in!Bas naast Martie voorin – boys with toys, metertjes en lampjes - ik koninklijk alleen op de achterbank met weidse uitzichten naar beide kanten.
Van New Bern naar de Atlantische kust en over een magnifiek prachtige kustlijn (onvoorstelbaar zoveel mooie kleuren en vormen als wetlands, duinen en kust in hun palet hebben!) vliegend naar Ocracoke; een eilandje a la Vlieland (ook dit is een seizoenstrekpleister). Daar parkeerden we op het parkeerveldje van het vliegveld (en bonden de vleugels vast aan “landvasten” tegen omwaaien van het vliegtuig), belden Howard’s Pub zodat er 3 minuten later een dik meisje in een golfkarretje aan kwam om ons op te halen. Howard’s Pub is een leuke tent en we hebben er lekker geluncht. Na een wandeling langs een lintweg, snikheet, stoffig en erg toeristisch, weer terug naar de Cesna en een-twee-drie weer de lucht in naar Kitty Hawk (door vliegers aangeduid als First Flight).
Ook een eiland, iets noordelijker, beroemd omdat hier de gebroeders Wright, Willbur en Orvil, hun vliegexperimenten uitvoerden om tenslotte als eersten een vliegend, bestuurbaar vliegtuig te hebben ontwikkeld. Dat was in 1903, nog maar 110 jaar geleden! Zie wat nu het luchtruim doorkruist, tot aan mensen op de maan aan toe!
Op deze plek staan naast de heuvel waar vanaf ze hun “gliders” lieten vliegen, met nu een groot granieten monument erop, ook een aantal musea en twee kleine houten huisjes: eentje de werkplaats en eentje hun eenvoudige onderkomen.
Om vijf uur, we hadden net alles gezien toen ze gingen sluiten, beklommen wij tot slot nog de heuvel.
Toen hup het vliegtuig in en 3 kwartier later weer geland op New Bern.
Maar eerst nog een drankje buiten. Omdat M&M in een kreek, naast een bos wonen hebben ze daar, nog meer dan in Oriental, last van prikbeesten. Zij hebben geen “closed porch” (met muggengaas insectendicht afgetimmerde porch) maar gaan buiten op hun “deck” voor een gigantische ventilator zitten (zoals wij ’s winters voor de open haard kruipen) die ze op volle kracht aanzetten: dat waait koelte toe en muggen weg! Maar het is een RrraarrR gezicht!
M&M hebben
ons overigens aangeboden dat we bij hen kunnen logeren indien nodig. Ook heeft
Martie Bas aangeboden een mast op zijn visoplegger te kunnen en willen
transporteren als Bas er eentje vindt die op zijn route van Florida of Texas of
New York naar New Bern ligt. Op Ebay had Bas er een gevonden in Defuniak
Springs, FA, aan de Gulf Coast, 1300km van Oriental. “We rijden erlangs, zeg
het maar”.
Zelden zulke
onzelfzuchtige lieverds meegemaakt!
De vissersvloot, die weken aan de wal lag, is opeens weg. Er mag ge-shrimpd worden! Vanmiddag dus Fresh Shrimp gehaald bij een huis midden
in het dorp. Bas en ik volgden de bordjes maar aangekomen bij een grasveldje
hield de bewegwijzering op en was niet duidelijk of we nou het huis links,
rechts, tegenover of achter ons moesten hebben. Wat schuurtjes gecheckt, oehoe
geroepen, maar geen kip te bekennen. Bij een huis verderop zagen we een man die
ons desgevraagd aanwees welk huis we moesten zijn en voor ons de trap naar de
voordeur opliep om ons te melden. Er kwam een wat sikkeneurige vrouw van een
jaar of 50 naar buiten die met ons naar een aantal koelboxen liep en de verse,
onthoofde shrimps (grootte gamba) afwoog. Halverwege kwam er een oude man
aansloffen die, toen we zeiden dat we anderhalf pound wilden hebben, zijn
dochter (?) instrueerde dat ze nog 4 garnalen extra in de weegschaal moest
leggen. Dat deed ze braaf, waarop hij “HO!” riep en er weer 3 garnalen
afhaalde. Het berekenen van de prijs was, voor anderhalf pound, blijkbaar ook
een probleem voor zowel vader als dochter. De prijs van 1 pound wisten ze, die
voor 2 pound ook, maar iets er tussenin ging te ver. Na een tijdje nadenken,
dochter ging weer naar binnen, zei vader: “make
it 10 dollars”. ’s Avonds, gebakken, met knoflook en bestrooid met Old Bay Seasoning (een kruidenmengsel
met o.a. zout, peper en cayenne dat ze hier zo’n beetje over alles
heenstrooien) heerlijk van gesmuld.
A.s. zaterdag zijn
we bij ze uitgenodigd voor een hapje eten.
Tot nu toe kenden
we Ray alleen van e-mails en van korte groeten als we toevallig een keertje
langs fietsten. Zijn e-mails zijn grappig, kort maar krachtig en op de een of
andere manier denk ik dat Ray een oud-marineman is. Dat blijkt te kloppen,
sterker nog, hij is marinier geweest!
Howel we
zaterdag dus bij ze gaan eten en we nu, 19.00 uur, alleen even wat wilden
afgeven, krijgen we natuurlijk toch weer een glas wijn ingeschonken en blijkt
Ray crostini gemaakt te hebben. Het is gezellig. Peggie (rond 60), een leuke
meid met pretogen, en Ray (rond 70), een gezellige teddybeer, wonen pas een
jaar samen maar hebben het blijkbaar leuk met elkaar, hond Biscuit en twee
dikke kitten.
Hij is, na zijn
mariniersverleden, forester geworden
en heeft als hobby houten boten (hij heeft er eentje uit 1929 en eentje uit
1932, met alle onderhoud die dat met zich meebrengt!).
Zij heeft een
zoon van 28, single parent van een
zoontje waar de moeder verder geen zin in had en Ray heeft ook een volwassen
zoon van 23.Na anderhalf uur stappen we weer op.
Bas belt met Pat dat - “... we’re good, and you? We have a problem ...” - het een paar dagen later zal moeten worden... No problem, zegt Pat, stay as long necessary en matst ons met de dagprijs. Ook worden we uitgenodigd om donderdag bij ze te komen eten.
Na Deaton
besluiten we om maar weer eens een kopje koffie te drinken bij The Bean. Ik ga
er vast naar binnen terwijl Bas thuis even een portemonnee haalt. In de rij
staat een ouder dametje, ik schat rond de 80, voor me dat zich omdraait en zegt
“You look hot”. “Yes”, zeg ik “but it IS hot! And I came by bicycle”. Ze beaamt dat het warm is en vraagt direct waar ik
vandaan kom “Europe? Germany?”. “Yes, Europe, I’m Dutch. How come
you figured that out so quickly!?, “’cause I’m British”.
Ze gaat met haar
milkshake aan een tafeltje zitten. Ik zeg tegen de waitress dat ik nog even wil wachten met bestellen tot mijn man er
is. OK, have a seat dus pak ik de
dichtstbijzijnde stoel om te gaan zitten, maar zie dan even verderop het
dametje naar mij wenken om bij haar te komen zitten.
Bas komt binnen,
voegt zich bij ons en stelt zich voor. “Boss?” “No, Bas, from
Sebastian” “O, at Sebastian I always
think of tall, dark and handsome men” (nou, behalve het “tall” klopt dat wel vind ik).
Ze heet Tina en
woont sinds 1995 in Oriental, is getrouwd met een oud Navy-man die de hele dag
thuis zit en nooit de deur uit wil, omdat hij haar al na een paar uur mist. (“But how can I miss him when he never
leaves!!!!!”, zegt ze misprijzend). Ze heeft in Oriental gedurende een jaar of zeven een Bed & Breakfast
gehad die zeer goed liep. Maar op een gegeven moment werd dat teveel dus heeft
ze dat verkocht. Nu beleeft ze veel plezier aan haar tuin (ze staat dan om 5.30
op om de ergste hitte te vermijden) en gaat er dagjes op uit met haar
vriendinnen om haar man een beetje te ontlopen. “Actually” zit ze nu te wachten op een vriendin die er om 11 uur
had moeten zijn (het is 11.30: “I’ll call
her....she probably forgot again”..... “Hi dear….. o, was it noon? OK, then I’ll see you shortly”). Na onze mokka shake nemen we afscheid en gaan
Bas en ik naar New Bern voor een lunch bij MJ’s Raw Bar & Grill.
Maar eerst melden we
ons maar weer bij Deaton, want anders gaat de vaart er weer uit. Als we
binnenkomen zegt John, de Deaton-baas, dat hij ons net moest hebben want dat er
voor ons gebeld is dat er misschien een mast voor ons is!
Steven, de
surveyor die hier onze schade moest taxeren, zegt dat er in Bridgeton (vlakbij
New Bern) misschien een geschikte mast voor ons is. We spreken af elkaar’s
middags op die werf te zien.Daar zit een heel oude kleine man met een ziekenfondsbrilletje, in een smetteloos kaki overall in een kantoortje, met op een luie stoel een uitgetelde, heel oude beagle die geen boe of ba of blaf zegt als we binnen komen. Oude man weet van niks, we moeten voor Harold (zo heet onze man) niet hier zijn maar aan de andere kant van de snelweg. RrraarrR, want waarom kregen we dan dit adres. Gelukkig komt Steven net aanrijden die ons wijst dat we achteraan op de werf moeten zijn waar Harold aan een boot bezig is. We lopen naar hem toe en worden omringd door een roedel honden, kruising chihuahua/corky; veel te dik maar desondanks behoorlijk actief in die hitte, met als gevolg een hoop gesnurk om op adem te komen, net varkentjes.
Bij Harold aangekomen houdt hij met schijnbare tegenzin op met waar hij mee bezig was, veegt zijn handen enigszins schoon en geeft Steven en Bas een hand. Ik steek de mijne ook uit, maar die wordt niet gezien/gepakt. Ojee, denk ik. Harold, van onze leeftijd, is stuurs, zegt niet veel, wijst naar de boot naast hem (een Hunter 33) met daarop de mast. Steven fluistert me, ten overvloede, toe dat Harold een man van weinig woorden is en dat hij vroeger zelfs een beetje bang voor hem was.
Maar, naarmate Bas en Harold de zaken aan het bekijken en bespreken zijn en van elkaar merken dat ze er veel vanaf weten, ontdooit Harold en wordt steeds spraakzamer. Ik mag me zelfs in het gesprek mengen en krijg voorzichtige glimlachjes (hij heeft mooie ogen! En is verder ook niet onaantrekkelijk...).
Bas vertelt dat
we van plan zijn/waren met een mast te wachten tot New Yersey omdat iedereen
riep dat “de masten daar voor het oprapen liggen na orkaan Sandy”. Harold
vertelt dat er wel veel masten liggen, maar dat we daar geen schijn van kans
gehad hadden omdat je daar niet om 1 onderdeel, of zelfs niet om een heel schip
hoeft te komen. Ze nemen je pas serieus als je (enigszins overdreven) “an acre of ships” wilt kopen. “And they don’t baby around with those boats,
they shove them with a bulldozer!”
De boot waar de
mast nu op staat lag in de marina van New Bern maar door een verbogen schroefas
“and years of neglect” lekte hij
zodanig dat de bilgepomp (die water uit het schip pompt) constant draaide met
bijbehorend lawaai en vervuiling; de marina wilde van het ding af en de
eigenaars zagen geen andere optie dan het ding voor “salvage” (waardeloze boot waar nog wel waardevolle onderdelen vanaf
te halen en te verkopen zijn, zoals ook het lood uit de kiel). We nemen wat
maten en gaan overleggen met Deaton; ze zijn dan wel niet erg snel, maar wel
heel secuur!
Daarna gaan we
naar de gigantische Books-A-Million (jammer dat boeken zo zwaar zijn, de
mooiste naslagwerken kosten hier helemaal niks!) naast de Wallmart en de Wallmart
zelf om te kijken naar een ventilator voor aan boord, eventueel fietsen voor
als we uit Oriental weg gaan, een douche ter verkoeling in de kuip en een wat
grotere koelbox (probleem is dat we weinig ruimte hebben en dat zo’n koelbox
veel stroom nodig heeft, dus misschien moet er nog een tweede zonnepaneel
komen?). De temperatuur aan boord is, met Selena op het land, zo’n 100 graden
Fahrenheit, tegen de 40 graden Celsius, dan wil je koele lucht langs je heen
hebben en koel water/tonic/ginger ale/wijn/bier om te drinken. Alle aanschaffen
hangen af van WANNEER we gaan varen en of het nog zin heeft die dingen aan te
schaffen.
Woensdag, dus ‘s
avonds life music at The Silo’s waar local heroes niet onverdienstelijk Neil
Young, Bob Dylan etc. nabootsen (maar wel een beetje hetzelfde als vorige week...).
Ook de pizza’s en de Malbec blijven voortreffelijk.
Donderdag 18 juli
- Reina jarig!
Gelukkig, Eric
heeft goede motorsteunrubbers gevonden die morgen geleverd zullen worden; we
hoeven ze dus niet te laten maken. Pfffff, opluchting!Bas en ik besluiten dat we nog een week of drie het huisje willen aanhouden en zullen dat vanavond bespreken met Pat en Joe. In de tussentijd kunnen we motorend dagtochtjes maken en ervaren hoe leven aan boord gaat bij deze temperaturen (tussen de 35 en 40 graden Celsius).
’s Avonds gegeten
bij Pat en Joe.
Ze wonen aan de
overkant van de brug, in een ruim – verhoogd – huis, aan een kreek, met royale porch die prachtig zicht geeft op de
zonsondergang en ..... in de verte zie ik golven, van een bootje dat nergens te
zien is ...? ... of zijn het toch? .....JA, het zijn dolfijnen, een stuk of
zes, zeven! Pat en Joe juigen want dit zijn de eerste deze zomer! Ze komen deze
kreek in als het shrimp-tijd is en
dus ook de kreken vol shrimps zitten. We eten “beer butt chicken” ofwel “kip-op-blik” (een kip enigszins oneerbiedig “neergezet” op/over een half gevuld bierblik en zo de oven in; het bier gaat koken en de stoom maakt het vlees heerlijk mals en sappig. Ik herinner me uit mijn Tupperware-tijd een recept waar ipv een blik bier een blik cola gebruikt werd; nooit geprobeerd).
Het is een genoeglijke avond. Het blijkt dat Pat en Elizabeth, onze buurvrouw van de buiskapmakerij, dikke vriendinnen zijn. Pat vertelt dat toen Elizabeth’s man, na meer dan acht jaar kanker, overleden (met twee weken daarvoor voor haarzelf de diagnose kanker) en gecremeerd was, Elizabeth (kaal en misselijk van de chemotherapie) zijn as wilde gaan verstrooien over de Neuse River.
Pat vroeg bezorgd of ze mee zou gaan waarop Elizabeth antwoordde dat dat niet nodig was; “no, just me and Jack Daniels” ;-)
E. had ons al verteld dat ze god had gezegd dat het na al die jaren van verzorging van haar man en nu zelf kankerpatient, eindelijk wel eens tijd werd om haar een gezonde, leuke vent te gunnen.
En inderdaad, enige tijd later tipte iemand haar over Erin, weduwnaar; posteerde zich op zijn motorfiets die bij een winkel geparkeerd stond en zo is het gekomen. Ook de kanker heeft ze, sinds een jaar, overwonnen.
En zo horen we
meer over Oriental en haar bewoners. Pat en Joe wonen hier al heel lang, Pat
heeft diverse “art galleries” gehad
(niet direct wat wij kunst zouden noemen, meer prullaria, maar de Amerikanen
zijn er gek op) maar beperkt zich nu tot “interior
decorating”. Ze vinden dat Oriental op sterven na dood is. “Vroeger”, zo’n
25 jaar geleden, was het een levendig dorp, maar de meeste mensen uit die tijd
zijn nu oud of dood (de leegstand van de huizen heeft blijkbaar niets met
crisis te maken, maar met het feit dat de bewoners zijn overleden en Oriental
niet aantrekkelijk genoeg meer is om nieuwe, jonge bewoners te trekken. We
kunnen ons er iets bij voorstellen). Ook Pat en Joe hebben hun huis in de
verkoop gezet en al een stuk grond in Wilmington gekocht, waar winkels, pubs,
restaurants, bioscopen, theaters, etc. om de hoek en op loopafstand liggen.
Bovendien wonen hun (klein-)kinderen daar.
Wat ons huisje
betreft: Pat en Joe vragen dit keer geen volledige maandhuur; we mogen per dag
betalen en blijven zo lang we willen. Prettig idee.
Zaterdag(20/7) hebben we gegeten bij Ray en Peggy met gasten
Ross (een breed- en behaardborstige Amerikaan) en Ivy (een “petite”
Hongkongese) en Keith, de Canadese buurman. Voor het aperitief zitten we op hun
achterporch, waar we op 30 cm afstand
een kolibri zien die met een lang puntig snaveltje van het suikerwater,
speciaal daarvoor opgehangen, komt snoepen. Wat een pieperig klein en schattig
vogeltje!!!!!
Ray heeft gekookt
(hij is de 2nd best cook in Oriental, zegt Ross, guess who is the best) en, zoals Peggy me toefluisterde, heeft op internet gezocht naar echt
Nederlandse gerechten. Vandaar dat we “stamppot” (voor de Hollanders) krijgen,
gemaakt met Pak Soy (voor Ivy) en maple
leaf-butter als een van de bijgerechten (voor de Canadees); verder
gebarbecuede gigantische porc chops en
veel wijn (vooral Peggy en ik) en veel whisky (voor de heren). Amerikanen
hebben met Canadezen wat Nederlanders met Belgen hebben; de hele avond door
vliegen de kwinkslagen dan ook over en weer. Rond 11 uur gaan we met onze
fietsjes, die we ook de komende tijd nog mogen lenen, huiswaarts.
Zondag (21/7)
krijgen we Marie te eten, die tegen vijven arriveert.
Pat en Joe, druk
met het leegmaken en opruimen van hun huis, komen even later langs met vuilnis
(aan de andere kant van de brug is geen vuilophaaldienst) en we nodigen ze uit
voor een glaasje. Pat kent Marie nog van uit de tijd dat ze haar winkeltjes had
in Oriental (“Marie was one of my best
customers!”).
We hebben ze nog
niet van wijn en bier voorzien of Barry en Michele komen de “loopplank”
oplopen.Onze porch wordt te krap! Maar het is gezellig. Tegen half zeven komen er allerlei soorten en maten brandweerauto’s langs met loeiende sirenes, richting haven. Die uit Arapahoe rijdt eerst bij ons voorlangs, de brug over, maar komt zoals wij al verwachtten weer terug, wat het gezelschap wat lacherig maakt. Marie waarschuwt ons dat zij uit Arapahoe komt, dus dat we op onze woorden moeten passen. Pat en Joe zijn nieuwsgierig naar waar de brand is, dus stappen op. Barry en Michele zijn met een natte vinger te lijmen om een hapje mee te eten (“indische” spareribs met satesaus en nasi goreng).
Maandag 22 juli
Rond 11 uur
vanmorgen ons maar weer gemeld bij Eric die natuurlijk weer “terribly busy” is. De motorsteunen die
vorige week besteld en geleverd werden, bleken toch niet helemaal goed, dus er
moesten andere besteld worden. Die zijn blijkbaar binnengekomen want Eric laat
ze ons zien. En voor de zoveelste keer verzekert hij ons dat binnenkort alles
geregeld zal zijn maar dat die en die vandaag/morgen/deze week vakantie heeft
etc. etc. Ben benieuwd of Selena deze week inderdaad “will be splashed” (jargon voor tewaterlaten, na “on the hard”, op de kant te zijn
geweest. Een mast wordt hier aangeduid als the stick).
Morgen is Bas
jarig en hoewel we hadden willen dineren in een van de betere restaurants in
New Bern (247 Craven) zijn we nu door Ross en Ivy uitgenodigd om dan de splash van hun geheel opgelapte Taiwan-klipper
te vieren. In stijl, met veel whisky.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten