`````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````````
Oxford is een oud en mooi plaatsje. Ooit - in de 18e eeuw - een belangrijke haven. Maar er is geen zweem stedelijkheid te bekennen. Ruimte genoeg, de 18e en 19e eeuwse huizen die er nog zijn, staan in ruime tuinen, veel met een erfafscheiding - dat hebben we nog niet veel gezien, behalve heel nadrukkelijk op Tangier Island. We krijgen een fiets mee van de Mears Yacht Haven waar we na de onweersnacht naar verkassen en fietsen wat rond om de fietstocht te besluiten met een lunch op het terras van de oude Robert Morris Inn, met uitzicht op de pont die sinds 1683 mensen (nu met auto's) de Tred Avon River overzet. Het waait behoorlijk, Monique moet haar wijnglas goed vasthouden en deze keer waait de wijn echt uit haar glas. Het smaakt zo lekker dat we reserveren voor het diner.
Wat bijkans, met meer lekkers, nog beter is.
Wat is Oxford zonder Cambridge? Tegen twaalfen vertrekken we zaterdag voor 10M aan de overkant van de Choptank River. Het is prachtig weer, er staat een zwak bakstagwindje, en we zeilen er bijna 4 uur over. Het town Dock staat niet in de vaargidsen, maar ik heb local knowledge. Er liggen maar twee bootjes. We kunnen practisch voor Snappers Waterfront Cafe afmeren waar we wijn en bier (Dogfish Head 90) en wat hapjes nuttigen. Monique gaat te bed, ik ga het End-of Summer straatfeest onderzoeken. Veel mensen, hapjes, kunst, bier (o.a. van de nieuw geopende eigen Cambridge micro-brewery). In tegenstelling tot Oxford is Cambridge een echte stad met een centrum met straten van tegen elkaar gebouwde stenen gebouwen. Wat verpauperd eind vorige eeuw zit het nu weer in de lift, er zijn in elk geval veel goed bezochte goede restaurants.
Zondag komen Willem en Miriam op de koffie, we lunchen, gaan mee naar huis, en slapen twee nachten in een heerlijk groot bed zonder gezoem en geprik van muggen.
En dan moet Monique naar huis. Ik rijd haar en twee zware koffers met Miriam's auto naar Washington. Kussen, Monique door de incheck, ik weer naar de boot. Om half twee weg, om acht uur weer thuis, Loenen-Schiphol is korter in afstand en tijd.
Morgen komt Ton aan boord, ik doe de laatste verplaatsingen van zeilen, touwwerk etc om slaapruimte in de achterkajuit te scheppen. En ik merk dat ik mijn kostbare hoed in de auto heb laten liggen. Gelukkig is er zaterdag ook een skipjack race in Cambridge, twee goede redenen om terug te gaan.
Om half zeven smst Monique dat ze zonder brokken in Amsterdam is geland, ik sta op en constateer dat het KOUD is. Sinds tijden weer een lange broek aan! Om halfacht ga ik de Choptank op. Er staat wat wind maar niet veel. Het wordt snel warmer, de wind blijft gering. Om 11 uur verlaat ik de Chaptank River. Nog 23M te gaan, 2 knopen, helaas, motor aan. Het wordt niet anders, wat het een snelle overtocht maakt: om 15:30 maak ik vast in de City Dock Marina (a raison van $ 88) in het oude centrum van Annapolis.
38 58.8 N 76 29.1 W. Noordelijker ga ik niet dit jaar. Om 18:30 uur stapt Ton aan boord.