Monique:
Boothbay, dinsdag 9/10/11 juli
's Nachts begint het te regenen en dat houdt de twee daarop volgende dagen niet op. Nou, da's niet helemaal waar, meestal is het 's middags even droog.
Het is een leuk stadje met natuurlijk weer veel touristenwinkels en galeries. Ik zie lelijke Tiffany-panelen aangeboden voor 350 en 500 dollar!!!!
Zaterdag lopen we naar iets buiten het dorp waar een Hannaford (supermarkt) is en we onze proviand weer kunnen aanvullen. We lunchen met hamburger en haddockburger en zijn daarom 's avonds op de boot zeer tevreden met een uitstekend (bijna Frans) stokbrood, harde worst, kaas en rode wijn.
Op zondag kijken we in de pub naar de EK-finale voetbal tussen Frankrijk en Portugal. De eerste 80 minuten zijn zonde van de tijd. Hey guys, dit is geen 2e divisie zaterdagmiddagvoetbal, dit gaat over kampioen van Europa worden! Ronaldo zijn leidersband op de mat smijtend, out, wenend met een mot in zijn oog is even een vermakelijk (als we dat zo mogen zeggen) moment. Tegen het eind wordt het pas spannend. Eerst zijn we voor Frankrijk, dan voor Portugal zonder Ronaldo, dan toch weer voor Frankrijk, maar uiteindelijk opportunistisch weer voor Portugal, want Portugal wint! We zijn niet de enigen die kijken overigens, het zijn dan niet de Basket Ball Finals, er zijn ook met voetbal begane Amerikanen. In Fall River en Province Town zal het feest zijn, daar zijn veel mensen die ooit (als walvisvaardersmatrozen) uit de Azoren en Portugal kwamen.
Maandag is het weer weer mooi. We vertrekken om 11.45 uur voor een tocht van 20 mijl naar Port Clyde. Het wordt grotendeels motorzeilen want de wind laat het regelmatig afweten. Heerlijk weer en niet te warm, vlakke zee. We varen langs Pemaquid Light House, waar we 10 jaar geleden over land waren. Om 16.45 pakken we een mooring met zicht op de kleine nederzetting rond de Port Clyde General Store.
De volgende morgen tuffen we in het bootje naar de kant voor een in het waterboek aangeprezen ontbijt in de General Store: een prachtig authentieke winkel voor allerlei levensmiddelen, drank, reddingboeien, landvasten, levende kreeften en wat dies meer zij, met annex ontbijt/lunchgelegenheid.
Bas: 10 Mijl naar het zuiden, verlaten in de oceaan, ligt Monhegan Island. Van onze Maine Cruising Guide krijgt het (de maximum) vijf sterren, maar ankeren is er vanwege de oceaandeining makkelijk noch comfortabel en er zijn geen visitors Moorings.
We gaan er toch naartoe, met Monique's volle instemming: met de ferry vanuit Port Clyde. Het blijkt inderdaad een prachtig eiland(je, je loopt het in twee uur rond). Geen verharde wegen, alleen een paar pick-ups om spullen van en naar de kade waar de veerboot aanlegt te halen en brengen, hotelgasten die met hun rolkoffers worstelen, en een bootlading mensen die de eerste coffeeshop ingaat om te plassen - en er weer uitkomt, want er is geen WC.
Het blijkt dat er maar één openbaar toilet is op het eiland, waarvan ook de gasten van eet- en drinkgelegenheden gebruik moeten maken, 10 minuten lopen van de haven.
Na een bezoek lopen we verder naar Lobster Cove op de zuidpunt van het eiland. Daar zit je op de rotsen naar de branding te kijken. Er ligt wat er over is van een op de rotsen gelopen vissersboot, een romp van roest en wat stukken dekhuis en zo.
Er blijkt ook een micro-brewery, nou ja, nano-brewery te zijn, een schuur met drie ketels waaruit smakelijk bier komt. Het is wonderlijk, zo ver weg, ze brouwen er (o.a) Kolsch.
Het biertje drinken we naast de brewery op een bank tussen stapels lobster-traps.
Monique blijft na een broodje bug bij de haven hangen, ik ga nog een wandeling maken. Er loopt een kustpad, over de rotsen, van baai naar baai, dan recht het eiland over door een oud naaldbomenbos. Monique ontdekt dat, naast er niet mogen plassen, etablissementen aan tafel geen drank (mogen?) schenken.
"The best you can do is buy a beer in the General Store and find yourself a nice rock to drink it", zegt een serveerster van het grote hotel aan de haven waar Monique wachtend op mij iets wil drinken (M: nou, eigenlijk wilde ik vooral plassen maar dacht dat dat alleen zou worden toegestaan als ik iets te drinken bestelde. Maar er was dus geen bar; gelukkig mocht ik toch even van hun wc gebruik maken).
Als ik terugkom van de wandeling is Monique diep in gesprek met een dame van dik in de zeventig die vurig betoogt dat Bernie Sanders de enige geschikte volgende president zou zijn. Dat hij, toen zijn nominatie er niet meer inzat, toch door bleef gaan met campagne voeren, was om zoveel mogelijk van zijn punten (geen vrijhandelsverdragen, inkomensnivellering, verbetering van de infrastructuur) in het verkiezingsprogramma van Hillary te krijgen.
Terug in Port Clyde nemen we voor we naar Selena motoren nog een biertje op het terras van de General Store. En raken in gesprek met een echtpaar uit Boston. Na de bewondering over sailing all the way from Europe en you speak English so well, we feel stupid that we do not speak any foreign language gaat het gesprek naar politiek. Ze weet het niet meer. Trump Is een ramp, maar op Hillary wil ze zeker niet stemmen: ze is een bedriegster, leugenaar, hates the military, should be in prison, doet het alleen maar om de macht, etc, de aantijgingen die Trump steeds herhaalt.
"But you know what: she and Trump are friends, Trump started his campaign to help her increase her chances, only he never expected to get the nomination, now he doesn't know what to do now." Deze hadden we nog niet gehoord.
Donderdag 14 juli.
Er staat een frisse bries uit het zuiden. Even het hoekje om bij Marshall Point en op de genua naar Camden, 22M. Maar de wind is minder dan lijkt als je hem op kop hebt. We maken nog geen drie knopen en er staat een onprettige achterop lopende deining. De motor gaat een tijdje bij, de genua ingedraaid en grootzeil omhoog om het geslinger wat te dempen. Monique ziet een grote grijze rug met dolfijnenvin onder duiken, maar zo groot kan een dolfijn niet zijn, moet dus een klein soort walvis zijn geweest. Als we na de beschutting van eilandjes voorbij Owl's Head Penobscot Bay opvaren, trekt de wind aan. Toch nog even zeilen, bijna voor de wind, 6+ knopen. Om drie uur maken we vast aan een float van de Camden YC.
Zondag 17 juli
Gisteren zijn Bob en Robin uit (up state) New York - we kennen ze van een week in Menemsha twee jaar geleden - hier met hun nieuwe schip voor anker gegaan. We drinken op ons weerzien bij ons aan boord, eten Italiaans in Camden, en moeten ze dan terugbrengen naar hun schip, met z'n vieren in ons kleine bootje. Kopje thee toe bij hun aan boord. Wow, wat een schip!
Meer erover later. Ze zijn met pensioen (maar net zo jong en energiek als wij), hebben hun huis voor twee jaar verhuurd en gaan die tijd rondtrekken, wellicht volgend jaar naar de Middellandse Zee.
In de ochtend regent het hard, dan verdwijnt de regen. Mount Batty, de berg boven Camden, 680ft hoog, komt tevoorschijn uit de wolken. Om twee uur is het stralend warm weer. Bob en ik wandelen naar de top. Het is heet, maar veel van het beklim is door bos. De beloning is een prachtig uitzicht over Camden en over Penobscot Bay, Mount Cadillac op Mount Desert Island en zelfs Mount Kathadin in Baxter State Park.
We zijn een uurtje onderweg. Bob wijst op een top verderop. "Shall we take that one too?" Natuurlijk, we gaan aan de andere kant Mt Batty af en dan weer omhoog. Het houdt niet op. Als we boven zijn staat er een bordje 1360ft. Het uitzicht vanaf de "Ocean Outlook tables", rotsplateaus net onder de eigenlijke top is schitterend. Naar het zuiden is inderdaad de oceaan zichtbaar.
De terugweg, heerlijk naar beneden en door mooi lommerrijk bos is een beetje een puzzel. We nemen ergens een verkeerd pad bij een vork en steken na een kwartier op dezelfde plek hetzelfde riviertje over. De zon - en de GPS op Bob's telefoon - brengen ons weer op het juiste pad. Wij zijn voor zonsondergang terug.
Maandag 18 juli
REINA JARIG! Hg, pf! 37 alweer. Wat een leeftijd. We voelen ons (heel even) bejaard.
P.s. Fotoos worden later toegezegd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten