We zetten de lier vast zetten en hebben een luie dag.
In mijn blog uit 2015 staat meer over Lunenburg, de MicMac-indianen die er vredig met Franse Acadians leefden, de verdrijving van de Acadians - en het verdwijnen van de MicMac door de Britten - de Duitsers en Zwitsers die er vervolgens geplant werden, maar onder geen beding Duitstalige dominees mochten aantrekken, en over de Grand Bank Schooner Blue Nose 2 en het mooie visserij-museum. De geinteresseerde kan terugbladeren.
Na een herenoverleg besluiten we van het stabiele hogedrukgebiedweer te profiteren en van Lunenburg in een keer door te halen naar Port-aux-Basques aan de zuidwest-punt van Newfoundland (spreek uit Nfndlnd, met de klemtoon op de eerste lettergreep). 230M langs de zuidoost-kust van Nova Scotia tot Cape Breton en dan nog 100M bijna pal noord. Op de terugweg gaan we dan door Bras d'Or Lake in Cape Breton Island (het noordoostelijkste deel van Nova Scotia, van het vasteland gescheiden door de nauwe Canso Strait).
Alle weerberichten geven wwind uit rond ZW, maar weinig, geen mist, geen regen en 0-1m golven. Mariner is een motor-sailor, met voor dit stuk varen grote nadruk op motor. Voordeel is dat we 130-140M per etmaal maken.
Dinsdag op een herentijd op weg, donderdagavond op bier- en etenstijd in Port-aux-Basques.
De hele tocht is het onvoorstelbaar helder. De maan is in zijn laatste kwartier en komt pas na middernacht op, zodat als er niet een wolkje boven ons zit, de bijkans ontelbare sterren een feest zijn om naar te kijken vanuit de kuip - ware het niet dat het erg koud is en het stuurhuis erg behagelijk, zelfs al zegt de thermometer 12 graden.
Het is zo helder dat ik op donderdag aan het eind van de ochtend mijn oorlam verdien: op 40M afstand is land te zien. Als we wat dichterbij komen zien we dat er nog sneeuw op de niet erg hoge heuvels boven Port-aux-Basques ligt.
Ik bestudeer wat de reisgids die aan boord is te melden heeft over NFL en Labrador.
Negen soorten walvissen zwemmen rond het eiland. Geen ervan hebben we tot nu toe gezien, maar we houden hoop. Er groeien veel bomen, maar niet aan de randen want daar is het weer, vooral de wind te bar. Boreale vegetatie. En dan is er de aurora borealis, het noorderlicht.
De oorspronkelijke bewoners van NFL kwamen uit het noorden, indianen en eskimo's, allemaal behoorlijk boreale mensen, zou je zeggen. De laatste indianen die hier neerstreken waren de Beothuks. De Vikingen die hier rond het jaar 1000 vanuit Groenland een kolonie probeerden te stichten noemden ze Skrealings. De woeste vikingen die in Europa twee eeuwen dood en verderf zaaiden, lieten zich door deze indianen wegjagen.
Maar toen kwamen de Basken, Portugesen, Engelsen, Schotten, Ieren en nog wat beschaafde mensen. In 1769 kwam er een wet dat je geen indianen mocht doodschieten, maar zoals wel meer liet de handhaving te wensen over. In 1829 ging de laatste Beothuk dood. Tot zover mijn bijdrage aan het boreale geklets van sommige politici in Nederland.
Vrijdagochtend (28/6) is het havenkantoortje dicht. Er tegenover is een outfitter, een vriendelijke man doet het havenkantoor voor ons open zodat we kunnen douchen - "The harbour master will be in later" - en regelt voor ons een pick-up die diesel komt brengen, want er is geen pomp aan de haven.
De havenmeester blijkt een goedlachs meisje van begin dertig met een weelderige tatoo op haar rechterkuit. Ze kan niet uit over het mooie weer (evenals een aantal mannetjes die langs de boot lopen om een praatje te maken). De winter was erg, een storm blies vijf drijvende steigers los en het dak van het restaurant aan de haven. Maar nu was het al dagen mistvrij en zonnig warm, heel uitzonderlijk.
Willem vertelt dat hij hier eerder geweest is, binnengelopen bij potdichte mist. Ergens in het gesprek: "Sorry. I didn't catch your name".
"Nikita" zegt ze.
Van de film, welke ook al weer... Of de song van Elton John? vragen wij.
"No, my father was a carpenter and his favourite tool was a Makita, and that is what he wanted to call me, Makita. But my brother studied Russian and he thought Nikita, after Chrutchev, sounded better".
Ze is born and raised hier, en gelukkig dat ze hier een baan heeft. Veel mensen moeten met de ferry naar Nova Scotia om daar een vliegtuig te pakken naar de teervelden in Saskatchewan voor werk.
In de haven van Port-aux-Basques ligt een gigantische politieboot. Blijkbaar vervelen de mannen zich, als we koffie drinken komen er drie politiemannen met kogelvrije vesten en pistolen op de heup aan boord om onze paspoorten te controleren, maar vooral om een tijdje te ouwebetten over van alles en nog wat, half in het Engels, half in het Frans want de boot komt uit Quebec. We krijgen een kaartje met telefoonnummer: "...if youy notice something suspicious, call us!" Dat beloven we.
In de haven liggen verder, afgezien van de ferry naar Nova Scotia, wat kleine dagvissersbootjes bij een rij vissersschuurtjes. Uit een bootje worden manden vis aan land gebracht, zeeduivels?, hoofdzakelijk grote enge kop met een beetje lijf erachter.
De huizen van Port-aux-Basque zijn wat schots en scheef neergezet, zich aanpassend aan de rotsen. De bouwvorm is piepschuim met kleurige golfplaat er tegenaan. Het doet me aan IJsland in 1978 denken, en aan plaatjes van dorpen in Groenland.
Maar we zitten hier op 47 1/2 graad noorderbreedte, dat is in Europa onder Parijs, waar nu een hittegolf heerst. Hier is het lekker 20 graden in de eerste helft van de middag, maar ondanks de zon wordt het daarna snel kouder.
En wij moeten nog een stuk verder naar het noorden, langs de westkust omhoog richting Labrador .....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten