Om te beginnen: ondanks hun voorgeschiedenis zijn de huidige bewoners van NFL zonder uitzondering aardig, vriendelijk, behulpzaam, regelen een lift als je geen zin hebt in lopen, zijn dol op het maken van een praatje. Veel zijn, als we ernaar vragen, born and raised in het dorp waar we aanleggen, en ze vissen bijna allemaal. Er zijn meestal een of twee kleine trawlers, maar het wemelt van de kleine bootjes met buitenboordmotor waar een paar lobster pots inkunnen. Anders dan in Nova Scotia (31 mei) eindigt het lobster season hier begin juli. Het was een uitzonderlijk windstille voorzomer, zodat de vissers elke dag naar buiten konden - en er dus nog maar weinig kreeften zijn, hoorden we van een visserman.
Maar goed, nu op de biechtstoel.
Ik heb het verbruid bij Willem. Ik had de beste bedoelingen, maar het pakte helemaal verkeerd uit. In jeugdige onschuld en enthousiasme deed ik wat ik beter had kunnen laten.
Een visje bakken.
Na een avond matige fish&chips in de/het bar/restaurant iets verderop (de/het enige op wandelafstand) dacht ik voor betere gebakken vis te kunnen zorgen. De vissers verderop hadden niks voor me, dus wandelde ik door naar de food market waar ik, naast zeehondenvellen, vis had zien liggen, hele zalmen voor $30. Beetje te groot en W houdt NIET van zalm, teveel als vliegtuigvoer toegediend gekregen.
Er waren ook moten cod, 1kg, ook nog te veel, en heilbot, een pond, juist goed. Maar wel salted.
Ach, dat spoel ik er wel af, dacht ik in mijn al aangehaalde onschuld. Stokvis en klipvis moet je dagen weken en slaan, maar een beetje zout is er zo afgespoeld.
Niet dus.
Heerlijk gepeperd (zout leek me niet meer nodig), door de bloem, gebakken in boter, perfecte kleur en structuur. Maar .....
Je raadt het. Dus ging er van de schipper het decreet uit dat als we vastliggen er aan de wal wordt gegeten.
Ik voorzie evenwel een herkansing. Willem heeft hoog opgegeven van een stuk vistuig dat aan boord is: een blinker van een kilo met een grote haak eronder, aan een 2mm dikke lijn. "Je laat hem vieren tot hij de grond raakt, dan een paar keer op en neer, en je hebt een kabeljauw". Hij heeft me zelfs een foto laten zien van zijn vangst ermee tijdens een vorige reis. Zoals de Portugesen de Grand Banks beschreven. Dat je er over de kabeljouwen heen kon lopen, lijkt lichtelijk overdreven, maar in het museum in Lunenburg hangt een plaat waar de bemanning van een 16e eeuuws vissersschip over de zeereling hangt met lijnen met haken, snel en moeiteloos het ruim vullend met kabeljouw.
Zaterdag 29/6 gaan we op weg, voor een "overnight" naar we zien wel hoever we komen. Na dagen van mooi weer is het grijzig en tussen droge perioden door regent het. Het Port au Port Peninsula waar we omheen moeten is langs de kust dicht bebouwd en lijkt in het donker op de Belgische kust. Daar eenmaal voorbij (dat duurt een paar uur) wordt het weer leeg en donker.
In de vroege ochtend zien we donkere dolfijnen - kleine walvissen, maar welke? - uit het water springen. In Little Harbour, net onder de Bay of Islands, een kleine inham in de kust (well protected except in strong westerlies, maar het waait nauwelijks) gaan we na 115M naar binnen. Na mijn 3-7 wacht kan ik even slapen. Anders dan een government wharf en een vriendelijke visser is er niemand en niets. Om 10 uur maken we weer los en varen tussen de eilanden aan de buitenkant van Bay of Islands verder. Op een plek waar de kaart een ondiepte stopt W de boot en haalt het hierboven beschreven vistuig tevoorschijn. Omlaag, als lijn slap is beetje ophalen en op en neer bewegen, en ... niks. Nog een paar keer, maar nee. Er staat ook wat stroom, we liggen stil op het water maar de boot beweegt met 1 knoop (in de goede richting) en dat is niet goed bij deze manier van vissen. Volgende keer zorgen we dat we stil liggen en dan komt er een vis boven!
En, haha, daar heeft hij niet aan gedacht, die moet dan heerlijk in boter gebakken worden......
De kust waar we dicht langsvaren is prachtig, hoog, rotswanden, soms rood zandsteen, met erop een gazon van sparren. Naast de boot komt traag een walvis - een bultrug, zegt W - langsglijden. Spectaculair.
Na 40M gaan we Bonne Bay in, een baai met een paar haventjes, omsloten in Gros Morne National Park. We mogen vastmaken aan het terras van het lokale restaurant, maar het is te ondiep. Als we wegvaren naar de Goverment Wharf iets terug denkt W dat er iets in de schroef zit, we varen 2kn bij 1000 toeren, dat zouden 6kn moeten zijn. Achteruit, voouit, het lijkt geklaard. Terug naar het restaurant is een gezonde wandeling langs vissersschuurtjes in verschillende stadia van verval.
Volgende ochtend maakt W "praatje met de buren". Een verweerde visser en een mooie jungfrau die op een klein open bootje hun lobsterpots aan het binnenbrengen zijn: aan het eind van de week houdt hier het lobster-season op. Willem informeert naar cod fishing met een haak. Verboden! Vanaf volgende week alleen in het weekeinde toegestaan voor amateurs. Intussen Willems ontzag voor autoriteit kennende zie ik mijn herkansing op de lange baan geschoven.
Maandag 1 juli, Canada Day, intussen. Mooi zonnig weer. We gaan dagjeszeilen in Bonne Bay en meren af in Norris Point, waar bussen komen met mensen die een boottoer op het meer maken. Er is een maritiem museumpje waar een enthousiaste studente ons rondleidt. Ze smelt helemaal weg bij de zeesterren die in verschillende aquaria zitten en wordt opgewonden bij het zien van een piepklein visje met zuignap op de buik dat toevallig is meegekomen met de zeesterren. De zeeegels vindt ze minder boeiend. Er is een blauwe kreeft, een op de 3 miljoen (kun je nagaan hoeveel ze vangen, dat ze dit weten, zegt W), en een bijna even schaarse gevlekte kreeft. En, relatief nieuw, zijn de snow crabs, een soort spinkrabben, waar de vissers hun geld op inzetten nu de lobstervangst zo gereguleerd is. Daarvoor gebruiken ze ronde vallen waarvan we er al veel hebben gezien naast de rechthoekige lobster pots.
Dinsdag is er geen wind, we wachten die nog een dag af. Ik maak een wandeling door boreaal bos. Als ik bijna weer in het dorp ben begint het te stortregenen. Ik vlucht de lokale food market (klein supermarktje) in waar "Bakery" boven de deur staat. Er is van alles een beetje, maar geen brood. "Already sold out of bread?" vraag ik.
Ik word door een paar deeurtjes geleid en sta dan in heerlijke versbroodlucht in een bakkerij waar een dametje mij trots haar baksels aanprijst. Als de regen wat minder is ga ik met een warm multigrain en 12 dadel crumbles naar de boot.
Voor woensdag is westenwind beloofd, maar de belofte blijkt loos. Na 30M zijn we het gemotor beu en gaan Cow Head in. Op de Navionics-kaart droogvallend, volgens de vaargids een goede haven. Dat blijkt het te zijn, groot met nieuwe kades. We hebben nog niet vastgelegd of er stopt een pickup naast de boot voor een praatje. Hij wil ons wel naar het restaurant brengen, wat we ons graag laten doen, het is een half uur lopen. Het is een groot en mooi motel, dit is de noordkant van Gros Morne National Park waar blijkbaar genoeg toeristen komen. We worden door iemand van het motel ook weer terug naar de boot gebracht. En dat na een bier en een hamburger.
Terug op de boot klauterend zie ik een gele lijn in de schroef. Voor we het eens zijn hoe die eruit te krijgen - ik ben voor pielen met pikhaak, W denkt dat hij moet snorkelen - begint het hard te regenen en stellen we de operatie uit tot de volgende ochtend.
7:30 Het regent niet meer, maar verder is de lucht grauw en nat. We beginnen met de pikhaak. Vanuit het bijbootje, W laat het zakken uit de davids. In zeilpak daal ik af. Er staat water in na een nacht regen. Eerst hosen. Ik leun wat naar een kant om het water daar te krijgen om het beter te kunnen uitscheppen. Het bootje helt iets te enthousiast en ik ga te water. Met linkerhand grijp ik nog net de zeereling en ik kan gelukkig na een paar keer schoppen de onderste trede van zwemtrap vinden.
"Als je eenmaal door bent valt het wel mee", zegt Willem, "wacht even!"
En hij gaat naar binnen om zijn fototoestel te pakken.
De watertemperatuur is 10 graden C, maar mijn laarzen en zeilpak werken als een wetsuit - inderdaad is het al snel niet zo koud meer. Nu ik toch nat ben, moet en zal ik die lijn uit de schroef krijgen. Na wat gepiel krijg ik er een knoop uit, de lijn is langer en ik weet hem te pakken. Alles met de rechterhand, met links hang ik aan de boot. Na wat trekken en sjorren komt de lijn los. W is blij dat hij niet hoeft te duiken, ik ben de held van de dag.
Droge kleren aan en losmaken. Weer geen wind. We tuffen verder in matig zicht naar het noordoosten. Toch is er even opwinding.
"There she blows!" Twee keer hebben we een etende bultrugwalvis niet ver naast de boot, met zwermen meeuwen erboven die ook een visje willen meepikken.
N 60M gaan we om zes uur Port-au-Choix in, een onverwacht grote en volle vissershaven, waar we zowaar een drijvende steiger vinden. Geen 2 meter tijverschil tegen een wharf met grote zwarte vrachtautobanden.
Onmiddellijk duikt er weer een vriendelijke NFL-er op uit het niets.
"Oh, yes, we have showers, and laundry, in the second red building over there".
Maar de gebouwen met showers en laundry die hij zou kunnen bedoelen zijn dicht.
Ik heb het idee dat we aan het einde van de bewoonde wereld komen. Schijnbaar lukraak neergezette eenvormige golfplaten gebouwen. Als we naar de lokale bar/eetgelegenheid lopen denk ik, wat een vreemde vakantie, in kou en mist naar een industrieterrein varen.
Maar dan, als we teruglopen naar de boot, komen ons, langs de straat, drie rendieren tegemoet, de voorste zo groot als een behoorlijk paard. Iets maakt ze aan het schrikken en ze beginnen te hollen. Het flapt alsof ze op zwemvliezen lopen. Ze verdwijnen tussen de huizen. Het is raar, zoiets zien maakt je blij.
Vrijdag 5/7 Om te Lekker te douchen en al dan niet zoute kleren te wassen blijven we een dag. Een zonnige warme dag, naar zal blijken. Naast ons is de wharf van de coast guard. Een coast guard-man legt kleine visjes op een rek van gaas.
"Caplin (spiering, hij heeft een emmer vol van een visboot gekregen), I brine them myself, with salt and molassus, 5 minutes, longer they get too salt, then I dry them and at home put them in the freezer till the go on the barbeque". Hij neemt me mee naar binnen om zijn zoutbad te laten zien.
Hij komt uit Port-aux-Basques, twee weken. Op bij de coast guard hier, twee weken af thuis. Ik maak een foto van hem met zijn drogende vissies.
Twee uur later vaart de coast guard boot uit, om een visser met motorpech naar binnen te slepen, zien we later. Als ik 's middags de was terugbreng van de laundry, is het een gekrijs van jewelste bij het CG-station. Meeuwen, die er met zijn gedroogde visjes vandoorgaan. Als onze CG-man weer aan wal stapt is zijn visdroogrek leeg.
We staan later op de kade te kijken naar wat lijkt een gigantische stofzuiger, wij denken om caplin uit het ruim van een visboot te zuigen. Een truckdriver die blijkbaar grote containers met caplin gaat meenemen maakt een praatje. Hij haalt zijn telefoon tevoorschijn.
"My son is went fishing, took my grandson with him. He sent me this".
Hij laat een foto en een flilmpje zien van een zwemmende ijsbeer.
"Five miles from here. Unusual. Very unusual."
Wij gaan daar morgen langs .... Brrr
Geen opmerkingen:
Een reactie posten