maandag 26 mei 2014

Almost Together Again

Zondag 18/5. Na afscheid van Martin die met 750 PK op huis aan vaart, blijf ik in Reedville, bekijk de mooie huizen van de kapiteins die hier rijk geworden zijn aan de vangst en verwerking van menhaden, kleine, olierijke visjes die uitgeperst in van alles gebruikt werd en - in mindere mate - nog steeds wordt: cake, kattevoer, verf, margarine, shampoo, you name it.
Vorig jaar zagen Monique en ik op de Bay grote vissersschepen die snel naar een plek voeren, twee kleine bootjes uitzetten die een net uitgooiden en langzaam dichttrokken. Er ligt nog steeds een aantal hier in Reedville, er is nog een oliefabriek. Het museum - ik wordt weer welkom geheten door twee enthousiaste oude dames - vertelt de techniek en de geschiedenis van deze vangst.
Als ik 's avonds op de boot een biertje drink, komt een motorbootje langszij, met een van de museum-dames en familie, to see the guy from Holland. In this little boat? I am their hero.

Maandag: voorspelling NW3. Na lui opstaan om 10:30am weg. Mooi weer, ietwat aan de wind iets noordelijker van oost naar Tangier Island (inderdaad, niet helemaal conform de voorspelling, zoals vaker in de Bay). Je kunt door Tangier Island varen, er is een kanaal dat het noordelijk en zuidelijk deel scheidt. Voor de locals geen probleem, iedereen heeft een boot of bootje. Toch wel nodig als je op krabben vist, en de meeste visbedrijfjes staan op palen in het water.
Voor de W-ingang grootzeil omlaag. Als ik gespannen naar de dieptemeter kijk die terugloopt tot 5ft, is er plots gesnurk en geproest achter me: een paar dolfijnen gaan achterlangs. Op de genua glijd ik door Tangier Island. Aan de oostkant, in het betonde kanaal, loopt de dieptemeter een paar keer terug tot onder de 4 ft. Bij 3'6" loop ik vast. Goed voor de hart-gymnastiek. Maar een half uur later ben ik in de Tangier Sound met 40' onder de kiel. Een uur hoog aan de wind en de laatste mijlen weer ruimer brengen me in Chrisfield MD, the Crab Capital of the World, zegt een bord als ik binnenvaar. Sublieme zeildag. Geen macaroni vanavond.

Willem haalt me op de volgende ochtend. 's Avond een kooruitvoering van Miriam, groor en zacht bed en de volgende dag op de terweg naar Crisfield langs een werfje op Dear Island. 100 jaar geleden was er een groot aantal skipjacks en leefde het eiland van de oestervangst. (Voor wie het vergeten is: schepen van 20 of meer meter lengte, met nog eens 5m boegspriet en 3m naar achter stekende giek,  breed, slechts 2 voet diepstekend - maar wel met midzwaard waarmee de bodem werd kaalgeschraapt om de oesters eruit te halen. Er worden nu twee skipjacks gerestaureerd. Stoney, de 70+ eigenaar/financier wil over twee jaar wel achter me aan varen naar Europa.
"I know a crewmember for you" zeg ik, op Willem wijzend.
"Aha, so you don't want him on board!"
"Ja, wat moet je nu zeggen" grinnikt Willem.
Morgen weer verder, Solomon's Island, 40M, als het lukt. Er zit onweer in de lucht, dat er later op de avond knetterend uitkomt.

Donderdag 22/5 intussen. Motorsailend (meer motor dan sail, er is weinig wind) gaat het naar het noordwesten. Er komt met grote vaart een dikke snor van een boeggolf op me af, die full speed een rondje om me draait: een boot van de  Coast Guard. Mopperend stuur ik op in de hekgolf. Met minder vaart wordt Selena na het golfrondje gepraaid.
Vraag 1: do you have a gun on board?
Vraag 2: May we come on board, sir?
Vervolgens komen twee man en een vrouw aan boord, waarvan een (heel vriendelijke overigens) met twee pistolen een een kogelvrij vest aan. Papieren, vragen, controle van bilge en WC en zwemvesten en vuurpijlen en brandblussers. Na half uur krijg ik een stikker waarop staat dat ik binnen 3M uit de kust niets overboord mag gooien en een formulier dat alles goed is, om bij een volgende controle te tonen.
Het weer blijft verder de hele dag slap, het blijft motor met grootzeil. Er komen small craft warnings voor onweersbuien met hagel en windstoten aan einde van de dag. Bij aanvaren Solomon's Island wordt de lucht loodgrijs, verdwijnt de zon achter hoge zwarte wolken. Ik ben blij dat ik er bijna ben. Op mijn geplande ankerplaats, voor het museum, bleek Zahnhiser's Yachting Center ankerballen te hebben neergelegd. $30, maar gezien de steeds donkerder luchten is zo'n bal zeker zijn geld waard. De lijn van de bal ligt nog niet om de voorkikker of voor me begint het te razen. Ik krijg nog net de connector tussen de bimini en dodger vast. Een seconde later regent het hagelstenen als knikkers, waait het 10 en zie ik mijn buurman, 20 meter verderop, niet meer. Selena rukt alle kanten op aan de ankerballijn. In 20 minuten is het voorbij en schijnt de zon weer. Om de boot is het groen van de bladeren en takjes, maar aan de wal staan alle bomen en struiken nog overeind en zitten de daken nog op de huizen. Ik neem opgelucht en tevreden een biertje.

De wind blijft tegen, maar ik wil naar Annapolis of Baltimore: Monique komt maandag en ik wil haar ophalen uit Washington-IAD. Dus worstel ik noordwaarts. Ik bedenk dat het gemakkelijkst is in Annapolis een auto te huren. Zaterdag ga ik er een lekker voor zitten bij Starbucks: goede koffie en free wifi. Maar geen auto te huren, terwijl alle grote huurderijen er een vestiging hebben. Open maandag-vijdag. Maar maandag is Memorial Day en en zijn ze allemaal dicht.
Geluk: Willem vliegt maandag naar Nederland om daar te gaan zeilen; Miriam brengt hem weg en geeft mij een lift naar IAD. Hier valt worden 24-7 auto's verhuurt. Ik zit nu op Monique te wachten die, zo zeggen de borden, op tijd zal landen. Ik heb de boot, na een paar dagen ankeren, in de Town Dock midden in de oude stad gelegd, om indruk te maken. Ego Alley wordt dit stukje water wel genoemd.

maandag 19 mei 2014

Hij Daarboven

Vrijdag begint met zware regenbuien. In de loop van de ochtend klaart het op, maar alle verwachtingen en voorspellingen geven thunderstorms with hail and wind gusts of 35 knots. We blijven. Een zeilmaker ruimt tijd in om het schootoog van de genua te versterken. De gammele fietsjes bregen ons deze keer naar de Railway, met uitzicht over Broad Creek met daarbij fried oysters. Op de weerradar is te zien dat het noodweergebied vlak langs ons gescheerd is, Deltaville was kalm, out in the Bay hadden we er waarschijnlijk wel behoorlijk last van gehad.

Nu ja, om de dag in te halen staan we vroeg op en zijn zaterdag om 7am onder zeil. Wind N-lijk (dwz onvoorspelbaar zwalkend tussen NW en NO) 4 afnemend 3. We hebben een mooie zeildag, varen meer dan 30M om 15M noordelijker te komen. Martin has to catch a plane in Baltimore Sunday evening. Dan maar de nacht door naar Annapolis. Welnee, we hebben lekker gezeild, we gaan Reedville in, naar de Crazy Crab. Inderdaad heerlijke fried oysters and crab cakes.
Hoe verder naar Baltimore? Ik kan me er niet druk over maken, zegt Martin, daar moet in een dag toch wel te komen zijn hier vandaan?

Zondag is Reedville uitgestorven. We lopen door Main Street, met mooie huizen, een oude dame die een hondje uitlaat, een kerk met veel auto's ervoor, maar geen bushalte of taxi-stand. Terug bij de boot wil iemand wel bellen of hij iemand kent die vandaag richting Richmond of Washington gaat. Niemand.
Aan de Crazy Crab-steiger ligt voor ons een 15 power boat, zo een van een paar mln $ (een Tiara 47 met 2x 375 PK, hoor ik later). Ik grap "misschien gaat die naar Baltimore".
Martin maakt een praatje. En komt even later zijn tas van boord halen. Na diesel-inname gaat dit jacht naar het noorden om een van de opvarenden ergens bij zijn auto af te zetten die daarvandaan zijn boot gaat ophalen ... in Baltimore, waar het in een goedkoop haventje ligt nog geen 10 minuten van Baltimore Airport. Een half uur later scheurt Martin richting Annapolis. Je zou toch nog in Hij Daarboven gaan geloven.

Ik blijf, bekijk de mooie huizen van de kapiteins die hier rijk geworden zijn aan de vangst en verwerking van Menhaden, kleine, olierijke visjes waarvan de olie in vanalles gebruikt werd en - in mindere mate - nog steeds wordt; cake, kattevoer, verf, margarine, you name it.
Vorig jaar zagen Monique en ik op de Bay grote vissersschepen die snel naar een plek voeren, twee kleine bootjes uitzetten die netten uitgooiden en langzaam dichttrokken. Er liggen er een aantal hier in Reedville. Het museum - ik wordt weer welkom geheten door twee enthousiaste oude dames - vertelt de techniek en de geschiedenis van deze vangst.
Als ik 's avonds op de boot een biertje drink, komt een motorbootje langszij, met een van de museum-dames en familie, to see the guy from Holland. In this little boat? I am their hero.

Maandag: voorspelling NW3. Na lui opstaan om 10:30am weg. Mooi weer, ietwat aan de wind iets noordelijker van oost naar Tangier Island. Je kunt erdoor, dwz er is een kanaal dat het noordelijk en zuidelijk deel scheidt. Voor de locals geen probleem, iedereen heeft een boot of bootje.
Voor de W-ingang grootzeil omlaag. Op de genua glijd ik door Tangier Island. Aan de oostkant, in het betonde kanaal, loopt de dieptemeter een paar keer terug tot onder de 4 ft. Bij 3'6" loop ik vast. Goed voor de hart-gymnastiek. Maar een half uur later ben ik in de Tangier Sound met 40' onder de kiel. Een uur hoog aan de wind en daarna weer de laatste mijlen ruimer er op de genua brengen me in Chrisfield MD, the Crab Capital of the World, zegt een bord als ik binnenvaar. Sublieme zeildag. Geen macaroni vanavond.

vrijdag 16 mei 2014

Catch 22


Ik zit achter een Mahi-burger en een summer ale in Hooters na een moeizaam bezoek aan de douane. Ik moet mijn probleem - een verlopen license wegens omstandigheden - drie maal herhalen. Om te horen dat extension van een licentie niet mogelijk is.
Ik houd mijn verhaal tegen een ernstige, gewichtige customs-man, een oudere hoort met een meewarige blik toe.
Waar ben ik binnengekomen? Morehead City, "that's Beaufort.... And you said you lost your mast? Where?... How were they able to find you in the middle of the ocean? ... The Beaufort people should have handled this."
Die heb ik geschreven, en gebeld, maar die vonden dat ik naar Norfolk moest.
"Did they say why?"
No sir, just that Oriental is closer to Norfolk than to Morehead.
"But it isn't, and it's in their jurisdiction... Let me get the Beaufort poeple on the phone ... "
Een officer van het Beaufort-Morehead City kantoor komt erbij op de speaker.
"How long did the repairs take, did you say?"
Van april t/m augustus - ik tel voor op mijn vingers - 6 maanden!
"Well, you should have left the country. But this is a Catch-22 situation, should have ben solved by Beaufort".  Als zijn gewichtige collega niet kijkt heft de oudere met een lichte glimlach zijn ogen ten hemel en schudt zijn hoofd een beetje.
De ernstige zet de speaker uit, loopt met de telefoon naar achter een schot, praat een tijdje zachtjes en komt uiteindelijk terug met een formulier waar hij stempels en een handtekening opzet. Ik krijg met een ernstig gezicht een telefoonlijst van douaneposten, de waarschuwing te bellen als ik naar andere havens vaar en een extended license: afgegeven 1 april 2013, geldig van nu tot half mei 2015.
"Have a good day, enjoy your stay!"
De oudere geeft nu een brede glimlach, met zie je wel, gedoe, maar het komt wel goed.
Selena mag weer een jaar blijven.

Terug met de pont naar Portsmouth, dat een Olde Towne met mooie eind-18e en 19e eeuwse huizen heeft. Een is een museum dat ik binnenga. Twee dames en een heer op leeftijd verwelkomen me warm, bespringen me bijna, ik ben hun enige gast vandaag. Ze geven mij een gedetaillerde tour. Alles in het huis, op de electriciteit na, is origineel. De familie heeft het met inhoud aan de museum-stichting van Portsmouth gegeven. Na anderhalf uur en een glas home made lemonade ga ik weer terug naar de boot.

Ik steek de Elizabeth River over naar de Waterside Marina in Norfolk, voor een lekkere douche en om Martin te verwelkomen die 's middags aan boord zal komen. Maar de vlucht naar Norfolk wordt gecanceld, omgeleid, hij is er pas om 9pm. Jack & Jo, boaters waarmee ik een paar dagen ben opgevaren vanuit Elizabeth City staan erop dat we Dark&Cloudies komen drinken aan boord bij ze.

Donderdag. De wind is ZO, 4-5 met af en toe een vlaag 6, is de voorspelling. We gaan welgemoed op weg noordwaarts. Na anderhalf uur zijn we op het grote water van de Bay en daar waait het harder en zijn de vlagen dat navenant ook. Op een 2x gereefd grootzeil varen we regelmatig 7+ knopen. De voorspelling worden akelig: uit de bergen komt er slecht weer aan met thunderstorms, windkracht 6 met gusts 8. De golven hier zijn hoog, kort en hol, en zetten de boot regelmatig 90 graden uit koers. De voorspelling voor de waves is hoger.
Deltaville is de eerste, niet ver een rivier op haven en die varen we bij dikke wind dus maar in om 7pm (voor wie hier bekend is: Broad Creek, aan de noordkant, bij het invaren nog een beetje hoge wal, itt tot Jackson Creek. Op gammele fietsen die hier bij Dosier's Marina staan zijn we net op tijd voor een hap bij Taylors. Meer dan 50M gevaren overigens.

woensdag 14 mei 2014

Thru the Ditch

Het is donderdagavond in de Silos, 1$-a-beer nights, as you know by now. Voorlopig mijn laatste, morgen ga ik, na olie(-) en brandstoffilters te hebben vervangen, echt op weg.
Bijna de hele Deaton crew zit er.  "This guy had soooo much luck!" zegt Garry terwijl hij mij een biertje geeft. "Comes here without a mast and without a motor. Finds the motor-part in a farm in Holland, and when the motor is running finds a mast with everything just around the corner and a roller further that someone left behind here"
Het is een inderdaad een verhaal. Maar eerst was er de unluck.
"It may sound like blasphemy" zeg ik, "but I did think of the story of Job at the time". Wapens en de socialist Obama zijn gevaarlijke onderwerpen hier - ik ben te oud, mis het vuur, om de wereld, of zelfs de VS te verbeteren - maar een beetje religie kan geen kwaad. Eerst de mast en vlot overboord, daarna Garry's 'bad news captain', dat steeds slechter werd tot we mentaal afscheid van Selena namen. Maar vanaf dat moment hadden we inderdaad soooo much luck!
"Reminds me of a joke" zegt Wag enthousiast, "there is this guy who has everything in order, lovely wife, bright kids, good job, nice house, never exceeds the speed limit, only drinks a few glasses in the weekend, doesn't think of cheating the IRS. And then one day his wife runs away, he looses his job, can't pay his mortgage, his children do not want to see him, his whole world falls apart. Oh God, what have I done to deserve this, he asks himself in despair. Out of nothing a thundering voice from above bellows 'Well, I don't know, but there is something about you that pisses me off, Job!'" <end of joke>

Het lukt, vrijdag aan het einde van de ochtend motor ik Whitacker Creek uit, hijs/ontrol de zeilen en zie Oriental langzaam achter me verdwijnen. (*Nb, met Google/Google Maps is de reis topografisch te volgen). De wind is goed, ZW, aanvankelijk zwak, maar als ik de Bay River invaar trekt hij aan en kan ik met 5kn het kanaal laangs Hobucken inzeilen.
Willem had me al gewaarschuwd: pas op je gebit als je de Intra Coastal Waterway (ICW, the Ditch) bevaart: voor je het weet staan je tanden in je dodger (buiskap). En zo geschiedt. Zoemp, de boot kantelt iets naar voren en ligt stil, met volle zeilen. Tussen de rode en groene markers, midden in de betonde geul. Grootzeil dichtgetrokken, motor beetje achteruit, vooruit, en daar gaan we weer. Dat gebeurt twee maal. (Ik heb al mijn tanden overigens nog.)
De Pamlico River over, de Pungo River op. Het begint donker te worden, Bellhaven lukt niet meer bij licht. Slade Creek in, om de hoek is er wat beschutting tegen de ZW wind. Anker omlaag, biertje, hapje, te kooi.
's Nachts ruimt de wind en trekt aan, mijn beschutting is weg. Selena danst en rukt aan de ankerketting, maar het anker houdt goed en dat geconstateerd hebbend slaap ik lekker door en uit.
Zaterdag eieren met spek, eindelijk heb ik tijd voor deze luxe. Heerlijk zeilen de Pungo River op, maar het kanaal naar de Alligator River is niet te bezeilen door de beboming aan weerszijde.
Om 4:30pm ben ik het kanaal door en kan ik weer verder op zeil. Maar ook weer niet, de wind is ZW5, de brug en eerstvolgende marina zijn 20M verderop met de wind recht achter en onderweg is er geen ankerplek, zeker niet bij deze wind die de golven steeds hoger maakt naarmate je de rivier afvaart.
So I drop the hook. Weer hobbelige ankerplek, maar Selena ligt als een huis. Iets later krijg ik buren die duidelijk dezelfde afweging maken. Vroeg naar bed en ...
Zondag vroeg op en verder. Zwak tot matige ZW wind mee, die naar NW ruimt en verdwijnt. De halve Albemarle Sound moet ik motoren, zigzaggend om de dobbers van krabbepotten heen en dan, van het ene moment op het andere, is er een straffe NO wind waardoor ik scherp met 6kn de Pasquotank River kan inzeilen. Om 5pm ben ik in Elizbeth City. Voor het town dock zitten drie oude mannen die me het afmeren met wind-op-de-kont vergemakkelijken. Ik krijg van Ken, van de boot naast me, een glas wijn. Hij heeft een licht Iers accent en heeft in Nederland gewerkt. Hij kent een paar woorden; ik laat hem zijn tong breken op Scheveningen. Hij geeft zijn kaartje, "when you're in Annapolis and need help or advice, give me a call".
Het is Moederdag en hoewel ik daar uit dien hoofde geen recht op heb, ga ik na twee avonden voor anker uit eten. Nu is Elizabeth City geen gourmet town, maar de restaurants die er zijn, zijn om 7pm dicht, behalve het ene aan de rivier. Dat zit dan ook propvol, aan elke tafel, drie generaties, de oudste en jongste mooi uitgedost, de middelste in Amerikaans vrijetijdskostuum (hangende korte broek, vaal T-shirt en baseball cap). Ik zit vlak bij zo'n familie en ben ongewild een stomme extra gast bij hun gezelschap als ik mijn overheerlijke filet mignon eet. Een paar keer krijg ik een wenk en "come join us!" van de middelste generatie dame. Maar het is hun Moederdag. Als ik wegga, dank ik ze dat ik, op afstand en stil, van hun gezelschap heb mogen genieten. Handen schudden, voornamen uitwisselen, en als ik vertel waar ik vandaan kom en hoe, kan ik helemaal niet meer stuk, awesome!.
"HE IS DUTCH" roept de kleinzoon tegen de grootvader, een kleine man, dik in de 90, met een grote bo-tie. "I knew a Dutchman, during the war, but he was good". Ach ja, Dutch of Deutsch, wat maakt het uit.

Ik word wakker en zie alleen maar wit achter de boot. Het mist. Na de douche trekt die op en ik ga achter een motorboot aan de brug door. Het is nog (maar) 50M naar Norfolk.
Het stuk Pasquotank River dat ik nu opvaar is geloof ik de mooiste rivier die ik ken. Hij slingert door wild bos. In het struweel dat aan beide zijden tot in de rivier groeit, voel je de blikken van de indianen. Na drie uur stomen ben ik per ongeluk precies op tijd voor de schutting van de sluis in New Mills aan de zuidkant van het Dismal Swamp Canal. Om half vier, met nog 25M naar Norfolk, vind ik het mooi geweest en stop bij het Visitors Center.
(* voor de geschiedenis van het kanaal zie blog oktober 2013)

Vroeg naar bed = vroeg weer wakker. Om 7am maak ik los, het is nog lekker koel, in de middag zal de temperatuur oplopen tot 30+C. De sluismeester van Deep Creek geeft deze keer (vorige keer vertelde hij de geschiedenis van het kanaal) een demonstratie conch-schelp blazen. Hij krijgt er een volle toonladder en een melodietje uit.
In het begin van de middag maak ik in de North Landing in Portsmouth vast (gratis liggen!) en neem het pontje naar Norfolk voor een bezoek aan de douane. Selena is immers al ruim een maand illegaal in de VS!

woensdag 7 mei 2014

Terug in Oriental


Hello dear blog-readers,
I am back in my across-the-ocean home town of Oriental NC.
Nog maar twee weken geleden zag ik onder me de gletsjers van Groenland, ijsvelden op de Labrador Sea, ongenaakbaar Labrador nog grotendeels bedekt met sneeuw. En daarna wolken, geen Maine en geen New York te zien onder me.  Nachtje in Manassas, site of two Civil War battle fields, in The Olde Towne Inne. Om 5 uur local (11 uur NL tijd) klaar wakker. In mijn Ford Focus (nieuwe versie die niet onderdoet voor Marie's BMW) zweef ik zuidwaarts, zoveel mogelijk de Interstates (Autobahnen) vermijdend.
Op mijn bucket list voor op weg staat Jamestown, de eerste (nipt) gelukte settlement (1607) van de Engelsen in de Nieuwe wereld, aan de James River, ik rijd er praktisch langs. De Old Colonial Parkway is prachtig (groen, door bossen en weiden) maar Jamestown blijkt een openluchtmuseum, vast interessant, maar niks oud plaatsje. Dit bespaart me het opvaren van de James River.
Verder zweven over lieflijke en uitgestorven wegen (zoals de Rolfe Highway, genoemd naar mr. Rolfe die rond 1610 met Pocahontas trouwde, het eerste gemengde Engels-Indiaanse koppel, maar iedereen kent het verhaal natuurlijk van de Disney-film) brengt me om 18:00 in Little Washington NC. Op een bankje aan de haven bedenk ik dat nog anderhalf uur rijden mij van een bed in Selena en een pizza bij de Silos scheidt.
Als ik tegen achten de Deaton-werf oprijdt, wordt ik enthousiast begroet door Barry en Michele die me op een hapje bij hen aan boord vergasten. Binnen in hun Idle Queen  - die bijna naast Selena staat - kun je je kont niet keren. Michele heeft een stukje tafel vrij weten te houden om aan te kunnen schrijven en eten, maar voor de rest is alles volgestapeld met .... wat je op een boot nodig zou kunnen hebben en nog veel meer. Reina, jouw kamer was een leegte vergeleken bij binnen in de Idle Queen. Mocht de pret niet drukken: het was een heel plezant weerzien.
Barry & Michele wilden uiterlijk half mei, in verband met orkanen, op weg naar Europa, maar dat zit er gezien het vele opknapwerk niet in. Idle Queen is met de vorige eigenaar twee maal de wereld rondgezeild, maar onderhoud is daarbij ingeschoten. Dat mogen zij nu inhalen ....

Lekker slapen, 's nachts is het heel koud, de bootverwarming slaat spontaan aan.
Om 8am staat Wes bij de boot, "So good you're back!". Naar kantoor, hartelijk weerzien met Karen en de Deaton crew.
Naar Down-East Canvas waar Tracy laat zien dat we op het bord staan voor een bimini-cover.
Op een bankje aan de haven bel ik de douane in Morehead City en leg uit dat en waarom Selena over haar license date is en of ik verlenging kan krijgen.
"Are you an American citizen?"
No sir, I'm not.
"Then it's not possible. You have to get to Norfolk"
Ik heb nog een auto tot 's avonds, maar de officer aan de telefoon houdt vol dat Oriental maar een uur van Norfolk is en vier uur van Morehead City, dus dring ik niet aan en rijd ik niet naar Morehead City. We zien wel in Norfolk
Op weg terug naar de boot zie ik hond Bisquit aan het eind van de straat en ga dus even langs Peggy en Ray ("You know, I was awake this morning at 4am and thought of mailing you when you would be back"). Peggy's moeder en haar hond zijn er ook (Ray: "you marry one and you get three!").
Daarna een begin met krabben en schuren. Als ik een uur later de eerste hap uit mijn middagboterham neem komt Elizabeth aan boord om het bimini-frame te aanschouwen. Voor ze iets gaat doen moet ik mijn grootzeil hijsen en grootschoot strak trekken vanwege de laagste hoogte van de giek. Er staat evenwel teveel wind om nu het zeil te hijsen, komt morgen. (Elizabeth wil precieze maten, want, zo vertelt ze, ze had ooit een klant die met cm kwam, maar bij hoog en laag bezwoer dat het inches waren. De buiskap viel dus heel groot uit.)
How are you doin'? vraag ik routinematig. Helemaal geen vraag naar niks. Ik krijg een half jaar van kommer te horen, moeder overleden, zo goed als uit met vriend Aron ("he only thinks of himself and golf"), alleen zijn. Maar ze is, wederom bevestigd, vrij van kanker. En heeft haar "trike" (driewiel motorbike).
In New Bern waar ik mijn auto inlever, wacht Marie me op. Martie is druk met baby-shrimps tussen Florida en Texas en komt pas begin mei thuis.  Voor ze me naar de boot brengt eten we sushi (Marie tot de sushi-baas: "Martie is away, so I got a new boyfriend").

Wag zei: "It's 1$ a beer night in the Silos, come and I'll buy you one". Maar als ik er ben na de sushi  is iedereen al weg. Ik neem een bier, en dan komt in een gezelschapje Nol binnen, een Nederlander die hier al 30 jaar woont. "Hoe gaat het met u?" vraag ik. Hij reageert op zijn Amerikaans direct met "goed", en dan dringt het Nederlands tot hem door. We keuvelen genoegelijk over Dragon Races (waar we hem vorig jaar zagen als drummer op een van de drakenboten), Koninginnedag en nasi met sate.

En dan weer roest krabben van de kielzool, en schuren, schuren, schuren. De zon schijnt uitbundig; 's nachts is het koud, overdag is het warm.

Barry heeft op twee plaatsen vocht in de woodcore van zijn boot gevonden en hakt, op de binnenglasvezel na, aan twee kanten een gat van 1 m2 in Idle Queen. Geheel in wit pak met ademmasker om geen glasvezel in zijn huid of longen te krijgen. Omdat zo'n pak als het uit is geweest niet nog eens aankan zonder de troep toch binnen te krijgen, gaat hij tot ver in de avond door zonder zelfs te lunchen. Ik maak een avondmaal voor ze, lasagna. Ik dacht dat ik een courchet had gekocht, maar het blijkt een komkommer. Om toch groen te hebben zoek ik onder het luik en vind een blikje Green Turnip. Het ruikt en smaakt naar boerenkool met worst. Maar het doet het goed bij de tomatensaus, ham en kaas. Barry eet twee grote borden, schraapt de schaal leeg. "I am feeling better now" zegt hij als het op is.
Met zeilverhalen en ervaringen van Michele als niet-zeiler (zienswijzen op zeilen die sterk aan die van Monique doen denken) is de avond zo om. Intussen komt er een knetterend onweer over.
Berry oppert een oplossing voor het overtijd-probleem van Selena: registreren in Bayboro of New Bern, beetje belasting betalen ($100 schat hij), Oriental NC op de spiegel en een Amerikaanse vlag erop. Heeft de Prima Donna ook gedaan, weet hij. Hmmm.

Met Joe, even over uit Wilmington waar hij en Pat een nieuw huis bouwen, eet ik 2-for-1 pizza (het meeste ervan nemen we mee in boxes) in de Silos terwijl we de bieren die ze er op de tap (10) hebben bespreken en proeven.
Het weer wordt er niet beter op. Tornado's razen over de VS. Niet alleen teisteren ze staten in de Mid-West, ook North Carolina wordt dit keer niet overgeslagen, counties in de buurt krijgen tornado-warnings.  Maar afgezien van zware luchten gebeurt er niets. Na dagen van schuren aan het onder- en bovenwaterschip is niets (nou ja ...) bevredigender dan er verf op smeren en een begin van resultaat te zien. De waterlijn dan maar om mee te beginnen. Als ik de laatste meter van de waterlijn inzet komt Barry vertellen dat hij op de weerradar zag dat er echt narigheid aankomt. ... en rijdt Marie de werf op om een bakkie te doen. Een local rijdt langs en draait zijn raampje open:
"You have to get away, the boats will be blown over,"
... huh?
"Ever been in a tornado?" ... eh, no ...
"Find a concrete shelter!"
... here in Oriental? where? Maar weg is hij. En dan wordt er bijna massief water over ons heengestort en vlaagt de wind. We rijden stapvoets maar naar de Tucan-bar waar een vrolijk gezelschap in oliegoed met biertjes en wijntjes de storm uitzit. Martie belt toevallig en weet met zijn vliegtuig-weerradar te vertellen dat het in een half uur over zal zijn. En dat is het ook, zonder tornado gelukkig. Hierna knapt het weer op en kan ik echt verf smeren.

Zaterdag is de jaarlijkse Oriental Garage Sale, met veel junk. Warm weerzien met Kip die voor haar mooie huis ook wat niksigheidjes heeft uitgestaald. Ik koop ergens staande genuablokken, versmaad vijf grote Lewmar-lieren voor $200 (die Barry later wel koopt) alsmede een meterhoge kerstman, leuk voor in de kuip.
Met Wag en Cathy - die met haar kat op een prachtige spitsgatter woont - kijken we naar de Kentucky Derby (drie minuten heel hard lopende paarden) en daarna 12 Years a Slave. Indrukwekkend, zeker hier, hoewel dit nog verre van de Deep South is. We hebben wat om over te praten.

Zondag, mooi weer, laatste verf op vrijboord, klaar voor de splash (tewaterlating), en daar is Martie. Zin in een biertje en hapje op Ocracoke? Een uur later vliegen we over de outer banks. Na een Rabbit Duck en Teryaki-burger in Howard's Pub gaan terug over Oriental, rondje over de boot, mooi besluit van anderhalve week zwoegen.

En nu drijft Selena weer. Nog wat laatste klusjes, en dan op weg .....