zondag 31 augustus 2014

Bas (alleen) op Selena

Na Monique begeleid te hebben naar Logan Airport ga ik nog even Boston in en wandel langs The Boston Common, midden in de stad, het oudste park in de VS, naar de echte Cheers. Helemaal zoals in de serie, buiten en binnen, nu een toeristische must met een grote gift shop. Terug over de Common en door Chinatown naar de auto, dan naar de jongste zoon van J&J. Die woont diep in een buurtschap diep in een bos, in een  mooi, door de vorige eigenaar opnieuw opgebouwd, early colonial New England huis met een gigantische lap grond eromheen. We zitten rond een groot vuur, met marsh mellows op stokken om te smelten, buren erbij ("You sailed all the way from Europe? Wooow!") met wijntje en biertje, gezellig en geanimeerd. In de verte jankt een hond - denk ik.
"That's a coyote" zegt Jonathan. Coyotes jagen in groepen, omsingelen langzaam hun prooi, meestal een hert want die zijn hier overvloedig, en als de kring gesloten is, beginnen ze allemaal te janken. Het hert sterft waarschijnlijk aan een hartstilstand voor het wordt opgegeten. Een kwartier later klinkt uit de verte een koor van jankende coyotes - creepy.

Ik ga zondag mee naar de kerk, zoon Aaron en zijn Engelse email-vriendin Sam(antha) van drie jaar (I know, anglicisme), uit Wivenhoe, die hij deze week voor het eerst in levende lijve ziet, ook. Ik moet na een uur weg, om mijn bolide terug te brengen. Een goed excuus om enig moment de snor te drukken, denk ik.
"A good excuse to leave early", zegt Judy even later blijmoedig.
Een Fender-piano met een bevlogen voorzinger en -bidder, een vleugel, een orgel, twee gitaren, drums en een koortje begeleiden de gemeente in drie kwartier zang. Zie EO-tv op zondag. Het is een vrolijke bedoeling, mensen lopen in en uit, begroeten elkaar luidruchtig, ook als er gebeden wordt.
"So nice!", zegt Sam die bekent nog nooit een kerkdienst anders dan een trouwdienst te hebben meegemaakt, "except that you are born in sin, that's kind of depressing".
Ze zou eens een preek van dominee Sneef moeten horen ...

Maandag ga ik weer naar de boot: lakken, roestplekken wegwerken opruimen. En opties voor wat verder uitdenken. Hoelang gaat het duren: week verzending van geluiddemper, week bij de Customs voor inklaren, nieuwe pijp lassen. Ga ik over twee weken verder? Of laat ik Selena hier in de buurt?

De volgende ochtend, ik lig nog te doezelen, klimt een man de trap op. Hij doet de achterkajuit en het motorluik open en zegt als ik mijn hoofd naar buiten steek:
"How'r'y'doin'? The muffler arrived yesterday afternoon". Een wonder, na vijf dagen vanuit Nederland.
Hij stalt een werktafel met een lange pijp en een aantal bochten naast de boot uit, klimt -tig keer de boot op en af en knutselt een uitlaatpijp in elkaar met de nodige bochten en een omgekeerde U boven de waterlijn (had de oude niet waardoor water de knaldemper inliep) die in zijn geheel achter de demper past. Woensdag is alles klaar, in elkaar gezet en heeft Selena een uitlaat die mij zal overleven.
Ik start de motor om te horen en zien of alles goed zit (dat kan zonder schade vanwege de kielkoeling). De monteur is helemaal blij als hij hem hoort lopen.
"So smooth. British? Woooow!"
44 jaar oud? Nog meer Woooow.

Fairhaven ligt tegenover New Bedford, dat in de 19e eeuw de grootste whaling fleet van de VS had. De Charles W. Morgan, gerestaureerd op de werf in Mystic Seaport, nu Amerika's enige originele 19e whaler (die net weg was uit Mystic toen wij er waren), is afkomstig uit New Bedford. Nadat de walvissen in de buurt waren uitgeroeid, maakten de schepen steeds langere en verdere reizen, rond Kaap Hoorn de Stille oceaan op. De schepen waren normaal twee tot drie jaar weg om het schip met walvisolie (in vaten) te vullen. De langste reis van een whaling ship duurde ononderbroken 11 jaar (de Nile uit New London, vertrek 1848, aankomst 1859). Dat alles voor hoofdzakelijk huiskamerverlichting en balijnen voor damescorsetten (en nog wat meer).
De eerste stop was doorgaans de Azoren waar groente en levend vlees werd ingeslagen, en bemanning. Wellicht een verklaring voor de dichtheid van oorspronkelijk Azoorse Portugezen hier in de buurt (de helft van Joe's congregation is oorspronkelijk Portugees/Azoors).

De, in elk geval voor zeilers, beroemdste inwoner van Fairhaven (hoewel geboren in Nova Scotia) is Joshua Slocum die als eerste in zijn Spray, een 36ft oysterboat, in 1895-98 solo rond de wereld zeilde.

Fairhaven is dus een goede plek voor een solo-oceaanzeiler. Alleen: winterstalling in de Fairhaven Shipyard is duurder dan in de buurt van Martin en Kyle. Maar alleen naar Kittery varen, al is het maar 130M, daarin heb ik eigenlijk niet veel zin meer. Alleen beginnen en dan Monique aan boord krijgen is leuk, Monique van boord en alleen verder naar overwinterplek voelt leeg en verlaten. Ik bedenk een win-win deal die ik Fairhaven voorleg: nog steeds duurder dan in de buurt van M&K, maar niet duurder dan in Oriental.
Dus: Selena blijft op de kant hier en ik ga eind deze week naar mijn Monique, kinderen, keinkinderen en de open haard in herfstig Nederland.
Volgend jaar Maine, Nova Scotia en daarna zien we wel weer verder ....

zondag 24 augustus 2014

My baby left me

Monique again.

Zaterdag 16/8 
's Morgens zien we achter in de tuin een "groundhog" (alias woodchuck) schuifelen; een soort grote hamster die heel schuw is, maar zich blijkbaar al jaren tegoed doet aan alles wat eetbaar is in de tuin, met een voorkeur voor hosta's en alle groente en fruit die Joe probeerde te verbouwen. Hij is daarmee dus maar opgehouden.
Bij het ontbijt verklaart Judy blij: 
"I know now! You needed us and God took care we met!". 
Ik kan niet anders dan dat beamen. 

Vervanging van de pijp achter de geluiddemper is geen probleem, de geluiddemper wel.  Precies zo een is (weer) niet te vinden in de VS. Een bedrijf in Florida kan hem namaken, maar dat gaat in de papieren lopen. De Nederlandse producent heeft hem, maar hij moet geleverd via een handelsbedrijf, dat zegt hem op voorraad te hebben, maar niet direct te kunnen leveren; wel als hij besteld wordt door De Bruyn in Weesp.
Gisteren heeft Bas dat alles geregeld, met veel gedoe, weigerend internet en slechte telefoonverbindingen. Maar er komt een nieuwe uitlaatdemper aan uit NL (duurt 5 werkdagen minstens en dan hopen dat de douane niet traag is, en dan nog de installatie/laswerk). 
We weten nu waar we ongeveer aan toe zijn en besluiten: 
we huren een auto voor één weekje New England, met oa bezoek aan Kittery, daan vlieg ik naar huis; Bas blijft nog om reparaties in de gaten te houden, wat aan onderhoud te doen en een winterplek voor Selena te zoeken. 
We gaan vandaag weg uit Fall River en komen vrijdag 22/8 nog een laatste nachtje bij J&J voordat ik de dag erop naar huis vlieg. 

Dus halen we op zaterdag de huurauto op. Bas regelt het in het kantoortje terwijl ik buiten op onze tassen pas. Na lang wachten komt Bas opgewonden om de hoek: "Kom eens kijken!"...… en daar blijkt een zwarte Ford Mustang convertible (cabriolette) te staan pronken: "Voor maar $100 extra!" 
In het kader toys voor boys en doe eens gek, wordt die het dus! 
We zijn net een uurtje onderweg of Harris (de 79-jarige die we op Martha's Vineyard leerden kennen. Let wel: één avondje!) belt om bezorgd te vragen: "We saw your boat on the hard and wondered what happened" en om te melden dat als we hulp of logeeradres nodig hebben we zeker moeten bellen! Lief toch weer!! 
We rijden naar Plymouth, bekijken het replicaschip de Mayflower, Plymouth Rock en rijden door naar Salem (iets boven Boston, net over de grens in New Hampshire; het blijkt niet het stadje van de heksenprocessen en -verbrandingen in 1692, te zijn; er is niet veel aan). Na motel gevonden te hebben rijden we en stukje terug om te gaan eten in het Tuscan restaurant. De parkeerplaats puilt uit en wachttijd blijkt 1u 20m en dat vinden we, om 20.00 uur, te lang dus halen we eten bij de afhaal-Chinees er tegenover voor in onze hotelkamer. Heel goedkoop en da's te proeven ook! 

Op zondag ontbijten we en halen we allerlei Italiaans lekkers voor een picknicklunch bij de Tuscan Market (zelfde uitbater als van het restaurant). We rijden over mooie wegen naar Wolfeboro aan Lake Winnipesaukee. Vanwege mijn verjaardag kiezen we voor overnachting in een Inn, in een suite met uitzicht op het meer, salon met zitje, buro en grote TV, dan slaapkamer met ook twee fauteuils tegenover het grote bed (voor toeschouwers??) en alweer een grote TV en dan een luxe badkamer. De volgende ochtend zijn we het met elkaar eens dat drie keer zoveel betalen als voor een gemiddeld motel, voor wat meer ruimte, wat chiquere aankleding en wat mooi gekleurde flesjes naast het bad het geld toch niet helemaal waard zijn. 

De Mustang Cabrio bevalt hoewel het  halverwege de middag best wat frisjes wordt. Maar ja, dat dak moet open blijven, daar is tenslotte voor betaald (Bas: ".... en je ziet ook veel meer!" [¿?]) 
Eerst gaan de zijramen dicht; dat zet niet echt zoden aan de dijk. Dan maar een fleecevest aan, dat helpt iets (en eigenlijk zou een dekentje om de benen ook best lekker zijn,  over een lekker warme muts durf ik het niet eens te hebben!). 
Maar dan heb ik de oplossing: verwarming op hoogste temperatuur en hoogste blaasstand! En kijk al die voorbijgangers ons eens zien genieten van dat heerlijk vrije gevoel in de open lucht! 
Zo zoeven we langs Lake Winneepesaugi en over de Kancamagus Highway door de White Mountains met een grote omweg richting Kittery. 

Martin en Kyle tracteren ons als we aankomen op een tradiitioneel Maine's maal: lobster, corn-on-the-cob en baked potatoe. 
Kyle's moeder Neva, 97, heeft het druk met puzzels (zes tegelijk op de eettafel; de eetkamer is voor haar de puzzle room; Kyle heeft opgegeven te zeggen "Mum, it's the DINING room!"), crosswords, reading, "... and", wijzend op de verzameling whisky en cognac in de kast waarin ze nog meer puzzels heeft opgeslagen, "... when I'm done with that I can always get drunk!" 
We zijn er zes jaar niet geweest; het huis is uitgebreid met een grote woonkeuken en de tuin, toen nog een wildernis met een pad naar een dubbele garage, is een klein park geworden (waar we ook een groundhog zien rondscharrelen, niks schuw, "ze lopen gewoon langs de verbaasd kijkende katten om hun voerbak leeg te eten", zegt Martin). 
We wandelen in Kittery, rijden via mooie kustweggetjes naar Point Porpoise voor een lunch bij the Ramp, langs de villa van de Bushjes in Kennebunkport, een concert-in-the-park in Portsmouth, enz. Martin en Bas rijden naar een paar jachthavens ivm winterstalling.
De dagen bij Martin en Kyle zijn overvloedig qua gastvrijheid, vaste- en vloeistof! 

Vrijdag gaan we na het ontbijt weer naar Fall River voor een laatste avond bij J&J, die ons meeslepen naar een verjaardag van een 80-jarige in hun kerk. Wij krijgen na clam chowder, clam cakes en ijs en zoete cake een trotse rondleiding door het gebouw. Later meer hierover.

Zaterdag gaan Bas en ik in onze bolide naar Boston en hebben een laatste Amerikaanse lunch voor dit jaar in (een dependance van) Cheers (bestaat echt). Ik vlieg om 18 uur terug naar huis.

vrijdag 15 augustus 2014

MONIQUE: ACHTERSTALLIG EN NU

NOG EENS, ACHTERSTALLIG EN HUIDIG, ZOALS ERVAREN DOOR MONIQUE

Op Bas, verjaardag hebben we savonds gegeten in het Surf hotel met weer mooi uitzicht op zee en heel dikke chefkok die ons begroet met "Nice to see you again (!?)". 
Aan het tafeltje naast ons beweert hij dat zijn moeder Iers is en zijn vader half Frans/half Italiaans; volgens mij zeggen alle koks dat hier ter aanbeveling van zichzelf. Amerikanen reageren ook vaak van "oh, dan zitten we hier goed",  dus het werkt. 
Na "clams on the half" kiezen we voor een pasta Arabiata met scalops en shrimps; vis goed vers maar de saus vlak, toe Key lime pie. 

Zaterdag 26/7/2014 
Afgelopen Donderdag voeren we met bewolkt weer van Block Island naar Newport (RI) waar we een mooring voor één nacht konden krijgen. Dit weekend is het Newport Folk Festival in fort Adams en dan zijn alle plaatsen gereserveerd (vlgns de havenmeester; wij zien iedere avond toch wel een paar lege. Bovendien zegt internet dat moorings op first come/first serve basis zijn...?). Vrijdagmorgen om 10 uur moeten we weer weg zijn tenzij de eigenaar van de mooring laat weten dat hij nog niet terug komt. Aangezien we vanavond bij Joe en Judy (het domineesechtpaar dat we in Mystic ontmoetten) zijn uitgenodigd voor eten/douche/bed (Fall River, 40 min. rijden van Newport) vragen we of we morgenochtend  vroeg daar niet over kunnen bellen. Nee, dat kan niet, we moeten om 10 uur op de boot zijn en horen dan of we wel of niet kunnen blijven; lekker omslachtig. 
J&J komen ons halen. Sinds Block I. niet meer gedoucht en met grote tas wasgoed is weer even in een huis met alle comfort wel weer heel lekker, om nog maar niet te spreken van een nacht in een echt bed! J&J hebben op de valreep John en Jen uitgenodigd want John is ook een fervent zeiler en wil dolgraag Bas' avonturen horen. Voordat we gaan eten spreekt Joe nog een dankwoord tot "the Lord" (dank voor eten, new friends from Holland, another fine day, etc.) en na een gezamenlijk "amen" eten we corn on the cob en kip van de bbq; heerlijk! We hadden een flesje rode wijn meegenomen voor de gastheer en-vrouw maar het blijkt dat zij niet drinken dus wordt de wijn soldaat gemaakt door John en ons. 
Tafelmanieren zijn hier anders en niks tafelschikking: aan die kant de mannen en aan de andere de vrouwen; je schept jezelf op en begint te eten en als het op is schep je jezelf nog eens op of schenk je jezelf nog eens in. Daarna helpen met de afwas, was in de droger, even piano spelen, foto's uitwisselen, alle elektronica opladen en dan naar bed. 
De volgende morgen na ontbijt met J&J weer naar Newport. Zij hebben geregeld dat we bij ene Neil een mooring kunnen huren dus kunnen we nog even blijven om Newport te bekijken. We komen aan bij de watertaxi alias havenmeester die ons herkent en blij meldt dat we het hele weekend kunnen blijven liggen. We leggen uit dat we al iets anders geregeld hebben; ook goed. Na Selena verlegd te hebben rijden we met J&J langs alle grote mansions langs de kust; er zijn mooie bij maar ook heel smakeloze. We nemen tijdelijk afscheid van J&J (Joe neemt onze bb-motor mee en gaat die repareren). We nemen eerst een heerlijke raw seafoodlunch en wandelen dan wat door het oude centrum, drankje bij de oudste pub van Newport, the White Horse Tavern, daarna alweer etenstijd en daarna terug naar de boot. Klanken van het Folkfestival horen wij in flarden tot een uur of één. 
De volgende dag met de bus naar Bellevue Avenue waar we het Marble House van de steenrijke Vanderbilt's bekijken. Een huis, van binnen geheel opgetrokken uit crèmekleurig marmer, kamers geheel met bladgoud bekleed, eetkamer met Algerijns rood marmeren wanden, beeldhouwwerk, panelen,  schilderingen, lampen, spiegels, glas in lood, meubels, servies... speciaal gemaakt of met  originelen uit Europa. Het kan niet op, het moet miljoenen gekost hebben zelfs toen, eind 19e eeuw,"the Gilded Age". Langs dezelfde weg staan nog meer oude mansions die te bezichtigen zijn, maar voor vandaag houden we het voor gezien. We nemen een verlate lunch/vroeg diner en zijn om een uur of zes terug op de boot. Morgen gaan we naar Pirate Cove, de thuishaven van J&J, en slapen dan weer een of twee nachtjes bij hen. 

Volgende dag, bewolkt, voor de wind op weg naar Pirate Cove Marina in Portsmouth RI, 17 mijl. 
Bij het uitgaan van de haven zien we een groot Nederland zeiljacht "Aragon" uit Rotterdam. We varen langzaam langs en wisselen wat groeten enzo. We zeilen het grootste deel, in de regen (de eerste regendag sinds tijden!) en ankeren aan een ankerboei (die we met wat moeite vinden) bij heel sterke tegenstroom. 
Om een uur vijf komen J&J ons met hun dingy ophalen. Ze hebben een chinees meisje bij zich dat drie maanden vakantiewerk doet in een bakery op Block Island. Typisch J&J, vonden dat het kind ook nog wat anders moest zien van de VS en nodigden haar bij hen uit. 
Judy stelt haar voor als iets dat klinkt als "John" maar het meisje verbetert haar: "Zhôong". Eenmaal thuis vertelt Steven, een van de 38-jarige tweeling die een tijdje in China verbleef, dat dat eigenlijk haar achternaam is en dat haar voornaam "Yan" is. 
Tot ieders grote verrassing en verwarring meld ik vervolgens, ik ken het kind net een kwartier, dat haar -  voor het westen aangenomen - naam "Lolita" is! 
Lolita voelt zich meteen thuis, duikt wanneer het haar uitkomt in de koelkast of diepvries voor hapjes of ijs, maar daar kijkt niemand, behalve wij, van op; blijkbaar Amerikaans? 
J&J worden meteen tot "mummy and daddy" gepromoveerd, Bas, wanneer ze weet dat hij docent was, tot "professor" en ik, om mij volstrekt duistere redenen: "real lady". 
De tweeling is duidelijk geïntrigeerd door dit 25-jarige, slanke, zelfverzekerde poppetje en draait rondjes om haar heen, zoekt Chinese muziek voor haar op op YouTube (waar zij dan met haar lichaam deinend, haar lange zwarte haar om haar vinger krullend, mee meezingt), en discussiëert met haar dat het een lieve lust is. 
Één muzieknummer is favoriet bij de twins,  ook als Lolita niet in de buurt is: een vierjarige Chinese peuter die een blijkbaar populair chinees poplied zingt. Aandoenlijk, maar bij de zesde keer krijg je er de kriebels van: ie-sjoe-woe-tie-isi-niauauw, ie-tjoe-sjoe-mie-wietie-tiauauauw... (o.i.d.; de "-iauauw" een krolskatse uithaal) 

Judy is een vrolijke, enigszins chaotische vrouw met een goed gevoel voor humor. Zij vertrouwt in alles op haar "Lord", maar ook dat weer op humoristische wijze. 
Ze reizen blijkbaar veel. Een paar jaar geleden boekten ze een cruise Boston/Bermuda "last minute, onle $399 pp, for a whole week!" 
"I thought: God opened this door for me so I booked.". "Exited as she was" belde ze meteen haar secretaresse en raadde haar aan ook te profiteren van deze kans, maar de secretaresse zei: Oh no, not me! Bertha is coming! 
J: Who is Bertha!?!? 
Secr.: Didn' you hear!? A hurricane! Going straight for Bermuda! 
J: O... Is that so?!?... Well, I,m not going to cancel. God opened this door for us!
Dus ze gingen en god hield Bertha één week tegen. Pas toen J&J weer veilig in Boston aan wal gestapt waren raasde de orkaan over Bermuda. 
Judy: God is moving mountains  - and stopping hurricanes.
Behalve dit soort anekdotes merken we verder weinig van hun geloof (Assemblees of God, een Pinkstergemeente vinden we op internet) behalve dankzegging voor elke maaltijd (thank you Lord, for this beautifull day, our new friends from Holland, and this food, in the name of Jesus, amen).
Joe is kalm en bedachtzaam, niet van zijn stuk te brengen, met gelukkig ook een leuk gevoel voor humor. Hij vertelt iedereen dat zijn gasten uit Holland komen en: he sailed over! Waar Judy dan aan toevoegt: Can you imagine!!!?" 

J&J wonen in een redelijk groot huis in Fall River MA, met in de tuin een "cottage" (kleine bugalow zouden wij het noemen) waar Judy's ouders de laatste 10 jaar ofzo in woonden (en in toenemende mate mantelzorg van J&J kregen. Pa is dood, ma - 99 jaar - zit sinds een half jaar in een bejaardenhuis) en nu Steven. Aaron, de andere tweelinghelft, woont bij J&J op zolder. De twins doen me een beetje denken aan Fokke & Sukke met hun vogelkoppies. Er zijn nog een oudere en een jongere zoon, beiden getrouwd met kind, maar die hebben we nog niet gezien. 

Vrijdag 1/8 
Martha 's Vineyard. Bas en ik gaan 's middags samen weer met de bus naar Edgartown. Postkantoor, lunch met zicht op Chappaquiddick, rondje lopen, wifi zoeken, en dan alweer terug ivm laatste bus naar Menemsha. Het bb-motortje, hoewel dankzij bemiddeling van Joe voorzien van een nieuw tankje (ik had gelijk wat dat water in de tank betrof!), blijft kuren houden. 
Op de heenweg kon Bas met wat gemanipuleer aan choke en gashendel het ding nog draaiend houden (gelukkig! want de stroom de haven uit was heel sterk!) maar voor de terugweg slaat hij steeds af, dus roeit Bas ons terug naar de boot (de stroom behulpzaam enigszins mee). 

Het weekend beide dagen regen. Zaterdag komen we niet van de boot af.
Ook behoorlijk wat wind zodat Selena achter haar anker heen en weer trekt en hobbelt; vindt je maag niet fijn als je gedwongen binnen zit. De nacht, ook nat (dus luiken dicht, dus warm en bedompt) en met nog meer wind, is weer een wasmachine-ervaring; het geruk aan het anker licht me nog net niet van mijn bed (en dat wil wat zeggen!) 
We nemen ons voor zondag te vertrekken naar Wood's Hole maar s'morgens voegen we daaraan toe "tenzij we in de haven aan een mooring kunnen". Er blijkt idd nog één plek vrij (er zijn maar twee moorings, ieder voor max. drie schepen) dus verhuizen we. Bij het vastmaken krijgen we hulp van Robin en Bob die ons daarna meteen uitnodigen voor "cocktails and diner" later. Zij, onze leeftijd, komen al jaren op dit eiland en liggen dan weken aan dezelfde mooring. Ze vertellen ons wat het leukst en mooist is en hebben ook veel zeilkennis voor de wateren die ons nog te wachten staan..... 
Bas en ik besluiten hier alle tijd te nemen omdat het hier leuk is, nog wat fietsen en ook één (of twee) dagen een auto huren om al die leuke zijwegen die de bussen voorbij rijden, te ontdekken. 
Menemsha is een gat en vissershaven en doet denken aan plaatsjes in Noorse fjorden, maar dan drukker. Het is er gezellig druk, tegen "sunset" verzamelen toeristen op het strandje en wachten met fototoestellen tot de son-in-de-see-sakt waarna applaus volgt. 
In de kleine grijze huisjes drijven vishandels goede zaken met de verkoop van broodjes met vis, clams en oesters "on the half shell", kreeft, die dan buiten op picknickbanken worden opgepeuzeld. 
De avonden worden vochtiger, smorgens mist.... is dit het begin van het einde van de zomer? 

Vrijdag 8/8 
Alweer en week voorbij en nog steeds heerlijk op Martha's Vineyard. We hebben gefietst, een dag een auto gehuurd en het hele eiland over gecrost, gebust, een glasgalerie en art galerie bezocht. En nee, het is weer volop zomer! 
Gisteren met Robin en Bob en Ritva (buurvrouw van andere boot) wezen  "clammen". Achter de havenpier ligt een mooie zeeengte/"pond" die we met onze dingies (wij mochten reserve bb-motor van B&R lenen) opvoeren. Het was laag water en volgens Bob konden we de clams vinden op  de drooggevallen strandjes, ongeveer 5 cm onder het zand. Gewapend met een tuinharkje gingen we aan de slag maar dat leverde niet veel op dus besloot ik het met blote handen in laag water te proberen. Dat was een succes zodat we al gauw allemaal, met de blik op oneindig, in het water zaten te graaien. Een verslavend tijdverdrijf: zittend of wadend door het water, met je hand op de tast door de grond woelen en dan tussen al die lege, scherpe schelpen ineens zo'n mooie volle ronde schelp voelen. Je moet de slag even te pakken krijgen maar dan is het zeer bevredigend! Tussendoor in het diepere water een stukje zwemmen en daarna toch weer met je handen de grond aftastend naar nog meer clams. De kleintjes heetten "little necks", de grotere "cherrystones" en de knoeperds (meer voor soep of oven, niet rauw) "quahogs". 
Op de terugweg kreeg ons geleende bb- motortje kuren (wat is dat toch met ons!?) maar gelukkig was die van onze buren sterk genoeg om ons op sleeptouw te nemen. 
We hadden een royale oogst, genoeg voor een appetizer met rauwe cherrystones en daarna een pasta met ook veel schelpen voor z'n zessen. Heel gezellig en vurrukkulluk!!!! 
De nagels en vingertoppen zijn wel beurs en gekrast nu van al dat gewroet in de grond maar dat was het meer dan waard! 
Nu, het is morgen, is Bas met R&B wandelen. 
Vanmiddag zullen we wat boodschappen moeten doen. Morgen (hoe vaak hebben we dat deze week al niet gezegd?) gaan we naar Marion waar een goede bootyard schijnt te zijn voor hoognodige reparatie van de uitlaat en check van onze bb-motor (en ook een wasmachine wordt hoog tijd!). 

Zondag 10/8 
Het werd dus weer niet morgen maar overmorgen. Zojuist zijn we na een pump-out vertrokken van het eiland. 
We hebben nog gefietst, Bas gewandeld en nog meer gefietst, boekje lezen op het strand, sandwiches of schaal/schelpdieren om de hoek, ijsje toe, waar mogelijk internet, etc. Wij kwamen onze dagen zeer prettig door. 
's Avonds steeds "cocktails" bij Robin en Bob (omdat zij de grootste boot/kuip hadden) met steeds weer rauwe clams, steeds opnieuw door Bob gevangen, en steeds weer nieuwe mensen (voor ons, het is een vast clubje zeilers dat elkaar ieder jaar hier weer voor een paar dagen tegenkomt) zoals Ritva en Daniel, en toen die weg gingen het tegen de 80 lopende echtpaar Frayda en Harris, en gisteren weer een ander stel waarvan ik de namen niet meer weet maar waarmee het ook weer heel gezellig was (hij speelde tijdens de zonsondergang een saxofoonsolo vanaf zijn achterdek; dat hád iets!). 
Gistermiddag kwam er nog even een mooie oude boot uit Wood's Hole bij ons langszij, voor "just fish and chips, then we sail back", met drie begin veertigers, die, toen ze onze zojuist aangeschafte zak met ijs zagen, onmiddellijk aanboden daarmee voor hen en ons een "dark and stormy" (donkere rum met Ginger beer) te maken hetgeen wij natuurlijk in dank aanvaardden. 

Maandag
Van de boatyard in Marion krijgen we te horen dat ze graag onze opdracht voor de uitlaat hadden binnengesleept, maar dat zij de kennis en onderdelen daarvoor niet in huis hebben en dat we beter naar een yard in Fairhaven kunnen gaan waar hij al mee heeft overlegd. Wijzelf hebben inmiddels een mailtje aan de Ned. Fabrikant gestuurd met de vraag of ze kunnen helpen (het ding is pas 6 jaar oud). Het is begin van de middag en we willen wat eten. We lopen twintig minuten richting centrum en verwachten allerlei restaurantjes aan de baaikant te vinden, maar niks. 
Dus maar even drie dames aangeklampt. 
"No, isn't it horrible! There is not ons place like that at the waterfront!", maar wel daar-en-daar. Blijkbaar keken we wat sip want een van de dames vraagt of we met een auto zijn. Op ons nee schudden zegt ze: OK, I live just around the corner, let's get my car and I'll take you there!. En zo gebeurde. Tijdens het ritje vertelde ze dat haar voorouders Nederlands waren: van Hoogland, en dat hun college (ze is bibliothecaresse) net een reisje naar Nederland en België ter inschrijving aanbiedt maar dat ze erg twijfelt of ze dat wel doen. Bij het uitstappen zeg ik dat ALS ze het doet, zij en haar man van harte welkom zijn bij ons. Logisch gevolg is dat we adressen uitwisselen. Grappig toch hoe de lijst met namen groeit!
J&J halen ons op om in Fall River te slapen. We tracteren ze op een etentje, zij kiezen voor een restaurant aan het water in Bristol; was goed en gezellig. 

Dinsdag 
Vier uur prachtig zeilen van Marion naar Fairhaven (over stuurboord dus geen uitlaat lekkage) waar gelukkig een deskundige Ronnie met zinnige mogelijke tijdelijke oplossingen voor de uitlaat komt, die niet in de duizenden dollars lopen en die de mogelijkheid bieden om later, weer terug in NL, een nieuwe mufler ertussen te zetten. We hebben een truc met auto's gedaan en gaan weer naar Fall River.
Ik geen beloofd vanavond te koken; het wordt nasi goreng, saté babi, katjangsaus,  komkommerzoetzuur. Het gaat erin als koek! 

Woensdag 
Hele dag regen. Bas en ik rijden wat in de omgeving, even naar de boot, lunchen bij "Margaret's", boodschappen (ik kook weer, bevalt blijkbaar goed, pasta met tomatensaus). 
Joe moet na het eten een bijbel sessie leiden maar ik beloof hem dat ik bij terugkomst nog een toetje heb. "Say a Dame Blanche is waiting for you at home", zeg ik. Ze weten niet wat dat is dus ik leg uit van IJs/choc/slag room. "Say a Dumb Blonde is waiting for you at home!" schateren de tweeling, terwijl ze op hun (vroeger blonde, nu geblondeerde) moeder wijzen. Het glaasje wijn waar ze graag aan meedoen maakt ze wat lacherig en luidruchtig.

Donderdag 14/8. Merlijn wordt vandaag 9!!!! 
Na koffie met muffin in de Boston Bakery met J&J&twins, gaan Bas en ik naar de boot. Ze wordt net uit het water gevist als we aankomen. De aangroei valt alleszins mee: alleen onderop de kiel rare kwallerige bolletjes (waar eenmaal afgeschraapt allerlei piepkleine waterdiertjes en babykrabjes uitkruipen) en pokken op de schroef; de romp is glad! Bas haalt zelf de mufler eruit; doorgerot en niets meer mee te beginnen, moet vernieuwd. Morgen of maandag komt er een lasser. 
We lunchen bij Margaret's zusje Elizabeth's. 
Ook vanavond mag ik weer koken..... 
We moeten een planning maken voor de komende dagen want we willen niet eindeloos van J&J's gastvrijheid blijven profiteren ( hoewel mijn maaltijden geloof ik wel aardig compenseren)

zaterdag 9 augustus 2014

Martha's Vineyard: vakantie!

Donderdag 31 juli.
Om 10:30am gaan we na een lekker nachtje schommelen achter het anker naar de kant. Menemsha is een vissershaven waar roestige vissersboten hun kreeften, fluke (summer flounder, platvis, verfijnder van smaak dan schol), seabass, bluefish en nog meer aan land brengen en ter plaatse, al dan niet bereid, verkopen. Voor $ 3,50 hebben we als bejaarden (uitgezonderd Monique, die betaalt $7) een dagpas voor de bussen die over het eiland gaan.
We gaan eerst naar Edgartown. Mooie witte houten huizen in overvloedige tuinen, ooit van walvisvaarderkapiteins, de meeste uit de 19e, een enkele uit de 18e eeuw. Main Street bestaat uit winkels, duidelijk voor de rijkere bezoeker. Monique ziet een aardige ketting van stukjes glas in groen en oranje: $450. Niet mooi genoeg voor die prijs. Het is heel druk met kortbroekige vakantiegangers.
We lunchen (broodje kreeft natuurlijk) op een hoog terras met uitzicht over heel veel geankerde boten. Aan de overkant van de ingang naar Katama Bay zien we het (schiereilandje) Chappaquiddick.
Een volgende bus brengt ons naar Tisbury/Vineyard Haven, waar de meeste de veerboten van het vasteland aankomen. Ook hier weer een groot ankerveld. We zijn er voor de bus naar Oak Bluffs (over de brug die in Jaws te zien is), het meest innemende plaatsje op het eiland. Er staan veel Victorian Houses (eind 19e eeuwse huizen met torentjes, veel balkons, veel frutsels) en housjes. J&J wilden hier ook naartoe omdat ze wisten dat er een park met campground eromheen was waar de methodisten jaarlijks hun conventie hielden. Nu staan er de Gingerbread Houses (pannekoekenhuisjes zoals van Hans en Grietje): straatjes en pleintjes met mini Victoriaanse huisjes, de kleuren aangepast aan de bloemen, merkt Joe op. "Maybe the other way around?" suggereert Monique. "Hahaha, yes, you're so right!" Judy maakt een praatje met iemand die op haar porchje zit, blijkbaar niet moe van de duizenden die hier 's zomers langslopen en een gesprek beginnen. De huisjes blijken op de houten vlonders te staan waarop vroeger de tenten voor de conventie gezet werden. Na nog een straatje komen we in Trinity Park met in het midden de Tabernacle, 40m in doorsnee, een 30m hoog aflopend dak op meccano palen, uit rond 1870. Er kunnen 3000 mensen in. J&J zijn er stil van - en zingen daarna tweestemmig een psalm. De akoestiek is geweldig, stel je hier een koor voor. Naast worship worden er films gedraaid, treden er bands op, etc.
In een kleine variatie op een Nederlandse dichter (Marsman geloof ik) denken we: 'geloven is mooi, maar men moet er wel iets te drinken bij hebben'. We leiden J&J naar een bar - met uitzicht over wederom een haven met veel geankerde boten. Wij een biertje, zij een Virgin Pina Colada, een alcoholvrije cocktail. Na wat bussen en overstappen zijn we terug in Menemsha. We pruttelen met ons bootje, met hikkende buitenboordmotor, naar ze toe voor een heerlijke hamburger, gegrild op de bbq die op de achterpreekstoel hangt, een standaard-attribuut op bijna alle boten hier. Dan nemen we afscheid, met het oog op het tij moeten ze om 6am weg naar huis. Het weekeinde nadert, en dan hebben dominees het druk.

vrij 1 aug, dan-2-3-4-5-6-7-8-9
We slapen uit, wiegend achter de mooring. Alnitham is weg, om 12 uur smst Judy dat ze terug in Pirate's Cove zijn. We pruttelen met onze outboard de pieren van Menemsha in en nemen de bus naar Edgartown voor de lunch en wat rondkijken.
MV is een prachtig eiland, waar wij liggen is strand, op het eiland is het klein-Engeland, met stone walls langs de wegen en rond kleine weiden, veel bos, heel veel wilde druif die door de andere beplanting woekert. Vineyard is duidelijk; Martha is volgens de overlevering de dochter van de man die het eiland in de 17e eeuw kocht - van wie, wil ik weten, maar dat wordt nergens vermeld. Er waren en zijn indianen - beter: native Americans - op het eiland, de Wampanoags. In de jaren '60 kregen ze een piepklein stukje op de zuidoostpunt van het eiland terug, nu afgeschermd met bordjes dat alleen members of the tribe mogen vissen en jagen daar.
We pruttelen weer naar de boot terug. Voor het weekeinde zijn de voorspellingen slecht: regen en wind. Die komen 's nachts. Zaterdag plenst het met af een toe, met onderbreking van 5-10 minuten, net om voorzichtig blij op dek te gaan met het idee "zullen we naar de kant gaan?", om dan weer te stortregenen. We blijven aan boord, binnen in de kajuit, lezend, maar het schommelen maakt Monique wee. 's Nachts neemt de wind toe, en vooral ook de deining. We worden naar links en rechts en boven en onder gerold. Ik slaap, maar Monique weinig, ze klaagt dat ze af en toe opgelicht wordt en tegen zeeziek aanzit.
Zondag lijkt iets beter, maar de luchten zijn nog steeds vele tinten grijs. Laten we maar weggaan, besluiten we. Ik ga met het lullebootje Menemsha Harbor in om nog een nacht mooring af te rekenen. Maar ja, het is zo'n leuk haventje en we hebben maar één dag MV gezien. Is er binnen plaats? vraag ik. Er zijn twee moorings waaraan elk drie schepen kunnen. Er zijn er twee aan elke ton. "Oh yeah, zegt de havenmeester, take mooring two."
We gaan naar binnen en maken vast aan een kits die de avond ervoor, in de regen door de Tow Boat naar binnen gebracht werd. Van een afstand leek hij heel groot, maar blijkt niet groter dan Selena. De eigenaar is er niet, maar vanaf het schip ernaast worden we enthousiast begroet door Bob and Robin. "You came all the way from Holland? In this boat? Come and have cocktails, 5:30".
"He did" zegt Monique obligaat, "Shall I bring something?"
"Well, no, but if you want you can bring an appetizer".
Gooise dip? Nee, dat is vast Amerikaans. Gevulde eieren worden het. Alleen hebben we geen eieren meer aan boord. Met de bus, met een keer overstap, gaan we naar Vineyard Haven naar de super - Stop and Shop, van Ahold! Regen, bus missen, maar uiteindelijk zitten we aan de drank bij Bob & Robin. Vreselijk aardige mensen, even oud als wij, uit Huntington NY. Het klikt. Dan en Ritva van een schoener met sterk achteroverhangende masten die ook al jaren hier komt liggen klimmen ook in hun kuip.

We denken nog steeds dat we haast hebben en weg moeten. B&R vertellen over wat er allemaal te zien en te doen is op het eiland. Het weer wordt weer mooi. Dus maandag blijven we. En dinsda, woensdag etc, het is nu zaterdag 9 aug en we zijn er nog. We nemen de bus naar Oaks Bluff, vinden dat het het leukste stadje is op het eiland, kopen wijn en bier (slechts op een beperkt aantal plaatsen verkrijgbaar op MV) want vanavond is het borrel bij ons. Na de borrel pruttelen we in onze dinghies naar de kant voor broodjes kreeft en zwaardvis. De laatste niet line-caught, maar harpooned. Dat is beter en verser - en slechts een beetje duurder. Enkele kleine vissersbootjes hebben een paal zo lang als het bootje zelf - 8 meter - die op een mast lijkt, maar als een boegspriet naar voren klapt. voorop staat een mandje van waaruit de hapoenist de harpoen schiet. Naast het vistuig vallen, dit wetend, ook de harpoengeweren op waar stoere mannelijke 20ers mee lopen. Broodje (met veel) kreeft $10, broodje zwaardvis $9.

Dinsdag - als ik 's ochtend uit het raam kijk zie ik niets, pas na goed kijken heel vaag de romp van de boot naast ons. Maar verder niets. De haven is ingepakt in dichte mist. In de loop van de ochtend trekt hij op en wordt het mooi weer. We halen de fietsen uit de achterkajuit om naar Gay Head te gaan, de vuurtoren op de ZO-punt van MV. Toen we aanvoeren op MV zagen we vooral de veelkleurige, vooral steenrode, rotsen waarop de vuurtoren staat. Om er te komen en niet 10M om te fietsen nemen we een fietserspontje. De pontschipper kent heel Nederland, blijkt, hij had een paar jaar een Nederlandse vriendin die hem overal mee naartoe sleepte.
In Aquinnah, de gemeente waar Gay Head Light staat, woont de tribe van de Wamponoag Indians, die in het dorpje Native American Crafts verkopen. We learn (hoe vertaal je dat makkelijk?) waarom de rotsen onder de vuurtoren zo veelkleurig zijn: de indianengod Moshup - een reusachtige indiaan - gooide nu en dan een walvis tegen de rotsen, die daardoor kleurden van het bloed. De stam had dan weer een jaar te eten.  De mist van ochtend is hier nog niet weg, het lighthouse, hoewel vlakbij, is maar vaag te zien.
Woensdag huren we een auto en zigzaggen over het eiland, North Road, Middle Road, South Road, State Road, Cross Road en wat dirt roads. Het eiland is prachtig, constateren we weer. Grote tuinen, tussen de bossen weitjes met een enkele koe, schaap of paard. Er zijn ook veel herten, vertelde een buschauffeuse ons eerder, maar die houden zich schuil overdag. We komen langs een farm waar native farming onderwezen wordt. Een galery heeft schilderijen als foto's en neo-Hopper met kijkjes van het eiland. Geen kunst, wel peperduur ($20.000+). De huizen hier zijn ook heel duur, maar waarom zou je hier een vakantiehuis kopen? Achter een mooring liggen in Menemsha kost een schijntje, je mag twee weken blijven (en moet dan even naar buiten en kan dan weer aan twee weken beginnen) en je hebt het hele eiland ter beschikking.
"Shall we go clamming?" vraagt Bob.
We motoren met onze dinghies Menemsha Pond in, achter de haven. Het is bijna laag water. Bob gaat naar een strandje en met kleine tuinharkjes en handen zoeken we de bodem af. Na een kwartier weten we hoe een clam onder het zand voelt en vult de zak zich gestaag.
Bij de drinks hebben we dus clams on the half shell in overvloed, gevolgd door pasta met gekookte clams.
Het is hier een ideale plek, een werkende vissershaven met een paar shacks waar de vis verkocht wordt en die je buiten op een ton of krat kunt oppeuzelen met zelf meegebrachte wijn erbij. Een prachtige zonsondergang waar mensen iedere mooie dag vanaf het hele eiland naartoe komen 's avonds, op rijen strandstoeltjes en applaus als de zon onder is; wij kunnen die vanaf de boot bekijken, hij gaat precies achter de pieren onder. Langzaam hebben we begrepen: waarom zouden we hier weggaan? We zijn er dus nog steeds. Maar morgen (zondag) gaan we echt verder, en dan maandag kijken of iemand iets aan de uitlaat kan doen.

P.s. Intussen is orkaan Bertha ons bijna ongemerkt gepasseerd. Alleen de branding op de zuid- en ooststranden was heftiger dan normaal.  

vrijdag 1 augustus 2014

Thank you Lord

We waren gebleven bij de BBQ in Fall River. De vrienden van J&J, John en Jen, willen het hele verhaal van oversteek en mastbreuk en toch weer verder horen. Monique heeft een fles wijn meegenomen, gelukkig, want J&J zijn alcoholvrij. We komen langzaam ook wat meer te weten over hun kerk: Assemblies of God, een congregation van 500 mensen, de helft van Portugese origine (van de Azoren). Die verbouwen druiven en maken in het najaar wijn, waarvan de dominee dan ook een fles krijgt. Principieel tegen zijn is dus onpraktisch, maar drinken doen ze niet (John overigens wel, dus de fles komt op). Een genoegelijke avond, afgesloten met slapen in een heerlijk zacht bed.
Ik had Joe verteld dat mijn buitenboordmotortje niet wil lopen. "I have the same one (er staal allen Nissan ipv Tohatsu op), I can see if I can fix it". Het motortje is ook meegegaan naar Fall River.
Ik moet vrijdag voor 10am weg zijn van de mooring. Judy heeft een andere bij iemand die ze kent in Newport geregeld dus we verkassen van de ene bal naar de andere. De watertaxichauffeur is onder de indruk dat we er een hebben gevonden, "this is the busiest weekend in the whole summer".
We gaan Newport verkennen. De eetgelegenheden zijn geconcentreerd aan de wharfs. EEn paar stappen verder ligt Old Newport met een flink aantal straten met mooie 18e en 19e eeuwse New England-huizen. Er is een prachtige houten Episcopal Church uit het midden van de 18e eeuw, met een orgel dat een Ierse bisschop geschonken heeft na het door Haendel te laten uitproberen. Zoals overal lopen er gepensioneerden rond die graag over de geschiedenis en wetenswaardigheden vertellen. Ik sluit me aan bij een klein groepje jongeren.
"Where are you from?" is de standaardvraag aan iedereen.
"I'm from Holland" Ik krijg een hand en met een een ernstig gezicht "my condolences".
De jongeren schudden mij ook de hand, "it's terrible, we are so sorry". Ze komen uit de Oekraine.
Naast de Episcolal en Methodist kerken kom ik ook langs een synagoge, een 7e-dag-adventisten-kerk en een quaker-hal, alle uit de tijd dat de puriteinen iets noordelijker deze gelovigen het leven zuur maakten. Niet alleen Nieuw Amsterdam kende dus geloofstolerantie in de 17e eeuw.

Met de bus gaan we langs de mansions, paleizen gebouwd aan de oceaan, door de supperrijken aan het eind van de 19e eeuw, als zomerhuisjes. We gaan Marble House van Alva Vanderbilt in. Fascinerend, geinspireerd door een bijgebouw van Versailles, een mengsel van megalomane decadentie en soms ook echt mooi. Het grootste mansion, The Breakers, met 70 kamers, ook van de Vanderbilts, staat op onze bucket list.
Zondag 27/7 gaan we verder, naar Pirate's Cove Marina in Portsmouth RI, vlak bij Fall River. Bij Fort Adams - waar het Folk Festval gehouden wordt, en de volgende week het New Port Jazz Festival - ligt een groot modern zeiljacht met een nederlandse vlag. We varen er langs, het is de Aragon uit Rotterdam, "jullie zijn ver van huis!" "jullie ook!". Hun kinderen wilden naar het Festival krijgen we nog mee. Voor de wind zeilen we Narraganset Bay in. Als we langs Prudence Island gaan begint het te regenen. Na een half uur wordt het droog, even en dan komt er meer aan. Voor het eerst dit jaar doe ik een zeiljas aan. Voor Bristol Point gaat de stroom tegen staan en loopt de voortgang terug tot onder de twee knopen. Nog een vier mijl te gaan, jammer, motor bij. In de Hummocks, in de engte van de brug die we door moeten vlak voor Pirate's Cove Marina, staat 4-5kn stroom tegen. Ik heb gebeld voor een mooring, K11, die ik niet kan vinden tussen alle ballen die volgens mij strikt willekeurig genummerd zijn. Monique komt boven, het is intussen min of meer droog, en ontdekt wel een systeem.
J&J halen ons op in hun dinghy, met aan boord een chinees meisje dat ze op Block Island tegenkwamen en dat voor het weekeinde bij ze logeert. Ze heeft een studenten-werk visum voor drie maanden en werkt bij een bakery-ijssalon. "When she doesn't come off the island, she has a very limited view of America", zegt Judy.
We maken (beter, we hadden ze vrijdag al even gezien) kennis met the twins, Aaron en Stephen, bijna identiek. Hoewel 38, zijn het jongens, zeker met het chinese meisje (Lolita is haar aangenomen Engelse naam) in hun buurt. Monique bakt pannekoeken met spek, Stephen blijkt wel te drinken en voorziet Monique van witte wijn, Joe gaat voor in gebed en dankt The Lord voor het eten, de nieuwe vrienden, de prachtige dag (altijd voor het eten, ook voor een broodje in de auto en in een restaurant) en het wordt een geanimeerde avond. We slapen weer heerlijk in het zachte bed.
"Wouldn't it be an idea if we all went to Boston today and you stay another night?" zegt Joe de volgende ochtend. Ik vind het een goed idee, met Selena naar Boston wil ik liever niet, maar even van Boston proeven wel. Met de auto naar de metro, een keer overstappen, en dan komen we in het Old State House in het centrum naar boven. Quincy Market, lunch bij Durgin, Fanueil Hall, met de ferry naar USS Constitution, origineel linieschip uit 1795 dat een belangrijke rol speelde in de War of 1812, terug naar Park Street Church en de Old Granary Burial Ground; een volle dag.
Lolita moet dinsdagavond weer aan het werk en moet terug op de Block Island boot van 8 uur uit Fall River. We horen weinig leven om 7 uur of 7:30 of 8:00; als we iets later beneden komen is ze er nog.
"Wouldn't it be an idea", zegt Joe, "if you stayed one more night? We can take Lolita to the Block Island Ferry of 3pm from Judith Point and then drive on to the Defender Store* in New London to look at stuff you need**. And I found a used tank for your outboard*** so we can fix that!"
*(grote winkel met bootspullen) ** (zoals een radar) ***(niet alleen wilde het motortje niet lopen, bij de tankdop lekte ook benzine. Beide euvels zijn dankzij Joe verholpen nu). Dus rijden we naar Judith Point, zetten Lolita af ("Goodbye mam, goodbye dad, goodbye professor, goodbye real lady (=Monique), I love you and will miss you"). New London is nog een flink eind verder. Ik wordt wijzer over radars, de Furuno 1623 die ik had is gezien wat randvoorwaarden nog steeds de "beste" keus, maar niet op voorraad en $300 duurder dan thegpsshop.com hem aanbiedt.
Monique biedt aan te koken, maar dat hoeft niet: thuis liggen zeven grote levende kreeften op ons te wachten, van een berouwvolle visser die zaterdag een deel van zijn vangst beloofd had aan de dominee maar ze toen aan een restaurant verkocht. Beschrijven hoe heerlijk het maal was lukt niet.

J&J zijn half met pensioen en besluiten ons met de boot te vergezellen naar Martha's Vineyard, ruim 30M vanuit Pirate's Cove. De wind is zuid, de eerste 9M op de Sakonnet River pal tegen, maar de stroom staat mee. Dan is de koers, langs Cuttyhunk (niet de kant waar een ankerplaats is), zuidoost en kunnen we zeilen. Het is prachtig weer, Selena loopt lekker, de oceaan zorgt voor een lome deining. Monique laat zich zelfs ontvallen dat als ik kon garanderen dat het altijd zo was, ze wel de oceaan met me over zou willen.
De laatste 8 mijl gaat de stroom tegenstaan en wordt afstand tot Menensha Bight waar we gaan ankeren dan wel langzaam kleiner, maar de ETA steeds later. Helaas, de motor moet helpen om de voortgang op 4 knopen te houden. Er zijn nog een paar moorings vrij @ $20. We pakken er eentje, slaapt toch ontspannener. J&J hebben er een achter ons. Ze komen bij ons spaghetti met tonijn eten.