Donderdag 31 juli.
Om 10:30am gaan we na een lekker nachtje schommelen achter het anker naar de kant. Menemsha is een vissershaven waar roestige vissersboten hun kreeften, fluke (summer flounder, platvis, verfijnder van smaak dan schol), seabass, bluefish en nog meer aan land brengen en ter plaatse, al dan niet bereid, verkopen. Voor $ 3,50 hebben we als bejaarden (uitgezonderd Monique, die betaalt $7) een dagpas voor de bussen die over het eiland gaan.
We gaan eerst naar Edgartown. Mooie witte houten huizen in overvloedige tuinen, ooit van walvisvaarderkapiteins, de meeste uit de 19e, een enkele uit de 18e eeuw. Main Street bestaat uit winkels, duidelijk voor de rijkere bezoeker. Monique ziet een aardige ketting van stukjes glas in groen en oranje: $450. Niet mooi genoeg voor die prijs. Het is heel druk met kortbroekige vakantiegangers.
We lunchen (broodje kreeft natuurlijk) op een hoog terras met uitzicht over heel veel geankerde boten. Aan de overkant van de ingang naar Katama Bay zien we het (schiereilandje) Chappaquiddick.
Een volgende bus brengt ons naar Tisbury/Vineyard Haven, waar de meeste de veerboten van het vasteland aankomen. Ook hier weer een groot ankerveld. We zijn er voor de bus naar Oak Bluffs (over de brug die in Jaws te zien is), het meest innemende plaatsje op het eiland. Er staan veel Victorian Houses (eind 19e eeuwse huizen met torentjes, veel balkons, veel frutsels) en housjes. J&J wilden hier ook naartoe omdat ze wisten dat er een park met campground eromheen was waar de methodisten jaarlijks hun conventie hielden. Nu staan er de Gingerbread Houses (pannekoekenhuisjes zoals van Hans en Grietje): straatjes en pleintjes met mini Victoriaanse huisjes, de kleuren aangepast aan de bloemen, merkt Joe op. "Maybe the other way around?" suggereert Monique. "Hahaha, yes, you're so right!" Judy maakt een praatje met iemand die op haar porchje zit, blijkbaar niet moe van de duizenden die hier 's zomers langslopen en een gesprek beginnen. De huisjes blijken op de houten vlonders te staan waarop vroeger de tenten voor de conventie gezet werden. Na nog een straatje komen we in Trinity Park met in het midden de Tabernacle, 40m in doorsnee, een 30m hoog aflopend dak op meccano palen, uit rond 1870. Er kunnen 3000 mensen in. J&J zijn er stil van - en zingen daarna tweestemmig een psalm. De akoestiek is geweldig, stel je hier een koor voor. Naast worship worden er films gedraaid, treden er bands op, etc.
In een kleine variatie op een Nederlandse dichter (Marsman geloof ik) denken we: 'geloven is mooi, maar men moet er wel iets te drinken bij hebben'. We leiden J&J naar een bar - met uitzicht over wederom een haven met veel geankerde boten. Wij een biertje, zij een Virgin Pina Colada, een alcoholvrije cocktail. Na wat bussen en overstappen zijn we terug in Menemsha. We pruttelen met ons bootje, met hikkende buitenboordmotor, naar ze toe voor een heerlijke hamburger, gegrild op de bbq die op de achterpreekstoel hangt, een standaard-attribuut op bijna alle boten hier. Dan nemen we afscheid, met het oog op het tij moeten ze om 6am weg naar huis. Het weekeinde nadert, en dan hebben dominees het druk.
vrij 1 aug, dan-2-3-4-5-6-7-8-9
We slapen uit, wiegend achter de mooring. Alnitham is weg, om 12 uur smst Judy dat ze terug in Pirate's Cove zijn. We pruttelen met onze outboard de pieren van Menemsha in en nemen de bus naar Edgartown voor de lunch en wat rondkijken.
MV is een prachtig eiland, waar wij liggen is strand, op het eiland is het klein-Engeland, met stone walls langs de wegen en rond kleine weiden, veel bos, heel veel wilde druif die door de andere beplanting woekert. Vineyard is duidelijk; Martha is volgens de overlevering de dochter van de man die het eiland in de 17e eeuw kocht - van wie, wil ik weten, maar dat wordt nergens vermeld. Er waren en zijn indianen - beter: native Americans - op het eiland, de Wampanoags. In de jaren '60 kregen ze een piepklein stukje op de zuidoostpunt van het eiland terug, nu afgeschermd met bordjes dat alleen members of the tribe mogen vissen en jagen daar.
We pruttelen weer naar de boot terug. Voor het weekeinde zijn de voorspellingen slecht: regen en wind. Die komen 's nachts. Zaterdag plenst het met af een toe, met onderbreking van 5-10 minuten, net om voorzichtig blij op dek te gaan met het idee "zullen we naar de kant gaan?", om dan weer te stortregenen. We blijven aan boord, binnen in de kajuit, lezend, maar het schommelen maakt Monique wee. 's Nachts neemt de wind toe, en vooral ook de deining. We worden naar links en rechts en boven en onder gerold. Ik slaap, maar Monique weinig, ze klaagt dat ze af en toe opgelicht wordt en tegen zeeziek aanzit.
Zondag lijkt iets beter, maar de luchten zijn nog steeds vele tinten grijs. Laten we maar weggaan, besluiten we. Ik ga met het lullebootje Menemsha Harbor in om nog een nacht mooring af te rekenen. Maar ja, het is zo'n leuk haventje en we hebben maar één dag MV gezien. Is er binnen plaats? vraag ik. Er zijn twee moorings waaraan elk drie schepen kunnen. Er zijn er twee aan elke ton. "Oh yeah, zegt de havenmeester, take mooring two."
We gaan naar binnen en maken vast aan een kits die de avond ervoor, in de regen door de Tow Boat naar binnen gebracht werd. Van een afstand leek hij heel groot, maar blijkt niet groter dan Selena. De eigenaar is er niet, maar vanaf het schip ernaast worden we enthousiast begroet door Bob and Robin. "You came all the way from Holland? In this boat? Come and have cocktails, 5:30".
"He did" zegt Monique obligaat, "Shall I bring something?"
"Well, no, but if you want you can bring an appetizer".
Gooise dip? Nee, dat is vast Amerikaans. Gevulde eieren worden het. Alleen hebben we geen eieren meer aan boord. Met de bus, met een keer overstap, gaan we naar Vineyard Haven naar de super - Stop and Shop, van Ahold! Regen, bus missen, maar uiteindelijk zitten we aan de drank bij Bob & Robin. Vreselijk aardige mensen, even oud als wij, uit Huntington NY. Het klikt. Dan en Ritva van een schoener met sterk achteroverhangende masten die ook al jaren hier komt liggen klimmen ook in hun kuip.
We denken nog steeds dat we haast hebben en weg moeten. B&R vertellen over wat er allemaal te zien en te doen is op het eiland. Het weer wordt weer mooi. Dus maandag blijven we. En dinsda, woensdag etc, het is nu zaterdag 9 aug en we zijn er nog. We nemen de bus naar Oaks Bluff, vinden dat het het leukste stadje is op het eiland, kopen wijn en bier (slechts op een beperkt aantal plaatsen verkrijgbaar op MV) want vanavond is het borrel bij ons. Na de borrel pruttelen we in onze dinghies naar de kant voor broodjes kreeft en zwaardvis. De laatste niet line-caught, maar harpooned. Dat is beter en verser - en slechts een beetje duurder. Enkele kleine vissersbootjes hebben een paal zo lang als het bootje zelf - 8 meter - die op een mast lijkt, maar als een boegspriet naar voren klapt. voorop staat een mandje van waaruit de hapoenist de harpoen schiet. Naast het vistuig vallen, dit wetend, ook de harpoengeweren op waar stoere mannelijke 20ers mee lopen. Broodje (met veel) kreeft $10, broodje zwaardvis $9.
Dinsdag - als ik 's ochtend uit het raam kijk zie ik niets, pas na goed kijken heel vaag de romp van de boot naast ons. Maar verder niets. De haven is ingepakt in dichte mist. In de loop van de ochtend trekt hij op en wordt het mooi weer. We halen de fietsen uit de achterkajuit om naar Gay Head te gaan, de vuurtoren op de ZO-punt van MV. Toen we aanvoeren op MV zagen we vooral de veelkleurige, vooral steenrode, rotsen waarop de vuurtoren staat. Om er te komen en niet 10M om te fietsen nemen we een fietserspontje. De pontschipper kent heel Nederland, blijkt, hij had een paar jaar een Nederlandse vriendin die hem overal mee naartoe sleepte.
In Aquinnah, de gemeente waar Gay Head Light staat, woont de tribe van de Wamponoag Indians, die in het dorpje Native American Crafts verkopen. We learn (hoe vertaal je dat makkelijk?) waarom de rotsen onder de vuurtoren zo veelkleurig zijn: de indianengod Moshup - een reusachtige indiaan - gooide nu en dan een walvis tegen de rotsen, die daardoor kleurden van het bloed. De stam had dan weer een jaar te eten. De mist van ochtend is hier nog niet weg, het lighthouse, hoewel vlakbij, is maar vaag te zien.
Woensdag huren we een auto en zigzaggen over het eiland, North Road, Middle Road, South Road, State Road, Cross Road en wat dirt roads. Het eiland is prachtig, constateren we weer. Grote tuinen, tussen de bossen weitjes met een enkele koe, schaap of paard. Er zijn ook veel herten, vertelde een buschauffeuse ons eerder, maar die houden zich schuil overdag. We komen langs een farm waar native farming onderwezen wordt. Een galery heeft schilderijen als foto's en neo-Hopper met kijkjes van het eiland. Geen kunst, wel peperduur ($20.000+). De huizen hier zijn ook heel duur, maar waarom zou je hier een vakantiehuis kopen? Achter een mooring liggen in Menemsha kost een schijntje, je mag twee weken blijven (en moet dan even naar buiten en kan dan weer aan twee weken beginnen) en je hebt het hele eiland ter beschikking.
"Shall we go clamming?" vraagt Bob.
We motoren met onze dinghies Menemsha Pond in, achter de haven. Het is bijna laag water. Bob gaat naar een strandje en met kleine tuinharkjes en handen zoeken we de bodem af. Na een kwartier weten we hoe een clam onder het zand voelt en vult de zak zich gestaag.
Bij de drinks hebben we dus clams on the half shell in overvloed, gevolgd door pasta met gekookte clams.
Het is hier een ideale plek, een werkende vissershaven met een paar shacks waar de vis verkocht wordt en die je buiten op een ton of krat kunt oppeuzelen met zelf meegebrachte wijn erbij. Een prachtige zonsondergang waar mensen iedere mooie dag vanaf het hele eiland naartoe komen 's avonds, op rijen strandstoeltjes en applaus als de zon onder is; wij kunnen die vanaf de boot bekijken, hij gaat precies achter de pieren onder. Langzaam hebben we begrepen: waarom zouden we hier weggaan? We zijn er dus nog steeds. Maar morgen (zondag) gaan we echt verder, en dan maandag kijken of iemand iets aan de uitlaat kan doen.
P.s. Intussen is orkaan Bertha ons bijna ongemerkt gepasseerd. Alleen de branding op de zuid- en ooststranden was heftiger dan normaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten