HALVERWEGE
Woensdag 24/5
We zijn acht dagen onderweg en hebben er iets meer dan 800M opzitten. Dat is minder per etmaal dan op weg naar Bermuda, maar dat valt uit te leggen.
Bij vertrek uit Bermuda stond er wat wind uit NO, maar die was al snel verdwenen. Om bij wind, een mijl of 60 noord van ons, te komen hebben helaas moeten motoren, dus eentonig gebrom in plaats van zeilen. Maar donderdagochtend vroeg kon de motor uit en wiegden we heerlijk rustig richting Azoren, op een bearing van 80 graden, ENE. De wind werd wat sterker en we zeilden wat harder, de wind zwakte weer wat af en we gingen weer wat langzamer. Op zondagochtend maakte ik eieren a la Cornelia, een groot succes, voor het ontbijt en 's avonds maakte Bob canard (uit blik) a l'orange. All was well. In de loop van zondag op maandag nacht wakkerde de NW wind aan. 15-20kn, 20-25kn, 25-30kn met vlagen va 35kn. We reefden het grootzeil tot tussen de 1e en 2e zaling en een klein driehoekje fok. De zee bouwde navenant op, tot swell uit het noorden met daarop waves meer uit west, behoorlijk rommelig, met golfhoogten tot 4m. Niet prettig. Op maandagmiddag, Robin achter het navigatiebureau, Bob in de kuip en ik in de kombuis, hadden we een knock-down: een schuin achterop komende brekende golf gooide Windarra op haar kant. Het stuk vloer met daarop de tafel in de kajuit liet los en katapulte het tafelblad door de kajuit, tussen Robin en mij. Boven ging Bob voorover kopje-onder en weer terug en vulde de kuip zich - vanaf de lijzijde - met water dat vervolgens door het open keukenraam - in de kuip - de kombuis in spoot.
Grote schrik even, maar geen gewonden, alleen maar water en een bende. Windarra ging weer terug naar de ongemakkelijke beweging op de aanrollende zeeen.
Dweilen, opruimen en terug naar "normal".
De maandag-op-dinsdagnacht was pikzwart, geen maan, geen sterren, geen licht anders dan van het navigatie-consol.
Rollend in mijn vooronderkooi van zijkant naar tassen met kleren en blikken probeerde ik te slapen. Dat lukte blijkbaar, want om 01:00, twee uur voor het begin van mijn wacht, schrok ik wakker van het licht dat aanging en Bob die zei: "Bas, we have a major problem". Oh nee, niet weer! was mijn eerste gedachte, maar de beweging van het schip en geklapper van de zeilen maakten duidelijk dat dat niet het major problem was.
"The rudder shaft has come off", de roerkoning is doormidden, zei Bob, "come and have a look".
Achter het luik aan het hoofdeinde van het bed in de captain's cabin zit de roerkoning met de overbrenging van stuurwiel en stuurautomaat naar het roer onder het schip het kwadrant (een kwart cirkel van aluminium). Ik zie 2cm ruimte tussen het bovenste stuk van de roeras en de plek waar het kwadrant aan de as geklemd zit. Het roer van 270kg hangt schommelend in zijn lager en stuffing box. Het bovenste deel van de roeras hangt in het lager dat in het dek zit. Als de as door het bovenste en onderste lager gaat, blijft hij recht in het schip en draait het roer zoals het moet. Nu bungelt en stuitert het kwadrant - waarop het roer in het onderste lager hangt - op plekken waar het boven zou moeten draaien. Hierdoor weigert de stuurautomaat en is met de hand sturen bijna (maar gelukkig niet helemaal) onmogelijk.
Dit alles in een oogopslag die korter duurt dan je dit leest.
Als de bevestiging kwadrant-onderste stuk roeras loslaat, verliezen we het roer en gaat water de boot inspuiten als het niet snel lukt er een plug op het gat krijgen. Koortsachtig laden we waterdichte grab bags met onmisbare persoonlijke spullen (= hoofdzakelijk telefoons, iPads en computer, je hele hebben en houwen staat erop).
Nu is het o zo fijn dat we met een georganiseerde rally varen, er zijn boten in de buurt die ons over de VHF kunnen horen en ons kunnen helpen. Een heeft een zware pomp voor het geval onze pompen het niet aankunnen, de ander een noodroer dat op onze windvaaninstallatie past. En als het abandon ship zou worden zijn ze er om ons uit het reddingvlot te vissen.....
Het is pikkedonker en van alle kanten komen golven, we gaan meters op en neer. Motor aan, zeilen op puntje grootzeil na ingerold en zo goed als mogelijk het schip schuin op de golven zien te houden. Dat is moeilijk, het roer luistert alleen als het kwadrant even loskomt met het wiebelen van het onderste deel van de roeras in lager en stuffing box.
Er lekt overigens weinig water door naar binnen, gelukkig, verbazend; vooralsnog ?
Als het licht wordt, drijven we nog steeds, varen we zelfs min of meer beheerst richting Azoren. Robin legt in een lange ssb-radio-sessie met alle ARC-schepen uit wat er aan de hand is en zendt faxen naar de ARC-organisatie die ze weer doorstuurt aan alle andere schepen en Bermuda Rescue. Een Frans marineschip meldt zich en zal onze kant opkomen als het misgaat. Een groep dolfijnen zwemt een kwartier om Windarra, om te zien of ze kunnen helpen? Robin vertelt over verhalen van dolfijnen die mensen gered hebben.
De vraag is even: terug naar Bermuda, dat is met 750M dichterbij dan Horta met 1060M. Maar dan zijn we helemaal alleen, als we dan het vlot in moeten is er geen schip in de buurt. Horta is "slechts" 300M meer en er zijn ARC-boten om ons heen.
Het feit dat we blijven drijven, varen zelfs, geeft hoop. We blijven in de ARC.
Zodra het licht is gaan Bob en ik aan damage control doen. Het kwadrant zit duidelijk heel stevig aan het onderste deel van de roeras vast. Het heeft houvastpunten om het roer iets op te hijsen met een stuk ankerketting. We halen daartoe het bovenste deel van de as uit het deklager waardoor we de ketting met een lijn eraan middels een blok en een lier omhoog kunnen halen om daarna te borgen met een zware schroevendraaier.
Het kost ons uren, maar dan kunnen we weer redelijk normaal sturen en, belangrijker, de stuurautomaat weer aan het werk zetten.
De breuk is een raadsel, het lijkt of iemand of iets de 4cm dikke as heel precies recht heeft doorgezaagd.
De stuurautomaat werkt weer, we kunnen slapen en eten, en verleggen de koers naar zuidoost waar minder wind en minder golf is. De geluiden uit de kast achter het kapiteinsbed stellen intussen niet gerust. Gebonk en geknars als het kwadrant ergens tegenaan slaat, dadadada door stuurautomaat als die het kwadrant niet kan bewegen. De schroevendraaier waaraan de ketting hangt wordt losgewerkt door de beweging en die door de schakel erboven houdt de ketting niet hoog genoeg. Weer ketting optakelen en uren op het bed met onze hoofden in het luik om de ophanging te verbeteren. Kunststof snijplanken worden verzaagd om het kwadrant over te laten lopen. De ankerketting wordt ook aan punten opzij vastgemaakt om het geschommel tegen te gaan. Bob komt bijna de hele dag niet meer uit het luik, maar weet het gebonk en geschuur te stoppen.
Intussen blijven er schepen in de buurt. Het dichts bij is Mila II, een Tsjech die kort na het vangen van een marlin (hele grote vis) een golf groen water naar binnen kreeg waardoor alle communicatie is uitgevallen. Alleen hun VHF doet het. Robin doet de communicatie voor ze, met de ARC en familie thuis en zij zijn vlak in de buurt.
Als we na twee dagen nog steeds varen, vragen ze of ze verder mogen, naar het noorden waar meer wind is, dus sneller in Horta. De andere boten in de buurt zitten op ongeveer 60-70 mijl van ons vandaan, als het allerergste gebeurt betekent dat een halve tot hele dag dobberen in onze life raft (maar dat is uiterst onwaarschijnlijk, het roer hangt en we maken weinig water). Het dichts bij zijn Nalu uit Basel, Wethomi (met mijn Oostenrijkse vriend Martin) en Orion (Duits) die verder de communicatie met de andere schepen en het management van de ARC regelt. De oceaan is groot, het is goed te weten dat er vrienden in de buurt zijn en met ze te praten over onze actuele situatie.
(Wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten