Zoals al aangegeven komt er maar weinig water naar binnen via het lager waar het roer naar buiten (en onder water) gaat, wat hoop geeft voor de 1000M voor ons. Een Frans marineschip meldt zich dat ze als het nodig is onze kant opkomen voor assisitentie. Dit alles via de SSB (single side band kortegolf) radio, zender/ontvanger. De VHF is onvoldoende op de oceaan.
Regelmatig zwemmen er dolfijnen om de boot. Robin vertelt hoopgevende verhalen over zeilers-in-moeilijkheden die gered zijn door dolfijnen. Misschien zijn ze gechipt met zendertjes en worden we in de gaten gehouden door de NSA, de S staat immers voor Security. Toch?
Het duurt niet lang voor er weer beangstigende geluiden uit de kast achte het bed komen. Gekras en gebonk van het kwadrant en duh-duh-duh van de zelfstuurmotor als die geblokkeerd wordt. Het kwadrant heeft weer nieuwe bewegingsruimte gevonden. Terwijl ik het kwadrant omhoog hijs, bevestigt Bob meer ketting naar de zijkanten om de beweging te beheersen. Dat werkt dan een dag en dan is het weer crunch bonk duh-duh-duh. Niet rustig varen, zo, om maar een understatement te gebruiken.
Op een zeker moment horen we dat de automatische lenspomp niet meer afslaat. In de bilge staat evenwel bijna geen water, hij werkt dus wel. Bob maakt de floater die voor aan- en afslaan zorgt en het filter schoon, maar zonder succes, de pomp wil niet stoppen. Dus doen we hem handmatig uit en na een uur weer even aan.
Een dag later stijgt het water in de bilge, tot de carterpan van de motor. De pomp maakt het geluid dat hij moet maken, maar verplaatst verder geen water het schip uit. Dat geeft geen prettig gevoel (om maar weer dezelfde understatement te gebruiken), zelfs met de geringe hoeveelheid water die door het schroefasgat naar binnen komt.
Maar gelukkig: Captain Bob blijkt op alles voorbereid (behalve een brekende roerkoning): hij haalt een nieuwe pomp tevoorschijn die automatisch aan- en afslaat en de boot weer droog houdt.
Iedere keer als we denken te kunnen ontspannen, komt Neptunes met weer een probleem. Regelmatig opnieuw gecrunch en gebonk en duh-duh-duh, Bob weer in de kast voor meer ketting. Het kwadrant is nauwelijks nog te zien, er gaat ketting naar ieder mogelijk punt om de beweging onder controle te houden.
Ik heb de wacht. Guitar Joe van de Sultans of Swing wil in mijn koptelefoon net met zijn solo beginnen als de stuurautomaat begint te piepen en Windarra 90 graden in de wind draait. De automaat lost rudder control en krijgt no compass info, staat op het scherm. We krijgen wind en golven op de zijkant. Ik start de motor en probeer weer op koers te komen. Bob steekt zijn hoofd uit het luik en zegt dat de overbrenging van automaat naar kwadrant (dus het roer) is gebroken. Het blijkt om een bout met kogelgewricht te gaan. Fijn, denk ik, nog 450M te gaan, moeizaam met de hand sturend, voelend wanneer het kwadrant even vrij is om de koers te corrigeren. Maar wederom, op (bijna) alles voorbereid, graaft Bob een reserve-verbinding op, duikt weer in zijn kast en na een uur stuurt de automaat weer.
Nog 300M te gaan. We motorzeilen in een licht windje. Niet lang. Er komt een depressie met veel wind uit het noorden naar ons toe, op woensdag gaat hij over ons heen.
Woensdagochtend wordt ik wakker door geen motorgeronk, Bob heeft het volle tuig uit, we zeilen met 6-7 knopen. Ik neem de wacht over en al snel neemt de wind toe. Snel weer minder zeil (hoewel "snel", het is een hele operatie: motor starten, genua inrollen, in de wind, grootzeil inrollen, op koers en genua weer een stukje uit, motor weer uit).
De wind wakkert aan tot 25-30 kn, de zee bouwt op tot 4 meter en het begint onbedaarlijk te regenen, afgewisselt door buien met 35kn wind.
Het duurt een misserable etmaal. Hoewel ik probeer dit te onderdrukken, ben ik bezig te bedenken wat er nu nog kapot of mis kan gaan. Maar er gaat niks mis of kapot, de stuurautomaat blijft miraculeus zijn werk doen en donderdagochtend is de wind afgenomen tot 10-15kn. De zee wordt rustiger, de deining langer en in de loop van de ochtend lager. De zeilen gaan weer uit en voor het eerst in anderhalve week vergeet ik even alle problemen en zeil genietend de zon tegemoet. Af en toe kwispelt een school dolfijnen langs de boot. Nog 150M tot Horta.
Met de rustige voortgang die we maken kunnen we vrijdagavond in Horta zijn, voor de restaurants dichtgaan. Na wat gereken is een alternatief de motor hard erbij en 7-8kn varen, we zijn dan begin vrijdagmiddag in Horta. Sataliettelefoneren en faxen zorgt ervoor dat Mid Atlantic Yacht Service klaar staat om ons te helpen zodra we aankomen. Hoe eerder we er zijn, des te eerder we weten of, hoe en wanneer het roer-probleem opgelost kan worden.
De motor gaat op 2800 toeren per minuut. De stuurautomaat protesteert niet. In de vroege ochtend komen Faial en Pico in zicht. Bob ziet walvissen dicht bij de boot. Als ik opkom zijn er veel dolfijnen en op wat meer afstand "there she blows!" van walvissen. Een oude schoener vaart vlak langs het eiland Faial en komt naarmate wij insturen steeds dichterbij. Zij voert een Zwitserse vlag en heeft als thuishaven .... Basel.
Om 1 uur 's middags varen we pieren van Horta in en maken vast aan de douane-kade. ARC-schepen toeteren. Zodra we vastliggen krijgen we handen, schouderkloppen en flesjes welkomsbier. "Great you made it, great seamanship!"
Hoera, we zijn veilig in Horta. Windarra's roer kan ontketend worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten