Eerst maar even:
JA, IK BESTA NOG, ALIVE & KICKING, in Morehead City, NC, USA.
Terug naar de British Virgin Islands.
Voor we vertrekken nog iets over de
VI. Samen met de US Virgin Islands vormen ze een groep eilanden, de meest
noordelijke van de Leesward Islands, die zodanig liggen dat je er ideaal “Peter
Stuyvesant” kunt zeilen. Binnen de eilanden is er weinig golfslag, geen
oceaandeining, meestal voldoende wind, veel zon, als er in deze tijd een bui
valt blijft het bij een bui, korte afstanden van ankerplek naar ankerplek (5-10
mijl), en bij elke ankerplek wel een strand met bar en soms restaurant.
Het is er niet goedkoop, maar dat houdt de watertoeristen niet tegen. Van
massatoerisme kun je niet spreken, maar de verhuurvloot van vooral grote
catamarans is sterk gegroeid de laatste 10 of zo jaar (ik was er in 1999 al
eens en toen waren ze er nog nauwelijks). Onze week nu leek wel
“Canadezen-week”, het meeste van de verhuur was voorzien van rode vlag met
maple leaf. En er liggen in Road Town meestal wel een of twee cruise-schepen
die dan 1000 roze mensen droppen voor een half dagje Tortola.De VI zijn door Columbus ontdekt en vormden voor Spanje een rustpunt voor de terugtocht van schepen met geroofd goud. Dat hadden de Engelsen en Nederlanders en anderen eind 16e eeuw door dus die verstopten zich in de vele baaien om dat goud (en zilver, Piet Hein!) weer van de Spanjaarden te roven. Met een vrijbrief van de eigen (Engelse, Hollandse, Franse) regering waren het privateers, kleine zelfstandige onderneminkjes, alle kapers hadden een aandeel in hun schip – en de buit. Na de neergang van Spanje na de vernietiging van de Armada wisselden Europese vlaggen regelmatig op de eilanden: Engelse, Franse, Nederlandse, Deense. Er werden plantages gesticht (vooral suikerriet) om op een veiliger manier geld te verdienen. Als werklui werden op onvrijwillige basis Afrikanen naar de eilanden gebracht. Napoleon zorgde er vervolgens met zijn continentale stelsel voor dat de vraag naar producten uit de West opdroogde, met name die van suiker dat in Europa vanaf de 19e eeuw voortaan uit bieten ipv Caraïbisch riet kwam. De het grootste deel van de 19e eeuw werden de eilanden aan hun lot overgelaten. Ergens aan het eind van de 19e eeuw waren er nog maar twee blanken, las ik ergens: de gouverneur en de dokter.
Met de stoomvaart kwam de functie van kolenbunkerplaats. Toen het Panama-kanaal in gebruik werd genomen werd de strategische ligging van de eilanden wat waard. De VS kochten de USVI voor $25mln (een middelgroot jacht nu) van Denemarken om er een oorlogsvloot paraat te kunnen hebben.
En nu is er geen oorlogsvloot, maar vloot van wit plastic. En mega-jachten. De BVI zijn ook een belastingparadijs. Zoals ik in mijn onderwijs al benadrukte: op spaargeld en staatsobligaties heb je een paar procent rendement, op aandelen over de laatste 90 jaar gemeten zo’n 12%; geen belasing betalen levert tientallen procenten op. Daarmee kun je je wel een jacht van $100mln veroorloven. Selena is kleiner dan de tenders van sommige schepen die hier liggen.
Die worden gevaren door witte mensen en de Afro-Virginezen maken ze schoon. Hoewel, veel werkers hier komen weer van andere Caraïbische eilanden. Op de “docks” (zo heten de zware betonnen steigers hier) zie je altijd wel een ploegje met een karretje schoonmaakspullen naar of van een lopen. Als ze klaar zijn krijgen ze dan een rolletje dollars toegestoken, “thank you, sir”.
Toch loop je hier niet rond, zoals in sommige zuidelijke toeristenlanden, met het gevoel dat je een wandelende zak dollars bent. Toen ik na het innemen van diesel een paar dollar fooi gaf wilde de jongen van de pomp die me in eerste instantie verbaasd teruggeven, ik betaalde teveel. En in Fat Hog Bay waar we uiteindelijk bier ipv ijs kochten à $8 en ik met een $10-biljet dacht te betalen, gaf het meisje achter het betaalluik me $12 terug, ik gaf ongemerkt twee aan elkaar zittende 10$-biljetten.
Al met al, met of zonder belasting om te ontwijken, heel prettige eilanden.
We komen Nederlands gevlagde schepen tegen. We drinken een biertje (en nog een) met Hanneke en Pim die hun primaire domicili tot het einde der dagen naar hun Nelly-Rose hebben verplaatst en koffie met Janny en Frans met Shishco die over een half jaar weer aan het werk willen. Allen Toerzeilers trouwens.
En we zien ook nog:
18/3 En toen was ik ineens weer thuis, na 22 uur onderweg te zijn geweest!
Het is nogal een overgang: van 30+ graden Celsius naar 3!Gistermorgen om 4 uur eruit om met de taxi naar de luchthaven op Tortola gebracht te worden.
Ik had een taxichauffeur van middelbare leeftijd die met ware doodsverachting over de donkere en nog lege, niet al te beste, weggetjes reed. Ik was niet bang op dit tijdstip mensen omver te rijden, maar als er nou maar niet een of ander dier zou gaan oversteken!
De man had bovendien een behoorlijke tic waardoor hij steeds een harde ruk naar links aan het stuur gaf (met ter compensatie vanzelfsprekend ook meteen eentje naar rechts).
Daar maakte ik me aanvankelijk geen zorgen over want we gingen de berg op, waardoor de auto al vanzelf minder hard kon, en reden aan de “bergkant”.
Maar ja, als je een berg op gaat moet je er meestal ook weer af en toen hadden we het omgekeerde: bergafwaarts maakt het autootje nog veel meer vaart en een te grote ruk naar links zou onvermijdelijk het einde ergens in de diepte betekenen.
Nou ja, ik leef dus nog zoals jullie zien.
Op St. Maarten hadden we afgesproken dat Jean Claude, de “surveyor”, mij het keuringsrapport van Selena zou brengen. Dat kwam hij na mijn telefoontje ook netjes doen (Waar spreken we af? Bij de eerste deur? Ik: Ik heb een roze sjaal om”, hij: “OK, ik heb nun zilveren BMW “twoseater”). Hij overhandigde me het rapport, nam het even met me door en gaf me tot slot de factuur.
Ik vroeg of ik verder nog ergens iets moest tekenen ofzo.“Neu, niets te tekenen, maar vooraleer ge vertrekt geeft ge hier (rechterwang) nog even ‘n kus”.
Nou, hij kreeg er wel twee!
Want onze Selena is met vlag en wimpel geslaagd met als slotconclusie: “Selena is well equiped and carefully maintained.She is in very good condition, definitely safe and insurable” en dat is allemaal Bas’ verdienste.
Bas is gisteren na uitklaren langs het eiland Jost van Dyk richting Norfolk gegaan.
Over twee weekjes hopen we elkaar daar ergens weer te zien.
Zondag 17 maart vliegt Monique hondsvroeg naar huis. Het was een korte
nacht met tropische buien. De taxi-opstapplaats is een huisje met kantoor en
afdak, normaal tegen de zon, maar nu vooral tegen de regen. Daarom zit er een
poes op de enige zetel onder het afdak, met een mengsel van wantrouwende en
smekende blik “kom aub niet dichterbij want dan moet ik, ondanks mezelf, weg en
dat wil ik niet”. Dus blijven we maar op 2m afstand op een muurtje zitten en
poes in de stoel.
Later in de ochtend ga ik naar de douane om uit te klaren. Er is niemand,
tot uiteindelijk de werkster maar mijn formulier voor loket 2 klaarmaakt, waar
ik $ 4,12 moet betalen om bij loket 3 het papier te krijgen dat ik uitgeklaard
ben.Een laatste kop koffie bij Cay Marina waar ik tussen de $ 10mln+ jachten (achter me ligt een Huisman-motorjacht (de Helios) dat meer in de richting van $100mln gaat) MIJN AOW AANVRAAG! De tender van de Helios zou er niet van kunnen tanken.
Ik besluit diesel te halen in Soper’s Hole, daar kom ik toch langs. Aan de
makkelijke brandstofsteiger, de reden van mijn besluit, blijkt de diesel op.
“Tomorrow..... maybe”. De laatste dock heeft wel diesel, met een vuleind voor
vrachtschepen. Maar het lukt, tank en jerrycans vol. Aan de bunkersteiger ligt
voor me een 25m zeiljacht uit Rhodes Island geparkeerd. As ik terugkom van
betalen staat een stel zich te vergapen.
“That one is mine” zeg ik
op Selena wijzend, “so this one should be yours”.“Maybe we can afford a fender of this size” zegt de dame van het stel, “but that’s where it stops. Where’re you from?” Wow, awsome, etc.
Intussen vallen er zware buien uit donkergrijze luchten.
Evenwel, als ik Soper’s Hole uitvaar trerkt het open, hijs ik het
grootzeil, rol de fok uit en zet koers naar mijn laatste BVI-waypoint tussen
Jost van Dyke en Tabago. Eerst langzaam, maar tussen beide eilanden trekt de
wind aan en staat er een hoge, niet te lange deining. 8kn zegt het log. Ik zet
een rif en zeil een tijdje 7-7½ kn. Lekker hard, maar onrustig. Het lijkt de
Duitse Bocht bij 6Bf. Eerst nog even racen naar waypoint Cape Hatteras op bijna
1200M.
Ik ga naar beneden, pak een blikje limo en hoor een heel harde klap. Een
brekende golf tegen het vrijboord? Nee dit was veel harder. Boven zie ik dat de
scepter aan loefzijde, die buiten de kuip achter het spatzeil zit, tot de
fokkelier naar binnen is gebogen. Overal zitten spetters glimmend zilverwitte,
heel vette substantie. Aan de andere kant van de kuip en aan de binnenkant van
het lij-spatzeil zitten bloedspetters. Aan het loef-vrijboord kan ik niets
ontdekken. In het gangboord ligt iets wat een stukje vin zou kunnen zijn en nog
meer witte smeer. Aan de buitenkant van het loefspatzeil zit een koek witte
smeer. Het ruikt naar vis en is met koud water niet schoon te krijgen, ik smeer
alleen maar vet uit. WAT WAS DIT? De klap was héééél hard. Als ik dit geval tegen mijn hoofd gekregen zou hebben was ik K.O. geweest of erger. Ik zit niet meer rustig in de kuip in elk geval.
Ik zet een 2e rif, draai de genua nog wat in en loop nog steeds 6-6½ kn de nacht in, met jazz van een zender op St Thomas. Nog 1140M te gaan tot (een stukje buiten) Cape Hatteras.
Het is weer wennen, meer dan de 1e dag vanuit Tenerife. Niet
lang na donker en een bordje Japanse noodles (heet water en meel met een
smaakje, ik heb geen zin in kokkerellen) te kooi, keurig bij ieder wekkertje
eruit, maar de maandag ben ik moeiig. De zon brandt, in de kuip is het heet en
nat door veel buiswater.
Een (door het wekkertje onderbroken) middagslapje helpt. Ik zeil nog steeds 5-6kn op 2x gereefd grootzeil en 2/3 fok, halve wind,
korte golfslag, 1-1,5m, 3sec, met af en toe flink wat wit water over.Ik bekijk de naar binnen gebogen scepter nog eens. De impact was enorm, wat er tegenaan vloog had een hoge snelheid. Had ik die klap tegen mijn hoofd gehad, had ik mijn nek gebroken en was ik – bij constante wind – levensloos Chesapeake Bay ingezeild. Had ik zeker de krant gehaald.
Mijn theorie is dat het een vogel geweest moet zijn die net in een duikvlucht een prooi had gepakt en even Selena niet zag. Waar ik zeilde toen het gebeurde was er een flink aantal aan het vissen, “puntstaarten”, grote vogels. Maar wat de prooi dan was, bestaande uit zilverwitte vettigheid??? Een nog niet onderkend gevaar voor zeilers : de visvogelbom.
Ik bestudeer de aanloopmogelijkheden: Norfolk of, vlak voor Cape Hatteras
Morehead-Beaufort edn dan een stuk Intra-Coastal-Waterway (ICW). Om Cape
Hatteras moet je met een grote boog heen, er zijn ondieptes en er staan
gevaarlijke zeeen. Laten we eerst maar zien hoe de voortgang blijft – en de
wind en de rest van het weer!
Twee dagen op weg. Het zeilt hard, maar onrustig. Halve wind, rond 6kn,
half inkomende zeeen die tegen het vrijboord klappen. Klappen die ik tenminste ken.
Het is heet en nat in de kuip. Bij mijn eerste ochtendkopje koffie krijg
ik, terwijl ik aan loef onder de buispak zit, direct een emmer water over me
heen. In de loop van de middag neemt de wind wat af en ruimt hij tot iets
achterlijker. Comfortabeler, maar ten koste van de vaart. Eind middag/begin
avond verdwijnt de wind bijna geheel. Over bb zie ik een bui en haal de boom
uit de genua, je weet maar nooit. Maar de bui verdwijnt achter me en de wind
komt weer een beetje terug.
Monique geeft over de satfoon NO -> O -> ZO 4 -> 3 -> 2, maar
oostelijk van Hatteras voor zaterdag een heksenketel met 8-9. Ik had na lang
studeren al bedacht maar naar Morehaed City-Beaufort NC te gaan en dan de ICW
naar Norfolk te doen. Zeilen is vooral een mentale sport, als je bedacht hebt
hoe het zal gaan, gaat het anders en moet je weer gaan puzzelen.
Nog 890 naar de Beaufort-Morehead Inlet.
Het is woensdag 20 maart intussen.
Een onrustige nacht: steeds minder tot geen wind, wel deining. Selena zeilt
intussen pal N ipv NW. Gijpen dan maar
en boom in de genua, om 2 uur ’s nachts een vervelende bezigheid, die
uiteindelijk niet echt helpt. Na het ontbijt van youghurt met banaan en wheatabix haal ik de 2e genua omhoog. Als ik hem heb aangeslagen voel ik me slap. Te weinig ontbijt? Ik schenk een glas sinaasappelsap in. Het schuimt als een onvoorzichtig ingeschonken Duvel. Ik heb hem gemaakt van een pakje FCOJ (voor wie zich afvraagt wtisdat: download de film Trading Places), dat is minder gesjouw uit de super. Een kleine tic bij het ontbijt, moet mijn M aanspreken. Ik neem nog een glas met twee scheppen suiker en na 10min zitten is de slapheid weg. Op het passaattuig dobberen we nu met een kleine 3kn richting de Beaufort-Morehead Inlet.
Om 7:30 a.m. gaat een containerschip 1M voor me langs – zoals een uur eerder met gepiep aangegeven door de AIS. Ik haal een dood en stijf vliegend visje uit het gangboord, nu van normale maat, ca 12cm lang. Een eenzame puntstaartvogel (een potentiele visvogelbom?) komt uit het niets aanvliegen en verkent een kwartier lang de mast als landingsplaats. Van onderen is hij wit met twee zwarte strepen. Het is loom en warm, half bewolkt, en ik ben blij dat de zon af en toe weg is.
Aan het einde van de middag is de wind bijkans weg. Dat biedt kans voor een koel biertje bij zonsondergang: motor aan, accu bijvullen en koelkast aan! Een koud biertje op de warme oceaan: heerlijk! Na het biertje is er weer en beetje wind en gaat de motor uit.
Vrijdag 22 maart: alle 5 6 7 8 die Monique gisteren over me heen zag komen
is weg. Nu is het 1, 2 max 3 wat ze voorspelt, hoofdzakelijk uit NW, de koers
die ik nog een kleine 700 heb te varen.
Relax, nog 10 dagen om in de VS te komen.
De maan is iets meer dan half, in de 2e helft van de nacht is
hij weg en dan zijn er heel veel sterren. Om een uur of 8 of 9 zit ik in de kuip, meer
proberend nog enigszins wat snelheid en koers te organiseren dan naar de hemel
te kijken, maar als ik toevallig zuidelijk kijk, zie ik een verlichte stip,
groter en roder dan een ster, met een vaart schuin omlaag schieten, zonder
staart overigens. Boven de horizon “gaat hij uit”. Vliegtuig? Nee, zou er
anders uitzien, hoewel ik ook niet zou weten hoe anders. De Grote Inslag van
een meteoor die een einde gaat maken aan Era van de Mensch? Ik zit een kwartier
te wachten op het rood worden van de zuidelijke horizon, een schokgolf, een
tsunami. Maar er gebeurt niets, Selena schommelt, de zeilen klappen en de
voortgang blijft 0. Ik geloofde hier ook al niet zo in, anders had ik wel naar
de satfoon gegrepen voor een laatste snikkend afscheid van mijn geliefden.
Verder nog angsten? Nee, ik voel me volkomen op mijn gemak. Windkracht 0 is
alleen frustrerend met nog 650M te gaan. Windkracht 6 is flink onrustig en ik
moet dan heel voorzichtig bewegen om niet ergens tegenaan gesmakt te worden of
hete koffie over m’n hand ipv in het kopje te gieten, maar bang, nee.
Wel heb ik enge gedachten. Visvogelbommen. Hoe moet het zijn om (hoezo?, ik
ben altijd aangelijnd) overboord te gaan en het schip weg te zien varen? Wat
als ik door het gangboord loop en een haai schiet uit het water en hapt mij een
been af? Of springt in de kuip waar ik lekker zit te lezen en kan er,
spartelend en happend naar mij, niet meer uit?
Ik heb nog geen driehoekige vin gezien, maar zal vanwege het
haaiengedachtespinsel niet overboord gaan om te zien of er waterplant aan de
kiel blijft hangen. Want naast vliegende vissen en een enkele puntstaartvogel
is er veel geelgroen aan de oppervlakte drijvend waterplantenzooi, hele velden
soms. Soms hangt er een stukje aan de roeras van Seleentje (de stuurautomaat),
maar dat is ook snel weer weg. Onder het schip zal het daarom ook wel schoon
zijn
De volgende morgen vraagt Monique of ik de meteoriet gezien heb, die was op
het nieuws. Het was er dus een. Zaterdag is op haar weerkaartjes wit, dwz geen
wind, en zondag komt er wind uit ZW toenemend tot 4 die in de loop van de week
langzaam ruimt naar N en daarbij weer afneemt. NW is pal tegen, maar beter
opkruisen dan geen wind.
’s Avonds laat komt er weer wind, ZZW 2 à 3. Midden in de nacht
wordt ik mijn halfuursdutje gestoord door zeilengeklapper en kletterende regen.
De maan, helder in zijn laatste kwartier, is intussen onder en met de (regen-)
bewolking is het aardedonker. Op de plotter zie ik dat ik pal oost vaar ipv NW.
Ik laat het zo, een lokaal storinkje denk ik, en inderdaad, een half uur later
varen we, zonder ingrijpen, weer NW.
Maandag 25 maart 19:00: aanschietende wind op een wilde zee. Ik blijf
zoveel mogelijk binnen. De raampjes aan loef geven uitzicht op een donker
wordende hemel, die aan lij op warrig grijs water met witte koppen. Zo nu en dan
slaat er zo’n kop de kuip in. Voor de schipper vermoeiend.
Gedurende de dag was de wind ZW 4-5 en vlogen we nog prettg met 6kn op
ons waypoint BM af. Ik had mijn
jaarlijkse God-kick met de Mattheus Passion. In de middag begon de wind wat te
ruimen en aan te trekken. Kletsnat bij hijsen kleine fok (genua inrollen gaat
vanuit de kuip) en niet veel later nog eens bij het zetten van het 2e
rif.’s Nachts zet ik het 3e rif. Selena zwoegt dapper voort, niet te hoog aan de wind, golf op, golf af.
Ik wilde met een Big Bang met pensioen. Die kwam er, op dinsdag 26 maart
3:30 a.m. EDT (Amerikaanse tijd), plaats 30o06,7’ N 72o55,5’E.
De zeilen waren opeens stil, Selena zwoegde niet meer, maar ging loom op en
neer op de deining. Het dek was leeg. Naast het schip, over sb, hing de mast.
Een filmisch gezicht, in het maanlicht is de oceaan ook blauw een klaarhelder,
een mast met grootzeil en fok naast het schip, omlaag, als een reflectie in het
water.
Maar het is realiteit, de mast hangt echt aan de verstaging naast het
schip. SHIT.
Hier is Monique’s verslag vanaf de wal:
Maandag 18/3/13 10.00
sat.tel
Positie:
20°25´N/65°59´W (nog 1011M tot Morehead City/Beaufort = nieuwe bestemming ipv
Norfolk)Het is hobbelig, twee riffen en kleine fok. Op een gegeven moment was hij even beneden iets pakken en hoorde een verschrikkelijke klap; schrok zich dood natuurlijk en ging kijken. In de kuip lag een zilverachtige slijmerige substantie en ook was spetters bloed maar verder niets. Bas denkt dat het een vogel is die tegen Selena is opgebotst, ik denk meer aan een vis (een vliegende?). Ik zal Bas ook vragen of de windmolen misschien draaide, want in het verleden hebben we wel meegemaakt dat een meeuw daar bijna een gebroken vleugel aan overhield.
19/3/13 19.00
sat.tel Positie:
22°01´N/67°04´W
Bakstag windje,
rustig, 5 knopen. Bas verwacht per etmaal 1,5 tot 2° noordelijker te komen,
sturend op 77°W.
21/3/13 10.00 sat.tel Positie:
23°43´N/68°30´W (nog 780M tot Morehead City/Beaufort)
Bas heeft een
windstille dag achter de rug maar ziet nu de barometer snel dalen dus heeft uit
voorzorg vast 2 riffen gestoken.Het weer voorspellen is moeilijk, want het komt er nogal precies op aan wáár Bas zit. Zit hij iets meer naar N/Z/W/O dan is de windrichting alweer anders omdat de wind vast aan het oefenen is in kringetjes draaien om straks als volwassen orkaan te kunnen razen. Ik kan dus eigenlijk alleen globaal zeggen hoe hard de wind op een bepaald tijdstip zal waaien maar niet direct uit welke richting.
De “2° noordelijker per dag” haalde Bas deze dagen niet, maar daar was ik bij het bekijken van de weersvoorspelling wel van uitgegaan dus blijkt (pas na tel. met Bas) dat ik veel te noordelijk gekeken heb. De voorspellingen voor de komende dagen geven heftige wind op donderdag, zondag en maandag.
22/3/13 10.00 sat.tel Positie:
25°00´N/69°08´W (nog 697M tot Morehead City/Beaufort)
Bas klinkt down
en als ik ernaar vraag: “’t gaat”. Gisteren heeft hij behoorlijk harde wind
gehad, nu geen wind, vaartje van 1,5 knoop.
24/3/13 10.00
sat.tel
Positie:
25°39´N/69°47´W (nog 645M tot Morehead City/Beaufort)
Weinig wind dus
weinig opgeschoten. Vannacht kwam aan de oostkust van VS een meteoor/”vuurbal”
langs; heeft Bas die gezien? “Eh, ja het was een flinke ster die langzaam
verdween, nee geen vuurbal”.
25/3/13 10.00
sat.tel
Positie:
28°26´N/72°11´W (nog 435M tot Morehead City/Beaufort)
Het waait hard: 2
riffen en kleine fok en toch nog 6 knopen.De zelfstuurinrichting “Seleentje” deed het op een gegeven moment niet meer; bleek een grote tros zeeplanten aan te hangen; heeft Bas met pikhaak met wat moeite er weer af kunnen krijgen dus het werkt weer (gelukkig!)
26/3/13 8.45 sat.tel
Bas belt meer dan
een uur te vroeg (dus heeft zich niet per ongeluk een uur verkeken.... ik voel
me daar niet prettig bij).Ik zeg: “Wat ben je vroeg!!!”
Zegt-ie: “Ja, ik ben m’n mast kwijt” (op een toon alsof de suiker op is)
“WAT!?!?!?!”
“Ik ben m’n mast kwijt....
Het waaide heel hard dus ik zeilde met 3 riffen en een piepklein fokje, had de schoten niet al te strak getrokken. Was even binnen en ineens, na al dat lawaai van de rukkende zeilen, werd het stil. Nou toen wist ik het al....”
“Ik ben bang dat ik de mast aan de oceaan moet offeren”
Dat betekent behalve niet meer zeilen, geen radar en wat er al niet mee aan instrumentarium aan en op die mast gehangen is (ook geen zelfstuurinrichting meer????). Ook electriciteit moet herstelt. Wat ben ik blij dat Bas verstand van dat soort zaken heeft en nu niet als een linkshandige sukkel in huilen uitbarst omdat ie niet weet wat ie nu moet doen!
Gelukkig zegt hij genoeg brandstof te hebben om de rest motorend af te kunnen leggen, maar zonder mast wordt dat nogal oncomfortabel ben ik bang. Hij gaat de rommel opruimen en belt me daarna terug.
10.35 sat.tel Positie:
30°07´N/72°55´W (nog 330M tot Morehead City/Beaufort)
“Alles ligt nu op
de bodem van de oceaan”De preekstoel heeft een flinke klap gehad; de zeereling is niet meer in orde maar verder kan hij nog niet goed zien wat de schade is omdat de maan nu weg is en het daar stikdonker is.
Over een paar uur weet hij meer.
Ik druk hem op het hart extra voorzichtig te zijn.
Ondertussen heb ik de weerberichten voor morgen en overmorgen en die maken het er niet leuker op: nog steeds heel harde wind, voornamelijk uit het NO dus pal tegen.
Zonder mast en zonder zeil is het schip lichter en aan de golfbewegingen overgeleverd. Dat wordt dan hindernissen springen en van links naar rechts gegooid worden ... ARME BAS!!!!!
De adrenaline giert door mijn lijf maar ik kan er geen kant mee op. Ik zou nu graag bij Bas zijn en even over z’n bol aaien...
En dan vertelt Bas me ook nog dat hij nog maar ongeveer 35 minuten kan bellen met de Satphone omdat dan zijn beltegoed op is, dus dat worden korte gesprekjes juist op een moment dat hij misschien wat langer zou willen praten.
Hij moet nog 330 mijl. Ik reken uit dat als hij gemiddeld 4 knopen vooruit gaat (want hoge golven beperken de voortgang) dan doet hij er zo’n 3½ dag over naar Morehead City/Beaufort. Bij 3 knopen gemiddeld is dat alweer een dag langer.
Ook heb ik al
gezien dat het voor Bas geen zin heeft om naar een andere haven uit te wijken;
hij zit naar het westen net zo ver van de kust als naar zijn geplande
bestemming.
Ondertussen begin
je natuurlijk ook te denken hoe het nu verder zal gaan als Bas eenmaal aan land
is: zeilen kan niet, gaan we dus motoren? Op zich is daar niets op tegen,
afhankelijk van wat we willen doen: een rivier op is misschien wel zo handig
zonder (gestreken) mast.Of zal Bas toch zo snel mogelijk weer een mast willen hebben? En wat moet er allemaal niet weer opnieuw aangeschaft worden! Die dingen zullen ook door Bas’ hoofd gaan. Ik heb toch zo met hem te doen en vind het zo vervelend dat hij nu helemaal alleen is in die barre omstandigheden!
18.15
Bas belt! En voor
ik iets aan hem kan vragen zegt hij: “Alsof het niet goed genoeg was...., toen
ik na ons telefoontje weer naar beneden ging hoorde ik weer een harde klap en
gesis”Bovengekomen zie ik dat het reddingsvlot zichzelf heeft opgeblazen (“is dus niets mis mee”, dit omdat de surveyor heeft geeist dat dit vernieuwd zou worden). Ik heb het zo goed en kwaad als het kon naar het schip getrokken, dus dat hangt nu achter me aan”
“Oh nee! Wat vreselijk! Ik wou dat ik nu bij je was om je te troosten”
Bas, trillerig: “Ja, ik zou nu ook het liefst lekker met jou onder een deken gaan liggen” en “het leek zo mooi”; moesten allebei even huilen.
Ik vraag hem hoeveel mijl hij per dag denkt te doen (hij heeft sinds vanmorgen 8 mijl afgelegd) maar het enige antwoord daarop is: heel langzaam.
19.00 uur
Ok en Willem op
de hoogte gebracht. Ok belde direct en suggereerde een Mayday uit te zenden. Volgens
mij mag dat alleen als je in levensgevaar bent, dus dat hebben we maar niet
gedaan. Hoe cru het ook klinkt, Bas is nu een motorboot geworden, maar kan op
eigen kracht varen hoe ongemakkelijk dat ook is. Wil belt me later het dichtsbijzijnde coast guard station door: Elisabeth City (met helicopters!). Ik denk dat ik die morgen een mail stuur dat mijn man NIET van zijn schip af wil, maar alleen om ze te laten weten waar hij zit en wat de situatie is.
Ik heb een knoop in mijn maag, vooral omdat ik me de ellendige situatie waarin Bas nu verkeert zo goed kan voorstellen.
Straks toch maar naar mijn koortje, voor de afleiding; ik kan nu toch even niets doen.
27/3/13
10.00 Positie: 30°48´N/73°28´W (nog 278M tot Morehead
City/Beaufort)
Bas heeft dus toch nog 50 mijl kunnen maken dit etmaal.De weersvoorspellingen t/m vrijdagmiddag zijn en blijven NO4 (volgens Bloosee zelfs 25 tot 40 knots!). Ik geef hem de tip door die ik van Willem kreeg om iets meer naar het Westen te gaan zodat hij iets dichter onder de kust komt. Als ik het goed begrijp zegt hij dat hij al zoiets van plan was.
Ook druk ik hem op het hart het advies van Willem op te volgen: ’s nachts gaan bijliggen met een ankerlichtje en slapen en vooral ook goed eten! Bas beaamt dat en zegt dat hij gisteren na de gebeurtenissen inderdaad “lethargisch op de bank” zat; geen zin in eten, geen zin in drinken; geen zin in niks. Maar hij heeft zich toen herpakt is heeft en blik snert opengetrokken.
Kustwacht nog niet bellen vindt Bas ook het beste. Wat
dieselolie betreft hoopt hij genoeg te hebben want door de hoge golven tegen en
de weerstand van het vlot op het dek is de voortgang maar langzaam. Laten we
hopen dat hij het net haalt en anders kunnen we altijd nog de kustwacht
inschakelen.
28/3/13 10.00
sat.tel
Positie:
31°47´N/74°27´W (nog 203M tot Morehead City/Beaufort)
75 mijl afgelegd
dit etmaal, dat zou kunnen betekenen dat hij nog ruim 2½ dag moet varen dus
zondagmorgen aanlandt. Gevraagd naar hoeveelheid dieselolie:
“kiele-kiele”.
29/3/13 10.00
sat.tel Positie: 33°00.5´N/75°23,8´W
(nog 114M tot Morehead City/Beaufort)
89 mijl afgelegd.
Het is iets rustiger. Bas heeft nog voor 18 uur diesel in de tank en nog een
jerrycan die goed is voor nog eens 9 uur. Zoals het er nu naar uitziet gaat hij
het net niet halen.We besluiten te wachten met het informeren van de kustwacht tot hij dat zeker weet (“als het veel rustiger wordt kan ik op die hoeveelheid meer mijlen afleggen dan nu en haal ik het misschien net wel”). De wind die voor vandaag op het menu staat is Noord 4 en dat helpt niet, morgen neemt hij als het goed is behoorlijk af naar 2 of zelfs 1. Duimen en bidden!
Ik vraag me
ondertussen af of het wel zo verstandig is nog eens 24 uur te wachten (op Bas’ volgende
telefoontje) want dan heeft hij dus nog maar voor 3 uur brandstof......
En ALS we hulp
nodig hebben, hebben die ook weer enige tijd nodig om ter plekke te geraken. Op
een kaartje dat Ok me stuurt zoek ik op hoeveel boten er bij Bas in de buurt
varen; da’s jammer, geen een! Vissers zitten hier niet (blijkbaar geen vis) en
wat loodsboten aan de kust; geen jacht te zien (is ook nog veel te koud!).
Had Bas om 21.55
(GMT) aan de telefoon: “Het wordt nu tijd om de coast guard te bellen. Ik heb
nog voor 10 uur diesel = 40 Mijl, en ik heb er nog 80 te gaan. Ik heb 10
gallons nodig. Ik heb VHF emergency antenna (dwz 1 mtr. hoog). Ik kan AIS
ontvangen, maar niet zenden”
Hij geeft me
zelfs het telefoonnummer van Port Macon (ik had vanmorgen al het nummer van
Elizabeth City opgezocht, maar blijkbaar heeft Bas andere ideeen).Hij wil me over een half uur terugbellen om te horen hoe en wat, ik zeg hem daar anderhalf uur voor te nemen (omdat ik denk dat het zo vlug allemaal niet geregeld zal zijn).
Ik bel het door hem opgegeven nummer, wordt doorverbonden en geef het bovenstaande door met uitleg over het hoe en waarom; allerlei gegevens worden gevraagd (gelukkig weet ik de meeste).
Zij vragen mij om straks aan Bas door te geven dat hij hun moet bellen en of ik ook nog eens wil bellen als ik Bas gesproken heb.
Nu is het wachten tot 23.30...... (had Bas toch gelijk met zijn half uur!).
Ik merk dat ik er op de een of andere manier ineens rustig van word; ik heb het in de hand nu.
23.30 belt Bas
weer. Ik vertel hem dat hij zelf ook met het station moet bellen omdat ze meer
informatie betreffende “communications” willen weten. Dat zal hij meteen doen
en we spreken af dat we elkaar morgen om 10.00 uur weer spreken tenzij het
eerder gewenst is (van Bas zijn kant, want ik kan hem niet bellen zo lang zijn
sat.tel. niet “open” staat).
Om 23,45 bel ik
met hetzelfde nummer.
“Yes, your husband did contact us. We asked him to give us
an update every 2 hours. We’re looking at some commercial vessel to take him
some fuel. But for now, he is safe. He did ask us to ask you to upcharge his
sat-phone once more”.Ik heb ze hartelijk bedankt, gezegd dat het zo’n opluchting is te weten dat ze op de hoogte zijn van zijn situatie, etc.
“No problem, ma’am, and if you’re not sure…. Don’t hesitate to call us”. Pfoeoeoeoeoeh!
Morgen meteen de sat-phone weer opladen…..
30/3/13 10.00
sat.tel
Positie: 34°17´8N/76°26´4W
(nog 23M tot waypoint = een boei waarna nog 10 Mijl)
De olie is nu
echt bijna op en Bas heeft nog niets of niemand gezien. Bas gaat na dit telefoontje
weer bellen met de kustwacht en zal dit melden. Ik bevestig dat ze mij ook
vertelden dat ze op de een of andere manier brandstof zouden regelen. Bas belt
me als een en ander geregeld is (of niet).Was bezig zijn satphone op te waarderen maar Bas vond dat niet meer nodig.... “ik red het wel met wat er nog opstaat en straks heb ik wsch bereik op mijn mobiel”.
Als ik vraag of ze nog kunnen annuleren krijg ik de volgende boodschap terug: “We zullen de opdracht cancellen. We willen u vragen om in noodsituaties ons in het vervolg tijdig te informeren tijdens kantooruren zodat we voorbereidingen kunnen treffen.”
Ik heb ze dus even gebeld en heel vriendelijk duidelijk gemaakt dat je noodsituaties meestal niet ziet aankomen, dat ik gisteren niet kon weten dat hij om de 2 uur met de kustwacht moest bellen en dus sneller door zijn beltegoed heen zou zijn.
Heel verhaal over “hoeveel werk het wel niet is (“moet ik 3 man voor inschakelen” ???) om op te waarderen, zeker in een Paasweekend”.
Nou ja, je moet ze te vriend houden dus ik heb ze hartelijk bedankt voor “al hun moeite” maar het is nogal in schril contrast met de manier waarop de amerikaanse kustwacht je benadert!
’s Middags belt
Rik die wil weten hoe het gaat en die ook al dagen met een knoop in zijn maag
zit. Kan hem geruststellen en breng hem op de hoogte. Ik krijg veel mailtjes en
telefoontjes van mensen die me een hart onder de riem steken; heel life.
Ik bedenk me dat
ik om een uur of 17.00 (in VS 6 uur eerder) zelf met de coast guard ga bellen
om om een “status update” te vragen.
16.15 Sinds
vanmorgen niets meer gehoord van Bas, noch van coast guard.
Ik houd het niet
meer en bel de coast guard. Denk eerst dat ze niet weten waar ik het over heb,
maar dan krijg ik ineens een andere man aan de lijn: “Yes, ma’am, here chief
Tate (of zoiets). I can
tell you your husband is fine. We sent a small boat out to give him a tow. He
is now at the portside marina. I will send a message that you called and ask
him to call you.”“Thank you so so so SOOOO much, this is really a big relief!!”
“You’re welcome ma’am”
Nou Bas nog spreken.......
Gelukkig is deze
nachtmerrie nu voorbij!!!!
Vlak na mijn
telefoontje krijg ik Willem en Miriam aan de lijn die ik het goede nieuws
meteen kan meedelen, daarna bel ik Ok en Wil.
Ik dank hen in
het bijzonder voor hun ondersteuning in de afgelopen dagen.
In het laatste
Bas Bulletin zal ik alle anderen bedanken voor alle meevoelende mailtjes,
telefoontjes en ondersteuning in de afgelopen dagen.
Alles is nu weer
goed en wat er met Selena gebeurt zien we wel. Misschien roept Bas wel dat ie
een camper wil huren en weg van het water!
En anders gaan we
de komende tijd met haar op
Ik probeer Bas te
bereiken op zijn mobiel maar krijg antwoordapparaat.
Gelukkig ontvang
ik later een e-mail met als onderwerp: “Ik leef! ....GSM doet het niet
hier ...”
Merlijn is bij
mij te logeren (hij is onwetend van het “drama” maar begrijpt wel dat Bas is
aangekomen) en tijdens het avondhapje zegt hij: “Oma, als opa nou heel beroemd
wordt dan hoop ik dat ze een vliegtuig naar hem noemen”.
“O ja!? Maar
welke naam krijgt dat vliegtuig dan?”“Euh.... The Bas Captain! Ja! The Bas Captain!!!!!!”
Juist ja.
Om ca. 21.30 word
ik gebeld door de amerikaanse coast guard met de mededeling dat “my husband is
having some difficulties with his GSM” etc. Ik weet niet meer precies wat hij
zei maar het kwam er op neer dat hij namens Bas even wilde laten weten dat de
telefoonverbindingen niet helemaal lukte en dat hij tot maandag moet wachten
tot hij “vrij” komt. Heb gezegd dat ik zijn boodschap waardeerde maar dat ik
inmiddels een e-mail via iPad van Bas had gekregen en beantwoord. That
was OK.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten