Vrijdag 2 september
Na 5½ uur erin te hebben gezeten vanaf Logan Airport, stapt
Ok in Rockland om half vijf uit de bus. Naar de boot lopend is het beer-o’clock
als we langs de Rock Harbor Brewery komen. Het prettige is dat je hier in
micro-breweries flights kunt krijgen,
een plankje met naar keuze vijf glaasjes van hun brouwsels. Daarna neem je dan
nog een pint van de lekkerste. In opperbeste stemming pruttelen we in de dinghy
naar Selena om Ok’s tasje af te zetten en gaan dan weer naar de wal en eten in
Fog (heerlijke gerechten gemaakt van streekingredienten, warm aanbevolen voor
wie ooit in Rockland belandt). Ik heb er de avond eerder ook al gegeten en ben blijkbaar
onweerstaanbaar (of ik heb goed getipt), want, hoewel er een dozijn mensen
staat te wachten, geeft de mooie zwartharige serveerster ons meteen een
tafeltje.
Za 3 september.
In 5½ uur varen we naar Port Clyde, waarvan 3 uur op de motor wegens
zwakke wind die onderweg ook nog gaat tegenstaan. Hier gaan de eerste kreeften
voor ons in de pan. Eén (new shell) kreeft met corn on the cob en cole slaw
kost $19, de 2e kreeft $6 meer. Makkelijke beslissing.
Je eet hier aan 8-persoons picknicktafels, dus krijg je als
het druk is mensen aan het andere eind. Wij krijgen drie dronken vissers
toebedeeld.
“We’re a bit loud” (dat zijn ze), “ if you think we’re too
loud we’ll sit somewhere else” herhaalt een van hen een paar keer.
Ze voeren geen gesprek, maken slechts incoherente grappen
naar elkaar toe. Ze bestellen eten voor een weeshuis. Een steekt een paar keer een
sigaret op en maakt die onmiddellijk weer uit, roken mag niet op een eet-terras.
Als alles op is, gooien twee een stapel dollars naast het bord van nummer drie,
die met een card wil betalen. Het tellen van de dollars en lezen van de check
gaan moeizaam. Intussen hebben wij onze kreeften van al het eetbare ontdaan. Er
komt, hij al tellend, toch nog een soort gesprek op gang. Over hoe moeilijk de
(lobster-)vissers het hebben: de dure brandstof, de hoge prijs van de bait die in de traps gaat ($900/ton), de strenge regulering die er is om de kleine
vissers te pakken, de belasting.
Hij strompelt achter de anderen aan naar een klein bootje,
dat we later in het donker voorbij zien zwalken. We gaan er maar van uit dat ze
blind de weg kennen tussen alle eilandjes en ledges door.
Zo 4 sep begint met een vet Amerikaans ontbijt in de General
Store: eieren met spek en worst en fried patatos en toast en blueberry pancakes
met stroop. We kunnen er weer tegen.
Er staat geen wind en we stomen de hele afstand tussen
eilandjes en ledges door, langs Pemaquid Light, een ommetje door Boothbay
Harbor, en dan door de Townsend Gut naar Five Islands aan de Sheepscot River
waar we een vrije FIYC-mooring vinden.
Steamers blijken onbekend bij Ok, dus daar beginnen we mee.
Daarna ieder een grote hard-shell lobster. Die is moeilijker te bewerken dan de
new=soft shell, maar bevat meer vlees. De Sheepscot River is diep en koud en
daarom stelt men dat hier de lekkerste lobster gevangen en geserveerd wordt. Ze
zijn inderdaad overheerlijk.
Ma 5 sep
De afgelopen week heeft de orkaan, later tropische storm Hermine
zuidelijk van Cape Cod het weer bepaald. Na door Florida en daarna tot North
Carolina langs de kust te zijn geraast, is “ze” de Atlantische oceaan opgegaan,
om vervolgens weer terug naar het westen te draaien. Widarra ontvluchtte
Menemsha op Martha’s Vineyard en zocht beschutting op de Providence River. Menemsha
was gezandstraald toen ze er terugkwamen, mailde Robin later.
Van wind was aan de Maine coast geen sprake, maar Hermine zorgde
wel voor een geweldige ocean swell. Uit
de beschutting van Five Islands komend klommen
en daalden we, in de rivier al,
over lange golven van een paar meter hoog. De NO wind kracht 3 was wel gunstig,
maar in de golfdalen was hij weg, zodat giek en genua door de beweging van het
schip heen en weer gegooid werden. Dapper hebben we toch nog 4½ van de 6 uur
gezeild naar Pott’s Harbor.
In het Dolphin Restaurant aldaar deden we het eens heel
anders: eerst oesters – waarvan Ok na aanvankelijk mwah nu ook groot liefhebber
is geworden na het opvolgen van Monique’s instructie: lang in de mond houden en
kauwen, dan verschuift de nasmaak van zilt naar notig – en een New York Strip
Steak. Voor de volgende dag stond Biddeford gepland, met een General Store die
lobster verkoopt, live or cooked, to take
or to eat.
Di 6 sep
De swell is er nog steeds, de beloofde wind NO 3 is er niet.
Helaas, motoren. Als we de buitenkant van Casco Bay ingaan begint het te
miezeren en al snel verandert de miezer in natte mist. Ik kan daar na Nova
Scotia vorig jaar niet meer nerveus van worden. AIS aan, af en toe op radar
kijken, en gewoon doorvaren. Twee keer komt er uit het niets een lobstervisser langs
ons maar verder is het stil. Er vaart op een halve mijl over bakboord
onzichtbaar een zeiljacht met ons mee (waarom zeiljacht? Het zijn de enige hier
die “maar” 6 knopen varen).
We gaan op nog geen kwart mijl langs Cape Elizabeth, de kaap
en vuurtoren zijn net vaag te onderscheiden. Zo komen we bij Biddeford waar de
Biddeford Pool Yacht Club een mooring voor ons heeft. We dinghy-en naar de
kant, ons verheugend op de kreeften die op ons liggen te wachten. Maar oh
deceptie, voor de General Store hier is het seizoen voorbij. Er is geen
bederfelijke waar meer, en de houdbare voorraad wordt uitverkocht met 30%
korting.
We gaan de deur uit met een omfiets/omvaar-wijn – die dat
ook blijkt te zijn – en drinken die bij de aan boord veel bereide spaghetti-met-tonijn.
Wo 7 sep
De mist is als we weggaan nog niet weg, maar voelt minder
nat en verdwijnt ook in de middag. De swell is veel minder, de wind laat te
wensen over. Om half vier zijn we in York en maken een ommetje. En gaan eten in
de York Harbor Inn, in de Ship’s Cellar Pub. Deze is gebouwd en ingericht als “the extravagant "down-below" quarters of the large Newport sailing vessels that once graced the waters off
the shores of Newport , RI . A "brightwork" of
mahogany, cherry, holly and teak surround you …”
We eten alweer ..., (ik moet zeggen dat deze minder smaakt
dan die in Five Islands, misschien is het Sheepscot River-verhaal wel waar).
Kittery Lighthouse |
Do 8 sep varen we de laatste mijlen naar “huis”. De zee is
weer rustig, er staat een zwak ONO windje en we kunnen een beetje zeilen.
Ivm het allerlaatste stuk dit jaar, de Piscataqua River op
naar Newington waar Selena de kant opgaat, gaan we met stroom mee de rivier op
naar de Badger island Marina, direct na de Memorial Bridge tussen Portysmouth
en Kittery. De enorme brug gaat op de minuut af op tijd omhoog voor mijn kleine
bootje en ik kan netjes tegen de stroom afmeren aan de buitensteiger van de
marina. Maar wegkomen om naar een box te gaan lukt niet zomaar. De stroom komt
niet alleen van voren, maar drukt de boot ook tegen de steiger aan. Met heel
veel geduw van de havenmeester, iemand die hem assisteert en Ok, en veel
motorgeweld komt Selena vrij, met een paar behoorlijke schrammen in de lak van
haar vrijboord.
Morgen is het nog maar 5M naar Great Bay Marine, waar Selena
bij laag water onder de vaste General Sullivan Bridge door moet, waar ze net
onderdoor kan.
We lopen naar het huis van M&K waar twee kittens die ik de komende week
gezelschap ga houden blij op mij wachten. Ons avondmaal genieten we bij Warren’s
Lobster House.
Na meer dan 3 maanden slaap ik weer in een bed ipv een kooi. Heerlijk.
9 sep
Om 11:30 am – Eastern Standard Daylight Saving Time – zou
het volgens verschillende tabellen laag water moeten zijn in Portsmouth en een
uur later bij de Sullivan Bridge over de smalle opening vanaf de Piscataqua
River naar Great Bay. Maar om twaalf uur stroomt het nog uit. We maken toch
maar los en gaan met een beetje stroom tegen de rivier op.
De eerstvolgende brug, de afgebladderde roestige Sarah Long
Bridge, staat al weken open: hij wil niet meer dicht. Dat laten ze maar zo,
want in november begint men aan vervanging door een nieuwe brug ernaast. De
volgende is de Interstate 95 Bridge, ruim 70ft hoog. Hoe hoog een brug ook is,
bij het aanvaren denk je een tijdje: past niet, mijn mast gaat eraf. Maar
eenmaal eronder zie je hoeveel er nog over is. Zo ook hier. Ok geeft me een
hand en een blik van ‘deed je hier zo moeilijk over’?
Nee, de laatste komt nog. De Sullivan Bridge geeft 46 ft
ruimte bij gemiddeld hoog en 52 ft bij gemiddeld laag water, dus halverwege 49
ft. En dat is zo goed als de hoogte van mijn masttop. Dus ik zou er bij LW ± 3h
onderdoor kunnen, LW ± 2h is veiliger. Maar 3 uur voor LW staat er een stroom
van 5 knopen Great Bay uit onder de brug. Dus is het toch zaak er rond
laagwater slack te zijn.
Volgens de genoemde tabellen zijn we er iets later, maar het
water stroomt nog steeds met 1 knoop naar buiten. Dat is verder geen probleem,
om 1:15 pm is Selena waar ze maandag uit het water gaat. Nu kan Ok mij met
recht een hand geven: na ruim drie maanden en 680M varen is Selena zonder
problemen (die ene lobster pot mag geen naam hebben) of schade (de schrammen
van gisteren zijn met wat plamuur en lak zo weg) terug op honk.
10 sep
Voor hij terugvliegt, nemen we in het Union Oyster House in
Boston een afscheidslunch en maakt Ok tot slot ook nog kennis met Cherrystones
en Littlenecks.
Hij vindt mij maar een “vreemde man” vanwege dat rondzeilen
hier, maar veelvuldig heb ik “schitterend!” uit zijn mond horen komen.
En dat
was het voor dit jaar.
21 sep.
Na een week (roest)plekjes wegwerken en winterklaarmaken en
gedachten als “waarom doe ik dit, ik haat boten” en zes uur in een vliegtuig ben
ik weer thuis.
Maine is een van de mooiste zeilgebieden, misschien wel het
mooiste, dat ik ken. Op geringe afstand zijn gezellige haventjes met moorings
en stille baaien waar je kunt ankeren. Vanaf Portland is overal beschutting van
eilandjes te vinden of kun je prachtige rivieren op. Ook dankzij het
buitengewoon mooie weer en met twee maanden Monique aan boord was het een
heerlijke, “schitterende” zomer.