dinsdag 7 oktober 2014

... nog wat foto's vanaf New York

Onze tocht mei-augustus 2014



Hollandse waar in South Norwalk








Captain's Cove Seaport, Black Rock Harbor met Chesapeake skipjack en Columbus' Pinta                


                 Als private yacht in Mystic Seaport
                           
             
                   Een dock in Newport
                 
 Marble House, een van de mansions in Newport, verjaarscadeau van meneer W.K.Vanderbilt
voor zijn vrouw Alva, wat haar niet weerhield van hem te scheiden.


   
                 Oesters, die we veel tot ons nemen
                             
                    Pastor (Joe) Biddle cooks lobsters
             
                                ... en die eten we (niet alleen Judy) allemaal op
                 
                       Dagje Boston
                                       
                Gay Head, ZW punt van Martha's Vineyard
                             
... en het vissershaventje van Menemsha waar maximaal zes zeiljachten binnen mogen liggen.
We're among the lucky ones

De zonsondergang vanaf de punt van de boot ...  en voor de vele niet-boters vanaf het strand

Nog meer kreeft, $ 7,99 voor one and a quarter pound, cooked 
                   
            Clams - littlenecks en cherrystones - rapen ...
                   ... om daarna te eten

         
Onze laatste zeildag van Marion naar Fairhaven zijn we niet alleen op het water

 Nog een stukje rijden door de White Mountains in NH en Maine
           
Verrotte knalpot en -pijp ....  
               ... en de nieuwe

     Door de uitlaat wat vervroegde winterstalling van Selena, ...
 
... tot klaarlijkelijke vreugde van Nena

zondag 31 augustus 2014

Bas (alleen) op Selena

Na Monique begeleid te hebben naar Logan Airport ga ik nog even Boston in en wandel langs The Boston Common, midden in de stad, het oudste park in de VS, naar de echte Cheers. Helemaal zoals in de serie, buiten en binnen, nu een toeristische must met een grote gift shop. Terug over de Common en door Chinatown naar de auto, dan naar de jongste zoon van J&J. Die woont diep in een buurtschap diep in een bos, in een  mooi, door de vorige eigenaar opnieuw opgebouwd, early colonial New England huis met een gigantische lap grond eromheen. We zitten rond een groot vuur, met marsh mellows op stokken om te smelten, buren erbij ("You sailed all the way from Europe? Wooow!") met wijntje en biertje, gezellig en geanimeerd. In de verte jankt een hond - denk ik.
"That's a coyote" zegt Jonathan. Coyotes jagen in groepen, omsingelen langzaam hun prooi, meestal een hert want die zijn hier overvloedig, en als de kring gesloten is, beginnen ze allemaal te janken. Het hert sterft waarschijnlijk aan een hartstilstand voor het wordt opgegeten. Een kwartier later klinkt uit de verte een koor van jankende coyotes - creepy.

Ik ga zondag mee naar de kerk, zoon Aaron en zijn Engelse email-vriendin Sam(antha) van drie jaar (I know, anglicisme), uit Wivenhoe, die hij deze week voor het eerst in levende lijve ziet, ook. Ik moet na een uur weg, om mijn bolide terug te brengen. Een goed excuus om enig moment de snor te drukken, denk ik.
"A good excuse to leave early", zegt Judy even later blijmoedig.
Een Fender-piano met een bevlogen voorzinger en -bidder, een vleugel, een orgel, twee gitaren, drums en een koortje begeleiden de gemeente in drie kwartier zang. Zie EO-tv op zondag. Het is een vrolijke bedoeling, mensen lopen in en uit, begroeten elkaar luidruchtig, ook als er gebeden wordt.
"So nice!", zegt Sam die bekent nog nooit een kerkdienst anders dan een trouwdienst te hebben meegemaakt, "except that you are born in sin, that's kind of depressing".
Ze zou eens een preek van dominee Sneef moeten horen ...

Maandag ga ik weer naar de boot: lakken, roestplekken wegwerken opruimen. En opties voor wat verder uitdenken. Hoelang gaat het duren: week verzending van geluiddemper, week bij de Customs voor inklaren, nieuwe pijp lassen. Ga ik over twee weken verder? Of laat ik Selena hier in de buurt?

De volgende ochtend, ik lig nog te doezelen, klimt een man de trap op. Hij doet de achterkajuit en het motorluik open en zegt als ik mijn hoofd naar buiten steek:
"How'r'y'doin'? The muffler arrived yesterday afternoon". Een wonder, na vijf dagen vanuit Nederland.
Hij stalt een werktafel met een lange pijp en een aantal bochten naast de boot uit, klimt -tig keer de boot op en af en knutselt een uitlaatpijp in elkaar met de nodige bochten en een omgekeerde U boven de waterlijn (had de oude niet waardoor water de knaldemper inliep) die in zijn geheel achter de demper past. Woensdag is alles klaar, in elkaar gezet en heeft Selena een uitlaat die mij zal overleven.
Ik start de motor om te horen en zien of alles goed zit (dat kan zonder schade vanwege de kielkoeling). De monteur is helemaal blij als hij hem hoort lopen.
"So smooth. British? Woooow!"
44 jaar oud? Nog meer Woooow.

Fairhaven ligt tegenover New Bedford, dat in de 19e eeuw de grootste whaling fleet van de VS had. De Charles W. Morgan, gerestaureerd op de werf in Mystic Seaport, nu Amerika's enige originele 19e whaler (die net weg was uit Mystic toen wij er waren), is afkomstig uit New Bedford. Nadat de walvissen in de buurt waren uitgeroeid, maakten de schepen steeds langere en verdere reizen, rond Kaap Hoorn de Stille oceaan op. De schepen waren normaal twee tot drie jaar weg om het schip met walvisolie (in vaten) te vullen. De langste reis van een whaling ship duurde ononderbroken 11 jaar (de Nile uit New London, vertrek 1848, aankomst 1859). Dat alles voor hoofdzakelijk huiskamerverlichting en balijnen voor damescorsetten (en nog wat meer).
De eerste stop was doorgaans de Azoren waar groente en levend vlees werd ingeslagen, en bemanning. Wellicht een verklaring voor de dichtheid van oorspronkelijk Azoorse Portugezen hier in de buurt (de helft van Joe's congregation is oorspronkelijk Portugees/Azoors).

De, in elk geval voor zeilers, beroemdste inwoner van Fairhaven (hoewel geboren in Nova Scotia) is Joshua Slocum die als eerste in zijn Spray, een 36ft oysterboat, in 1895-98 solo rond de wereld zeilde.

Fairhaven is dus een goede plek voor een solo-oceaanzeiler. Alleen: winterstalling in de Fairhaven Shipyard is duurder dan in de buurt van Martin en Kyle. Maar alleen naar Kittery varen, al is het maar 130M, daarin heb ik eigenlijk niet veel zin meer. Alleen beginnen en dan Monique aan boord krijgen is leuk, Monique van boord en alleen verder naar overwinterplek voelt leeg en verlaten. Ik bedenk een win-win deal die ik Fairhaven voorleg: nog steeds duurder dan in de buurt van M&K, maar niet duurder dan in Oriental.
Dus: Selena blijft op de kant hier en ik ga eind deze week naar mijn Monique, kinderen, keinkinderen en de open haard in herfstig Nederland.
Volgend jaar Maine, Nova Scotia en daarna zien we wel weer verder ....

zondag 24 augustus 2014

My baby left me

Monique again.

Zaterdag 16/8 
's Morgens zien we achter in de tuin een "groundhog" (alias woodchuck) schuifelen; een soort grote hamster die heel schuw is, maar zich blijkbaar al jaren tegoed doet aan alles wat eetbaar is in de tuin, met een voorkeur voor hosta's en alle groente en fruit die Joe probeerde te verbouwen. Hij is daarmee dus maar opgehouden.
Bij het ontbijt verklaart Judy blij: 
"I know now! You needed us and God took care we met!". 
Ik kan niet anders dan dat beamen. 

Vervanging van de pijp achter de geluiddemper is geen probleem, de geluiddemper wel.  Precies zo een is (weer) niet te vinden in de VS. Een bedrijf in Florida kan hem namaken, maar dat gaat in de papieren lopen. De Nederlandse producent heeft hem, maar hij moet geleverd via een handelsbedrijf, dat zegt hem op voorraad te hebben, maar niet direct te kunnen leveren; wel als hij besteld wordt door De Bruyn in Weesp.
Gisteren heeft Bas dat alles geregeld, met veel gedoe, weigerend internet en slechte telefoonverbindingen. Maar er komt een nieuwe uitlaatdemper aan uit NL (duurt 5 werkdagen minstens en dan hopen dat de douane niet traag is, en dan nog de installatie/laswerk). 
We weten nu waar we ongeveer aan toe zijn en besluiten: 
we huren een auto voor één weekje New England, met oa bezoek aan Kittery, daan vlieg ik naar huis; Bas blijft nog om reparaties in de gaten te houden, wat aan onderhoud te doen en een winterplek voor Selena te zoeken. 
We gaan vandaag weg uit Fall River en komen vrijdag 22/8 nog een laatste nachtje bij J&J voordat ik de dag erop naar huis vlieg. 

Dus halen we op zaterdag de huurauto op. Bas regelt het in het kantoortje terwijl ik buiten op onze tassen pas. Na lang wachten komt Bas opgewonden om de hoek: "Kom eens kijken!"...… en daar blijkt een zwarte Ford Mustang convertible (cabriolette) te staan pronken: "Voor maar $100 extra!" 
In het kader toys voor boys en doe eens gek, wordt die het dus! 
We zijn net een uurtje onderweg of Harris (de 79-jarige die we op Martha's Vineyard leerden kennen. Let wel: één avondje!) belt om bezorgd te vragen: "We saw your boat on the hard and wondered what happened" en om te melden dat als we hulp of logeeradres nodig hebben we zeker moeten bellen! Lief toch weer!! 
We rijden naar Plymouth, bekijken het replicaschip de Mayflower, Plymouth Rock en rijden door naar Salem (iets boven Boston, net over de grens in New Hampshire; het blijkt niet het stadje van de heksenprocessen en -verbrandingen in 1692, te zijn; er is niet veel aan). Na motel gevonden te hebben rijden we en stukje terug om te gaan eten in het Tuscan restaurant. De parkeerplaats puilt uit en wachttijd blijkt 1u 20m en dat vinden we, om 20.00 uur, te lang dus halen we eten bij de afhaal-Chinees er tegenover voor in onze hotelkamer. Heel goedkoop en da's te proeven ook! 

Op zondag ontbijten we en halen we allerlei Italiaans lekkers voor een picknicklunch bij de Tuscan Market (zelfde uitbater als van het restaurant). We rijden over mooie wegen naar Wolfeboro aan Lake Winnipesaukee. Vanwege mijn verjaardag kiezen we voor overnachting in een Inn, in een suite met uitzicht op het meer, salon met zitje, buro en grote TV, dan slaapkamer met ook twee fauteuils tegenover het grote bed (voor toeschouwers??) en alweer een grote TV en dan een luxe badkamer. De volgende ochtend zijn we het met elkaar eens dat drie keer zoveel betalen als voor een gemiddeld motel, voor wat meer ruimte, wat chiquere aankleding en wat mooi gekleurde flesjes naast het bad het geld toch niet helemaal waard zijn. 

De Mustang Cabrio bevalt hoewel het  halverwege de middag best wat frisjes wordt. Maar ja, dat dak moet open blijven, daar is tenslotte voor betaald (Bas: ".... en je ziet ook veel meer!" [¿?]) 
Eerst gaan de zijramen dicht; dat zet niet echt zoden aan de dijk. Dan maar een fleecevest aan, dat helpt iets (en eigenlijk zou een dekentje om de benen ook best lekker zijn,  over een lekker warme muts durf ik het niet eens te hebben!). 
Maar dan heb ik de oplossing: verwarming op hoogste temperatuur en hoogste blaasstand! En kijk al die voorbijgangers ons eens zien genieten van dat heerlijk vrije gevoel in de open lucht! 
Zo zoeven we langs Lake Winneepesaugi en over de Kancamagus Highway door de White Mountains met een grote omweg richting Kittery. 

Martin en Kyle tracteren ons als we aankomen op een tradiitioneel Maine's maal: lobster, corn-on-the-cob en baked potatoe. 
Kyle's moeder Neva, 97, heeft het druk met puzzels (zes tegelijk op de eettafel; de eetkamer is voor haar de puzzle room; Kyle heeft opgegeven te zeggen "Mum, it's the DINING room!"), crosswords, reading, "... and", wijzend op de verzameling whisky en cognac in de kast waarin ze nog meer puzzels heeft opgeslagen, "... when I'm done with that I can always get drunk!" 
We zijn er zes jaar niet geweest; het huis is uitgebreid met een grote woonkeuken en de tuin, toen nog een wildernis met een pad naar een dubbele garage, is een klein park geworden (waar we ook een groundhog zien rondscharrelen, niks schuw, "ze lopen gewoon langs de verbaasd kijkende katten om hun voerbak leeg te eten", zegt Martin). 
We wandelen in Kittery, rijden via mooie kustweggetjes naar Point Porpoise voor een lunch bij the Ramp, langs de villa van de Bushjes in Kennebunkport, een concert-in-the-park in Portsmouth, enz. Martin en Bas rijden naar een paar jachthavens ivm winterstalling.
De dagen bij Martin en Kyle zijn overvloedig qua gastvrijheid, vaste- en vloeistof! 

Vrijdag gaan we na het ontbijt weer naar Fall River voor een laatste avond bij J&J, die ons meeslepen naar een verjaardag van een 80-jarige in hun kerk. Wij krijgen na clam chowder, clam cakes en ijs en zoete cake een trotse rondleiding door het gebouw. Later meer hierover.

Zaterdag gaan Bas en ik in onze bolide naar Boston en hebben een laatste Amerikaanse lunch voor dit jaar in (een dependance van) Cheers (bestaat echt). Ik vlieg om 18 uur terug naar huis.

vrijdag 15 augustus 2014

MONIQUE: ACHTERSTALLIG EN NU

NOG EENS, ACHTERSTALLIG EN HUIDIG, ZOALS ERVAREN DOOR MONIQUE

Op Bas, verjaardag hebben we savonds gegeten in het Surf hotel met weer mooi uitzicht op zee en heel dikke chefkok die ons begroet met "Nice to see you again (!?)". 
Aan het tafeltje naast ons beweert hij dat zijn moeder Iers is en zijn vader half Frans/half Italiaans; volgens mij zeggen alle koks dat hier ter aanbeveling van zichzelf. Amerikanen reageren ook vaak van "oh, dan zitten we hier goed",  dus het werkt. 
Na "clams on the half" kiezen we voor een pasta Arabiata met scalops en shrimps; vis goed vers maar de saus vlak, toe Key lime pie. 

Zaterdag 26/7/2014 
Afgelopen Donderdag voeren we met bewolkt weer van Block Island naar Newport (RI) waar we een mooring voor één nacht konden krijgen. Dit weekend is het Newport Folk Festival in fort Adams en dan zijn alle plaatsen gereserveerd (vlgns de havenmeester; wij zien iedere avond toch wel een paar lege. Bovendien zegt internet dat moorings op first come/first serve basis zijn...?). Vrijdagmorgen om 10 uur moeten we weer weg zijn tenzij de eigenaar van de mooring laat weten dat hij nog niet terug komt. Aangezien we vanavond bij Joe en Judy (het domineesechtpaar dat we in Mystic ontmoetten) zijn uitgenodigd voor eten/douche/bed (Fall River, 40 min. rijden van Newport) vragen we of we morgenochtend  vroeg daar niet over kunnen bellen. Nee, dat kan niet, we moeten om 10 uur op de boot zijn en horen dan of we wel of niet kunnen blijven; lekker omslachtig. 
J&J komen ons halen. Sinds Block I. niet meer gedoucht en met grote tas wasgoed is weer even in een huis met alle comfort wel weer heel lekker, om nog maar niet te spreken van een nacht in een echt bed! J&J hebben op de valreep John en Jen uitgenodigd want John is ook een fervent zeiler en wil dolgraag Bas' avonturen horen. Voordat we gaan eten spreekt Joe nog een dankwoord tot "the Lord" (dank voor eten, new friends from Holland, another fine day, etc.) en na een gezamenlijk "amen" eten we corn on the cob en kip van de bbq; heerlijk! We hadden een flesje rode wijn meegenomen voor de gastheer en-vrouw maar het blijkt dat zij niet drinken dus wordt de wijn soldaat gemaakt door John en ons. 
Tafelmanieren zijn hier anders en niks tafelschikking: aan die kant de mannen en aan de andere de vrouwen; je schept jezelf op en begint te eten en als het op is schep je jezelf nog eens op of schenk je jezelf nog eens in. Daarna helpen met de afwas, was in de droger, even piano spelen, foto's uitwisselen, alle elektronica opladen en dan naar bed. 
De volgende morgen na ontbijt met J&J weer naar Newport. Zij hebben geregeld dat we bij ene Neil een mooring kunnen huren dus kunnen we nog even blijven om Newport te bekijken. We komen aan bij de watertaxi alias havenmeester die ons herkent en blij meldt dat we het hele weekend kunnen blijven liggen. We leggen uit dat we al iets anders geregeld hebben; ook goed. Na Selena verlegd te hebben rijden we met J&J langs alle grote mansions langs de kust; er zijn mooie bij maar ook heel smakeloze. We nemen tijdelijk afscheid van J&J (Joe neemt onze bb-motor mee en gaat die repareren). We nemen eerst een heerlijke raw seafoodlunch en wandelen dan wat door het oude centrum, drankje bij de oudste pub van Newport, the White Horse Tavern, daarna alweer etenstijd en daarna terug naar de boot. Klanken van het Folkfestival horen wij in flarden tot een uur of één. 
De volgende dag met de bus naar Bellevue Avenue waar we het Marble House van de steenrijke Vanderbilt's bekijken. Een huis, van binnen geheel opgetrokken uit crèmekleurig marmer, kamers geheel met bladgoud bekleed, eetkamer met Algerijns rood marmeren wanden, beeldhouwwerk, panelen,  schilderingen, lampen, spiegels, glas in lood, meubels, servies... speciaal gemaakt of met  originelen uit Europa. Het kan niet op, het moet miljoenen gekost hebben zelfs toen, eind 19e eeuw,"the Gilded Age". Langs dezelfde weg staan nog meer oude mansions die te bezichtigen zijn, maar voor vandaag houden we het voor gezien. We nemen een verlate lunch/vroeg diner en zijn om een uur of zes terug op de boot. Morgen gaan we naar Pirate Cove, de thuishaven van J&J, en slapen dan weer een of twee nachtjes bij hen. 

Volgende dag, bewolkt, voor de wind op weg naar Pirate Cove Marina in Portsmouth RI, 17 mijl. 
Bij het uitgaan van de haven zien we een groot Nederland zeiljacht "Aragon" uit Rotterdam. We varen langzaam langs en wisselen wat groeten enzo. We zeilen het grootste deel, in de regen (de eerste regendag sinds tijden!) en ankeren aan een ankerboei (die we met wat moeite vinden) bij heel sterke tegenstroom. 
Om een uur vijf komen J&J ons met hun dingy ophalen. Ze hebben een chinees meisje bij zich dat drie maanden vakantiewerk doet in een bakery op Block Island. Typisch J&J, vonden dat het kind ook nog wat anders moest zien van de VS en nodigden haar bij hen uit. 
Judy stelt haar voor als iets dat klinkt als "John" maar het meisje verbetert haar: "Zhôong". Eenmaal thuis vertelt Steven, een van de 38-jarige tweeling die een tijdje in China verbleef, dat dat eigenlijk haar achternaam is en dat haar voornaam "Yan" is. 
Tot ieders grote verrassing en verwarring meld ik vervolgens, ik ken het kind net een kwartier, dat haar -  voor het westen aangenomen - naam "Lolita" is! 
Lolita voelt zich meteen thuis, duikt wanneer het haar uitkomt in de koelkast of diepvries voor hapjes of ijs, maar daar kijkt niemand, behalve wij, van op; blijkbaar Amerikaans? 
J&J worden meteen tot "mummy and daddy" gepromoveerd, Bas, wanneer ze weet dat hij docent was, tot "professor" en ik, om mij volstrekt duistere redenen: "real lady". 
De tweeling is duidelijk geïntrigeerd door dit 25-jarige, slanke, zelfverzekerde poppetje en draait rondjes om haar heen, zoekt Chinese muziek voor haar op op YouTube (waar zij dan met haar lichaam deinend, haar lange zwarte haar om haar vinger krullend, mee meezingt), en discussiëert met haar dat het een lieve lust is. 
Één muzieknummer is favoriet bij de twins,  ook als Lolita niet in de buurt is: een vierjarige Chinese peuter die een blijkbaar populair chinees poplied zingt. Aandoenlijk, maar bij de zesde keer krijg je er de kriebels van: ie-sjoe-woe-tie-isi-niauauw, ie-tjoe-sjoe-mie-wietie-tiauauauw... (o.i.d.; de "-iauauw" een krolskatse uithaal) 

Judy is een vrolijke, enigszins chaotische vrouw met een goed gevoel voor humor. Zij vertrouwt in alles op haar "Lord", maar ook dat weer op humoristische wijze. 
Ze reizen blijkbaar veel. Een paar jaar geleden boekten ze een cruise Boston/Bermuda "last minute, onle $399 pp, for a whole week!" 
"I thought: God opened this door for me so I booked.". "Exited as she was" belde ze meteen haar secretaresse en raadde haar aan ook te profiteren van deze kans, maar de secretaresse zei: Oh no, not me! Bertha is coming! 
J: Who is Bertha!?!? 
Secr.: Didn' you hear!? A hurricane! Going straight for Bermuda! 
J: O... Is that so?!?... Well, I,m not going to cancel. God opened this door for us!
Dus ze gingen en god hield Bertha één week tegen. Pas toen J&J weer veilig in Boston aan wal gestapt waren raasde de orkaan over Bermuda. 
Judy: God is moving mountains  - and stopping hurricanes.
Behalve dit soort anekdotes merken we verder weinig van hun geloof (Assemblees of God, een Pinkstergemeente vinden we op internet) behalve dankzegging voor elke maaltijd (thank you Lord, for this beautifull day, our new friends from Holland, and this food, in the name of Jesus, amen).
Joe is kalm en bedachtzaam, niet van zijn stuk te brengen, met gelukkig ook een leuk gevoel voor humor. Hij vertelt iedereen dat zijn gasten uit Holland komen en: he sailed over! Waar Judy dan aan toevoegt: Can you imagine!!!?" 

J&J wonen in een redelijk groot huis in Fall River MA, met in de tuin een "cottage" (kleine bugalow zouden wij het noemen) waar Judy's ouders de laatste 10 jaar ofzo in woonden (en in toenemende mate mantelzorg van J&J kregen. Pa is dood, ma - 99 jaar - zit sinds een half jaar in een bejaardenhuis) en nu Steven. Aaron, de andere tweelinghelft, woont bij J&J op zolder. De twins doen me een beetje denken aan Fokke & Sukke met hun vogelkoppies. Er zijn nog een oudere en een jongere zoon, beiden getrouwd met kind, maar die hebben we nog niet gezien. 

Vrijdag 1/8 
Martha 's Vineyard. Bas en ik gaan 's middags samen weer met de bus naar Edgartown. Postkantoor, lunch met zicht op Chappaquiddick, rondje lopen, wifi zoeken, en dan alweer terug ivm laatste bus naar Menemsha. Het bb-motortje, hoewel dankzij bemiddeling van Joe voorzien van een nieuw tankje (ik had gelijk wat dat water in de tank betrof!), blijft kuren houden. 
Op de heenweg kon Bas met wat gemanipuleer aan choke en gashendel het ding nog draaiend houden (gelukkig! want de stroom de haven uit was heel sterk!) maar voor de terugweg slaat hij steeds af, dus roeit Bas ons terug naar de boot (de stroom behulpzaam enigszins mee). 

Het weekend beide dagen regen. Zaterdag komen we niet van de boot af.
Ook behoorlijk wat wind zodat Selena achter haar anker heen en weer trekt en hobbelt; vindt je maag niet fijn als je gedwongen binnen zit. De nacht, ook nat (dus luiken dicht, dus warm en bedompt) en met nog meer wind, is weer een wasmachine-ervaring; het geruk aan het anker licht me nog net niet van mijn bed (en dat wil wat zeggen!) 
We nemen ons voor zondag te vertrekken naar Wood's Hole maar s'morgens voegen we daaraan toe "tenzij we in de haven aan een mooring kunnen". Er blijkt idd nog één plek vrij (er zijn maar twee moorings, ieder voor max. drie schepen) dus verhuizen we. Bij het vastmaken krijgen we hulp van Robin en Bob die ons daarna meteen uitnodigen voor "cocktails and diner" later. Zij, onze leeftijd, komen al jaren op dit eiland en liggen dan weken aan dezelfde mooring. Ze vertellen ons wat het leukst en mooist is en hebben ook veel zeilkennis voor de wateren die ons nog te wachten staan..... 
Bas en ik besluiten hier alle tijd te nemen omdat het hier leuk is, nog wat fietsen en ook één (of twee) dagen een auto huren om al die leuke zijwegen die de bussen voorbij rijden, te ontdekken. 
Menemsha is een gat en vissershaven en doet denken aan plaatsjes in Noorse fjorden, maar dan drukker. Het is er gezellig druk, tegen "sunset" verzamelen toeristen op het strandje en wachten met fototoestellen tot de son-in-de-see-sakt waarna applaus volgt. 
In de kleine grijze huisjes drijven vishandels goede zaken met de verkoop van broodjes met vis, clams en oesters "on the half shell", kreeft, die dan buiten op picknickbanken worden opgepeuzeld. 
De avonden worden vochtiger, smorgens mist.... is dit het begin van het einde van de zomer? 

Vrijdag 8/8 
Alweer en week voorbij en nog steeds heerlijk op Martha's Vineyard. We hebben gefietst, een dag een auto gehuurd en het hele eiland over gecrost, gebust, een glasgalerie en art galerie bezocht. En nee, het is weer volop zomer! 
Gisteren met Robin en Bob en Ritva (buurvrouw van andere boot) wezen  "clammen". Achter de havenpier ligt een mooie zeeengte/"pond" die we met onze dingies (wij mochten reserve bb-motor van B&R lenen) opvoeren. Het was laag water en volgens Bob konden we de clams vinden op  de drooggevallen strandjes, ongeveer 5 cm onder het zand. Gewapend met een tuinharkje gingen we aan de slag maar dat leverde niet veel op dus besloot ik het met blote handen in laag water te proberen. Dat was een succes zodat we al gauw allemaal, met de blik op oneindig, in het water zaten te graaien. Een verslavend tijdverdrijf: zittend of wadend door het water, met je hand op de tast door de grond woelen en dan tussen al die lege, scherpe schelpen ineens zo'n mooie volle ronde schelp voelen. Je moet de slag even te pakken krijgen maar dan is het zeer bevredigend! Tussendoor in het diepere water een stukje zwemmen en daarna toch weer met je handen de grond aftastend naar nog meer clams. De kleintjes heetten "little necks", de grotere "cherrystones" en de knoeperds (meer voor soep of oven, niet rauw) "quahogs". 
Op de terugweg kreeg ons geleende bb- motortje kuren (wat is dat toch met ons!?) maar gelukkig was die van onze buren sterk genoeg om ons op sleeptouw te nemen. 
We hadden een royale oogst, genoeg voor een appetizer met rauwe cherrystones en daarna een pasta met ook veel schelpen voor z'n zessen. Heel gezellig en vurrukkulluk!!!! 
De nagels en vingertoppen zijn wel beurs en gekrast nu van al dat gewroet in de grond maar dat was het meer dan waard! 
Nu, het is morgen, is Bas met R&B wandelen. 
Vanmiddag zullen we wat boodschappen moeten doen. Morgen (hoe vaak hebben we dat deze week al niet gezegd?) gaan we naar Marion waar een goede bootyard schijnt te zijn voor hoognodige reparatie van de uitlaat en check van onze bb-motor (en ook een wasmachine wordt hoog tijd!). 

Zondag 10/8 
Het werd dus weer niet morgen maar overmorgen. Zojuist zijn we na een pump-out vertrokken van het eiland. 
We hebben nog gefietst, Bas gewandeld en nog meer gefietst, boekje lezen op het strand, sandwiches of schaal/schelpdieren om de hoek, ijsje toe, waar mogelijk internet, etc. Wij kwamen onze dagen zeer prettig door. 
's Avonds steeds "cocktails" bij Robin en Bob (omdat zij de grootste boot/kuip hadden) met steeds weer rauwe clams, steeds opnieuw door Bob gevangen, en steeds weer nieuwe mensen (voor ons, het is een vast clubje zeilers dat elkaar ieder jaar hier weer voor een paar dagen tegenkomt) zoals Ritva en Daniel, en toen die weg gingen het tegen de 80 lopende echtpaar Frayda en Harris, en gisteren weer een ander stel waarvan ik de namen niet meer weet maar waarmee het ook weer heel gezellig was (hij speelde tijdens de zonsondergang een saxofoonsolo vanaf zijn achterdek; dat hád iets!). 
Gistermiddag kwam er nog even een mooie oude boot uit Wood's Hole bij ons langszij, voor "just fish and chips, then we sail back", met drie begin veertigers, die, toen ze onze zojuist aangeschafte zak met ijs zagen, onmiddellijk aanboden daarmee voor hen en ons een "dark and stormy" (donkere rum met Ginger beer) te maken hetgeen wij natuurlijk in dank aanvaardden. 

Maandag
Van de boatyard in Marion krijgen we te horen dat ze graag onze opdracht voor de uitlaat hadden binnengesleept, maar dat zij de kennis en onderdelen daarvoor niet in huis hebben en dat we beter naar een yard in Fairhaven kunnen gaan waar hij al mee heeft overlegd. Wijzelf hebben inmiddels een mailtje aan de Ned. Fabrikant gestuurd met de vraag of ze kunnen helpen (het ding is pas 6 jaar oud). Het is begin van de middag en we willen wat eten. We lopen twintig minuten richting centrum en verwachten allerlei restaurantjes aan de baaikant te vinden, maar niks. 
Dus maar even drie dames aangeklampt. 
"No, isn't it horrible! There is not ons place like that at the waterfront!", maar wel daar-en-daar. Blijkbaar keken we wat sip want een van de dames vraagt of we met een auto zijn. Op ons nee schudden zegt ze: OK, I live just around the corner, let's get my car and I'll take you there!. En zo gebeurde. Tijdens het ritje vertelde ze dat haar voorouders Nederlands waren: van Hoogland, en dat hun college (ze is bibliothecaresse) net een reisje naar Nederland en België ter inschrijving aanbiedt maar dat ze erg twijfelt of ze dat wel doen. Bij het uitstappen zeg ik dat ALS ze het doet, zij en haar man van harte welkom zijn bij ons. Logisch gevolg is dat we adressen uitwisselen. Grappig toch hoe de lijst met namen groeit!
J&J halen ons op om in Fall River te slapen. We tracteren ze op een etentje, zij kiezen voor een restaurant aan het water in Bristol; was goed en gezellig. 

Dinsdag 
Vier uur prachtig zeilen van Marion naar Fairhaven (over stuurboord dus geen uitlaat lekkage) waar gelukkig een deskundige Ronnie met zinnige mogelijke tijdelijke oplossingen voor de uitlaat komt, die niet in de duizenden dollars lopen en die de mogelijkheid bieden om later, weer terug in NL, een nieuwe mufler ertussen te zetten. We hebben een truc met auto's gedaan en gaan weer naar Fall River.
Ik geen beloofd vanavond te koken; het wordt nasi goreng, saté babi, katjangsaus,  komkommerzoetzuur. Het gaat erin als koek! 

Woensdag 
Hele dag regen. Bas en ik rijden wat in de omgeving, even naar de boot, lunchen bij "Margaret's", boodschappen (ik kook weer, bevalt blijkbaar goed, pasta met tomatensaus). 
Joe moet na het eten een bijbel sessie leiden maar ik beloof hem dat ik bij terugkomst nog een toetje heb. "Say a Dame Blanche is waiting for you at home", zeg ik. Ze weten niet wat dat is dus ik leg uit van IJs/choc/slag room. "Say a Dumb Blonde is waiting for you at home!" schateren de tweeling, terwijl ze op hun (vroeger blonde, nu geblondeerde) moeder wijzen. Het glaasje wijn waar ze graag aan meedoen maakt ze wat lacherig en luidruchtig.

Donderdag 14/8. Merlijn wordt vandaag 9!!!! 
Na koffie met muffin in de Boston Bakery met J&J&twins, gaan Bas en ik naar de boot. Ze wordt net uit het water gevist als we aankomen. De aangroei valt alleszins mee: alleen onderop de kiel rare kwallerige bolletjes (waar eenmaal afgeschraapt allerlei piepkleine waterdiertjes en babykrabjes uitkruipen) en pokken op de schroef; de romp is glad! Bas haalt zelf de mufler eruit; doorgerot en niets meer mee te beginnen, moet vernieuwd. Morgen of maandag komt er een lasser. 
We lunchen bij Margaret's zusje Elizabeth's. 
Ook vanavond mag ik weer koken..... 
We moeten een planning maken voor de komende dagen want we willen niet eindeloos van J&J's gastvrijheid blijven profiteren ( hoewel mijn maaltijden geloof ik wel aardig compenseren)

zaterdag 9 augustus 2014

Martha's Vineyard: vakantie!

Donderdag 31 juli.
Om 10:30am gaan we na een lekker nachtje schommelen achter het anker naar de kant. Menemsha is een vissershaven waar roestige vissersboten hun kreeften, fluke (summer flounder, platvis, verfijnder van smaak dan schol), seabass, bluefish en nog meer aan land brengen en ter plaatse, al dan niet bereid, verkopen. Voor $ 3,50 hebben we als bejaarden (uitgezonderd Monique, die betaalt $7) een dagpas voor de bussen die over het eiland gaan.
We gaan eerst naar Edgartown. Mooie witte houten huizen in overvloedige tuinen, ooit van walvisvaarderkapiteins, de meeste uit de 19e, een enkele uit de 18e eeuw. Main Street bestaat uit winkels, duidelijk voor de rijkere bezoeker. Monique ziet een aardige ketting van stukjes glas in groen en oranje: $450. Niet mooi genoeg voor die prijs. Het is heel druk met kortbroekige vakantiegangers.
We lunchen (broodje kreeft natuurlijk) op een hoog terras met uitzicht over heel veel geankerde boten. Aan de overkant van de ingang naar Katama Bay zien we het (schiereilandje) Chappaquiddick.
Een volgende bus brengt ons naar Tisbury/Vineyard Haven, waar de meeste de veerboten van het vasteland aankomen. Ook hier weer een groot ankerveld. We zijn er voor de bus naar Oak Bluffs (over de brug die in Jaws te zien is), het meest innemende plaatsje op het eiland. Er staan veel Victorian Houses (eind 19e eeuwse huizen met torentjes, veel balkons, veel frutsels) en housjes. J&J wilden hier ook naartoe omdat ze wisten dat er een park met campground eromheen was waar de methodisten jaarlijks hun conventie hielden. Nu staan er de Gingerbread Houses (pannekoekenhuisjes zoals van Hans en Grietje): straatjes en pleintjes met mini Victoriaanse huisjes, de kleuren aangepast aan de bloemen, merkt Joe op. "Maybe the other way around?" suggereert Monique. "Hahaha, yes, you're so right!" Judy maakt een praatje met iemand die op haar porchje zit, blijkbaar niet moe van de duizenden die hier 's zomers langslopen en een gesprek beginnen. De huisjes blijken op de houten vlonders te staan waarop vroeger de tenten voor de conventie gezet werden. Na nog een straatje komen we in Trinity Park met in het midden de Tabernacle, 40m in doorsnee, een 30m hoog aflopend dak op meccano palen, uit rond 1870. Er kunnen 3000 mensen in. J&J zijn er stil van - en zingen daarna tweestemmig een psalm. De akoestiek is geweldig, stel je hier een koor voor. Naast worship worden er films gedraaid, treden er bands op, etc.
In een kleine variatie op een Nederlandse dichter (Marsman geloof ik) denken we: 'geloven is mooi, maar men moet er wel iets te drinken bij hebben'. We leiden J&J naar een bar - met uitzicht over wederom een haven met veel geankerde boten. Wij een biertje, zij een Virgin Pina Colada, een alcoholvrije cocktail. Na wat bussen en overstappen zijn we terug in Menemsha. We pruttelen met ons bootje, met hikkende buitenboordmotor, naar ze toe voor een heerlijke hamburger, gegrild op de bbq die op de achterpreekstoel hangt, een standaard-attribuut op bijna alle boten hier. Dan nemen we afscheid, met het oog op het tij moeten ze om 6am weg naar huis. Het weekeinde nadert, en dan hebben dominees het druk.

vrij 1 aug, dan-2-3-4-5-6-7-8-9
We slapen uit, wiegend achter de mooring. Alnitham is weg, om 12 uur smst Judy dat ze terug in Pirate's Cove zijn. We pruttelen met onze outboard de pieren van Menemsha in en nemen de bus naar Edgartown voor de lunch en wat rondkijken.
MV is een prachtig eiland, waar wij liggen is strand, op het eiland is het klein-Engeland, met stone walls langs de wegen en rond kleine weiden, veel bos, heel veel wilde druif die door de andere beplanting woekert. Vineyard is duidelijk; Martha is volgens de overlevering de dochter van de man die het eiland in de 17e eeuw kocht - van wie, wil ik weten, maar dat wordt nergens vermeld. Er waren en zijn indianen - beter: native Americans - op het eiland, de Wampanoags. In de jaren '60 kregen ze een piepklein stukje op de zuidoostpunt van het eiland terug, nu afgeschermd met bordjes dat alleen members of the tribe mogen vissen en jagen daar.
We pruttelen weer naar de boot terug. Voor het weekeinde zijn de voorspellingen slecht: regen en wind. Die komen 's nachts. Zaterdag plenst het met af een toe, met onderbreking van 5-10 minuten, net om voorzichtig blij op dek te gaan met het idee "zullen we naar de kant gaan?", om dan weer te stortregenen. We blijven aan boord, binnen in de kajuit, lezend, maar het schommelen maakt Monique wee. 's Nachts neemt de wind toe, en vooral ook de deining. We worden naar links en rechts en boven en onder gerold. Ik slaap, maar Monique weinig, ze klaagt dat ze af en toe opgelicht wordt en tegen zeeziek aanzit.
Zondag lijkt iets beter, maar de luchten zijn nog steeds vele tinten grijs. Laten we maar weggaan, besluiten we. Ik ga met het lullebootje Menemsha Harbor in om nog een nacht mooring af te rekenen. Maar ja, het is zo'n leuk haventje en we hebben maar één dag MV gezien. Is er binnen plaats? vraag ik. Er zijn twee moorings waaraan elk drie schepen kunnen. Er zijn er twee aan elke ton. "Oh yeah, zegt de havenmeester, take mooring two."
We gaan naar binnen en maken vast aan een kits die de avond ervoor, in de regen door de Tow Boat naar binnen gebracht werd. Van een afstand leek hij heel groot, maar blijkt niet groter dan Selena. De eigenaar is er niet, maar vanaf het schip ernaast worden we enthousiast begroet door Bob and Robin. "You came all the way from Holland? In this boat? Come and have cocktails, 5:30".
"He did" zegt Monique obligaat, "Shall I bring something?"
"Well, no, but if you want you can bring an appetizer".
Gooise dip? Nee, dat is vast Amerikaans. Gevulde eieren worden het. Alleen hebben we geen eieren meer aan boord. Met de bus, met een keer overstap, gaan we naar Vineyard Haven naar de super - Stop and Shop, van Ahold! Regen, bus missen, maar uiteindelijk zitten we aan de drank bij Bob & Robin. Vreselijk aardige mensen, even oud als wij, uit Huntington NY. Het klikt. Dan en Ritva van een schoener met sterk achteroverhangende masten die ook al jaren hier komt liggen klimmen ook in hun kuip.

We denken nog steeds dat we haast hebben en weg moeten. B&R vertellen over wat er allemaal te zien en te doen is op het eiland. Het weer wordt weer mooi. Dus maandag blijven we. En dinsda, woensdag etc, het is nu zaterdag 9 aug en we zijn er nog. We nemen de bus naar Oaks Bluff, vinden dat het het leukste stadje is op het eiland, kopen wijn en bier (slechts op een beperkt aantal plaatsen verkrijgbaar op MV) want vanavond is het borrel bij ons. Na de borrel pruttelen we in onze dinghies naar de kant voor broodjes kreeft en zwaardvis. De laatste niet line-caught, maar harpooned. Dat is beter en verser - en slechts een beetje duurder. Enkele kleine vissersbootjes hebben een paal zo lang als het bootje zelf - 8 meter - die op een mast lijkt, maar als een boegspriet naar voren klapt. voorop staat een mandje van waaruit de hapoenist de harpoen schiet. Naast het vistuig vallen, dit wetend, ook de harpoengeweren op waar stoere mannelijke 20ers mee lopen. Broodje (met veel) kreeft $10, broodje zwaardvis $9.

Dinsdag - als ik 's ochtend uit het raam kijk zie ik niets, pas na goed kijken heel vaag de romp van de boot naast ons. Maar verder niets. De haven is ingepakt in dichte mist. In de loop van de ochtend trekt hij op en wordt het mooi weer. We halen de fietsen uit de achterkajuit om naar Gay Head te gaan, de vuurtoren op de ZO-punt van MV. Toen we aanvoeren op MV zagen we vooral de veelkleurige, vooral steenrode, rotsen waarop de vuurtoren staat. Om er te komen en niet 10M om te fietsen nemen we een fietserspontje. De pontschipper kent heel Nederland, blijkt, hij had een paar jaar een Nederlandse vriendin die hem overal mee naartoe sleepte.
In Aquinnah, de gemeente waar Gay Head Light staat, woont de tribe van de Wamponoag Indians, die in het dorpje Native American Crafts verkopen. We learn (hoe vertaal je dat makkelijk?) waarom de rotsen onder de vuurtoren zo veelkleurig zijn: de indianengod Moshup - een reusachtige indiaan - gooide nu en dan een walvis tegen de rotsen, die daardoor kleurden van het bloed. De stam had dan weer een jaar te eten.  De mist van ochtend is hier nog niet weg, het lighthouse, hoewel vlakbij, is maar vaag te zien.
Woensdag huren we een auto en zigzaggen over het eiland, North Road, Middle Road, South Road, State Road, Cross Road en wat dirt roads. Het eiland is prachtig, constateren we weer. Grote tuinen, tussen de bossen weitjes met een enkele koe, schaap of paard. Er zijn ook veel herten, vertelde een buschauffeuse ons eerder, maar die houden zich schuil overdag. We komen langs een farm waar native farming onderwezen wordt. Een galery heeft schilderijen als foto's en neo-Hopper met kijkjes van het eiland. Geen kunst, wel peperduur ($20.000+). De huizen hier zijn ook heel duur, maar waarom zou je hier een vakantiehuis kopen? Achter een mooring liggen in Menemsha kost een schijntje, je mag twee weken blijven (en moet dan even naar buiten en kan dan weer aan twee weken beginnen) en je hebt het hele eiland ter beschikking.
"Shall we go clamming?" vraagt Bob.
We motoren met onze dinghies Menemsha Pond in, achter de haven. Het is bijna laag water. Bob gaat naar een strandje en met kleine tuinharkjes en handen zoeken we de bodem af. Na een kwartier weten we hoe een clam onder het zand voelt en vult de zak zich gestaag.
Bij de drinks hebben we dus clams on the half shell in overvloed, gevolgd door pasta met gekookte clams.
Het is hier een ideale plek, een werkende vissershaven met een paar shacks waar de vis verkocht wordt en die je buiten op een ton of krat kunt oppeuzelen met zelf meegebrachte wijn erbij. Een prachtige zonsondergang waar mensen iedere mooie dag vanaf het hele eiland naartoe komen 's avonds, op rijen strandstoeltjes en applaus als de zon onder is; wij kunnen die vanaf de boot bekijken, hij gaat precies achter de pieren onder. Langzaam hebben we begrepen: waarom zouden we hier weggaan? We zijn er dus nog steeds. Maar morgen (zondag) gaan we echt verder, en dan maandag kijken of iemand iets aan de uitlaat kan doen.

P.s. Intussen is orkaan Bertha ons bijna ongemerkt gepasseerd. Alleen de branding op de zuid- en ooststranden was heftiger dan normaal.  

vrijdag 1 augustus 2014

Thank you Lord

We waren gebleven bij de BBQ in Fall River. De vrienden van J&J, John en Jen, willen het hele verhaal van oversteek en mastbreuk en toch weer verder horen. Monique heeft een fles wijn meegenomen, gelukkig, want J&J zijn alcoholvrij. We komen langzaam ook wat meer te weten over hun kerk: Assemblies of God, een congregation van 500 mensen, de helft van Portugese origine (van de Azoren). Die verbouwen druiven en maken in het najaar wijn, waarvan de dominee dan ook een fles krijgt. Principieel tegen zijn is dus onpraktisch, maar drinken doen ze niet (John overigens wel, dus de fles komt op). Een genoegelijke avond, afgesloten met slapen in een heerlijk zacht bed.
Ik had Joe verteld dat mijn buitenboordmotortje niet wil lopen. "I have the same one (er staal allen Nissan ipv Tohatsu op), I can see if I can fix it". Het motortje is ook meegegaan naar Fall River.
Ik moet vrijdag voor 10am weg zijn van de mooring. Judy heeft een andere bij iemand die ze kent in Newport geregeld dus we verkassen van de ene bal naar de andere. De watertaxichauffeur is onder de indruk dat we er een hebben gevonden, "this is the busiest weekend in the whole summer".
We gaan Newport verkennen. De eetgelegenheden zijn geconcentreerd aan de wharfs. EEn paar stappen verder ligt Old Newport met een flink aantal straten met mooie 18e en 19e eeuwse New England-huizen. Er is een prachtige houten Episcopal Church uit het midden van de 18e eeuw, met een orgel dat een Ierse bisschop geschonken heeft na het door Haendel te laten uitproberen. Zoals overal lopen er gepensioneerden rond die graag over de geschiedenis en wetenswaardigheden vertellen. Ik sluit me aan bij een klein groepje jongeren.
"Where are you from?" is de standaardvraag aan iedereen.
"I'm from Holland" Ik krijg een hand en met een een ernstig gezicht "my condolences".
De jongeren schudden mij ook de hand, "it's terrible, we are so sorry". Ze komen uit de Oekraine.
Naast de Episcolal en Methodist kerken kom ik ook langs een synagoge, een 7e-dag-adventisten-kerk en een quaker-hal, alle uit de tijd dat de puriteinen iets noordelijker deze gelovigen het leven zuur maakten. Niet alleen Nieuw Amsterdam kende dus geloofstolerantie in de 17e eeuw.

Met de bus gaan we langs de mansions, paleizen gebouwd aan de oceaan, door de supperrijken aan het eind van de 19e eeuw, als zomerhuisjes. We gaan Marble House van Alva Vanderbilt in. Fascinerend, geinspireerd door een bijgebouw van Versailles, een mengsel van megalomane decadentie en soms ook echt mooi. Het grootste mansion, The Breakers, met 70 kamers, ook van de Vanderbilts, staat op onze bucket list.
Zondag 27/7 gaan we verder, naar Pirate's Cove Marina in Portsmouth RI, vlak bij Fall River. Bij Fort Adams - waar het Folk Festval gehouden wordt, en de volgende week het New Port Jazz Festival - ligt een groot modern zeiljacht met een nederlandse vlag. We varen er langs, het is de Aragon uit Rotterdam, "jullie zijn ver van huis!" "jullie ook!". Hun kinderen wilden naar het Festival krijgen we nog mee. Voor de wind zeilen we Narraganset Bay in. Als we langs Prudence Island gaan begint het te regenen. Na een half uur wordt het droog, even en dan komt er meer aan. Voor het eerst dit jaar doe ik een zeiljas aan. Voor Bristol Point gaat de stroom tegen staan en loopt de voortgang terug tot onder de twee knopen. Nog een vier mijl te gaan, jammer, motor bij. In de Hummocks, in de engte van de brug die we door moeten vlak voor Pirate's Cove Marina, staat 4-5kn stroom tegen. Ik heb gebeld voor een mooring, K11, die ik niet kan vinden tussen alle ballen die volgens mij strikt willekeurig genummerd zijn. Monique komt boven, het is intussen min of meer droog, en ontdekt wel een systeem.
J&J halen ons op in hun dinghy, met aan boord een chinees meisje dat ze op Block Island tegenkwamen en dat voor het weekeinde bij ze logeert. Ze heeft een studenten-werk visum voor drie maanden en werkt bij een bakery-ijssalon. "When she doesn't come off the island, she has a very limited view of America", zegt Judy.
We maken (beter, we hadden ze vrijdag al even gezien) kennis met the twins, Aaron en Stephen, bijna identiek. Hoewel 38, zijn het jongens, zeker met het chinese meisje (Lolita is haar aangenomen Engelse naam) in hun buurt. Monique bakt pannekoeken met spek, Stephen blijkt wel te drinken en voorziet Monique van witte wijn, Joe gaat voor in gebed en dankt The Lord voor het eten, de nieuwe vrienden, de prachtige dag (altijd voor het eten, ook voor een broodje in de auto en in een restaurant) en het wordt een geanimeerde avond. We slapen weer heerlijk in het zachte bed.
"Wouldn't it be an idea if we all went to Boston today and you stay another night?" zegt Joe de volgende ochtend. Ik vind het een goed idee, met Selena naar Boston wil ik liever niet, maar even van Boston proeven wel. Met de auto naar de metro, een keer overstappen, en dan komen we in het Old State House in het centrum naar boven. Quincy Market, lunch bij Durgin, Fanueil Hall, met de ferry naar USS Constitution, origineel linieschip uit 1795 dat een belangrijke rol speelde in de War of 1812, terug naar Park Street Church en de Old Granary Burial Ground; een volle dag.
Lolita moet dinsdagavond weer aan het werk en moet terug op de Block Island boot van 8 uur uit Fall River. We horen weinig leven om 7 uur of 7:30 of 8:00; als we iets later beneden komen is ze er nog.
"Wouldn't it be an idea", zegt Joe, "if you stayed one more night? We can take Lolita to the Block Island Ferry of 3pm from Judith Point and then drive on to the Defender Store* in New London to look at stuff you need**. And I found a used tank for your outboard*** so we can fix that!"
*(grote winkel met bootspullen) ** (zoals een radar) ***(niet alleen wilde het motortje niet lopen, bij de tankdop lekte ook benzine. Beide euvels zijn dankzij Joe verholpen nu). Dus rijden we naar Judith Point, zetten Lolita af ("Goodbye mam, goodbye dad, goodbye professor, goodbye real lady (=Monique), I love you and will miss you"). New London is nog een flink eind verder. Ik wordt wijzer over radars, de Furuno 1623 die ik had is gezien wat randvoorwaarden nog steeds de "beste" keus, maar niet op voorraad en $300 duurder dan thegpsshop.com hem aanbiedt.
Monique biedt aan te koken, maar dat hoeft niet: thuis liggen zeven grote levende kreeften op ons te wachten, van een berouwvolle visser die zaterdag een deel van zijn vangst beloofd had aan de dominee maar ze toen aan een restaurant verkocht. Beschrijven hoe heerlijk het maal was lukt niet.

J&J zijn half met pensioen en besluiten ons met de boot te vergezellen naar Martha's Vineyard, ruim 30M vanuit Pirate's Cove. De wind is zuid, de eerste 9M op de Sakonnet River pal tegen, maar de stroom staat mee. Dan is de koers, langs Cuttyhunk (niet de kant waar een ankerplaats is), zuidoost en kunnen we zeilen. Het is prachtig weer, Selena loopt lekker, de oceaan zorgt voor een lome deining. Monique laat zich zelfs ontvallen dat als ik kon garanderen dat het altijd zo was, ze wel de oceaan met me over zou willen.
De laatste 8 mijl gaat de stroom tegenstaan en wordt afstand tot Menensha Bight waar we gaan ankeren dan wel langzaam kleiner, maar de ETA steeds later. Helaas, de motor moet helpen om de voortgang op 4 knopen te houden. Er zijn nog een paar moorings vrij @ $20. We pakken er eentje, slaapt toch ontspannener. J&J hebben er een achter ons. Ze komen bij ons spaghetti met tonijn eten.  

zaterdag 26 juli 2014

Block Island en Newport

Monique, 17/7
De uitlaat werd provisorisch gerepareerd à la Bas: hittebestendige kit met daaromheen gewikkeld de onderkant van een oud t-shirt, wasknijper en elastiekje erom, emmer eronder, klaar! 
Tot Bas' tevredenheid en mijn opluchting is de lekkage aanzienlijk minder (en houdt hij na een paar dagen zelfs op). 
Het wordt kouder naarmate we noordelijker komen. Sliepen we eerst alleen onder een laken, komt er een nachtje met t-shirt en Bas als kacheltje voor wanneer er geen opvlieger is om me warm te houden, maar de volgende nacht(en) toch echt weer onder de slaapzak! En overdag soms ook lange broek en vest. 

Vrijdag 18/7 
Vandaag wordt Reina 35; how time flies! 
Gisteren met een prettig sukkeldrafje in ruim vijf uur de 14 mijl naar de Thimble Islands afgelegd, weinig wind maar genoeg ter verkoeling op een zonnige dag. 
We liggen hier voor anker op een idyllische plek tussen allemaal rotseilandjes, type Astrid Lindgren. Dat idyllische is vooral 'savonds en 'smorgens want al die eilandjes zijn bewoond, voorzien van mooie huizen, en overdag vindt er veel gemotoriseerd vaarverkeer plaats. 
Door tijverschil groeien ineens overal rotsen om ons heen het water uit, we moeten ons dus netjes aan de vaarroutes houden! De aalscholvers duiken om ons heen het water in, net als de "osprey" (die, als ze een vis te pakken hebben, vaak meteen worden achtervolgd door een andere osprey die probeert ze die vis afhandig te maken). 
Bas vergeet even dat de windmolen draait en krijgt een flinke tik midden op zijn hoofd: bloed!!! Vanwege haar, zij het weinig, op die plek blijft een pleister niet zitten; gelukkig hecht het redelijk snel als je de randen tegen elkaar geduwd houdt. 

Zaterdag 19/7 
We liggen in een slip van Mystic Seaport, een openlucht  scheepvaartmuseum. Omdat we een "foreign" schip zijn mogen we één nacht gratis liggen waardoor de prijs voor twee nachten gemiddeld binnen de perken blijft. Bovendien mogen we gratis het museum in en dat is echt de moeite waard. Het is niet alleen oude huisjes, schepen en ambachten bekijken door op een bord te lezen hoe het eraan toe ging, nee, bij elk huisje, winkeltje, bootje, schip, ambacht of activiteit staat iemand die kort en duidelijk uitlegt wat en hoe, vaak met een demonstratie erbij. Daarnaast zijn er allerlei activiteiten voor alle leeftijden. 
's Avonds gaan we met onze fietsjes het stadje in; gezellige drukte. We eten in een oester- restaurant dat buiten aan de achterkant een "tree house terras" heeft, gebouwd op een groot rotsblok, via trappen te bereiken. We eten er sublieme Noak-oesters (zowel rauwe als uit de oven met een Japansige, lekkere touch) en daarna nog heerlijk gegrilde sirloin steak en hotdog van lams merguez op een brioche puntje.

Niet alleen wordt de menukaart gevarieerder en daalt de temperatuur boven Sandy Hook, de mensen worden ook afstandelijker heb ik het idee. We zien veel PC Hooft- mevrouwtjes: alles tot in de puntjes en quasi-nonchalant: haar precies goed, "naturel"  make-up, "simpel" (heeeeel duur!) zomerjurkje met idem dito zomerschoentjes, arrogant kijkende man erbij en/of verveeld kijkende kinderen. 
Van de weeromstuit vind ik, na er zeven weken van bevrijd te zijn geweest, dat ik weer een bh moet dragen, maar dat is dan ook de enige concessie die ik doe! 

Zondag gaan we smorgens naar een 35 min. lezing "stars of the summer evening sky" in het museum planetarium. Heel interessant en verhelderend en leuk gebracht, ook voor kinderen. De zaal is aardedonker vanwege de projectie van de sterrenhemel op het ronde plafond en de diverse sterrenbeelden worden middels een blinkertje aangegeven. Af en toe stelt de sterrenkundige een vraag bv. "deze rode planeet, wie weet hoe die heet?". 
Het is duidelijk dat ergens linksachter ons een jonge sterrenkundige in de dop zit want op menig vraag horen wij zijn heldere stemmetje het juiste antwoord geven. Het publiek mag ook vragen stellen. Het zojuist beschreven jongetje, wij schatten van Merlijns leeftijd dus 8/9, vraagt waarom de poolster als enige ster niet over het firmament beweegt zoals alle andere sterren en hoewel dat wel al ter sprake is gebracht legt de man het met alle plezier nog eens uit en vraagt daarna of er verder nog vragen zijn. Uit dezelfde hoek komt nu een nóg jonger stemmetje dat, voordat zijn ouders in het donker door hebben dat het hún jongste is, nogmaals diezelfde vraag begint te stellen tot pa en ma hem halverwege met een kort "we just covered that question" snel het zwijgen opleggen. Ja, als jonger broertje wil je ook wel eens interessant doen! 

Dan is er ook nog het straattheater met o.a "The Tale of the Whale" door drie spelers (jongen en twee meiden, twintigers) die middels een toneelstukje iets meer zullen vertellen over de walvisvaart. Op een grasveldje staat een klein podiumpje met daarvoor een stuk of tien tuinbankjes, alle bezet, voor het publiek. 
"But we can't do it alone, we need some volunteers", zegt de jongen. 
"We need two green caps" (dat zijn nieuwelingen op een schip) die dek moeten schrobben en vol vuur moeten kunnen overgeven als daarom gevraagd wordt. 
Schuchter komen twee zesjarigen uit het publiek naar voren. Ze krijgen een pet op. De toneeljongen geeft instructies hoe ze moeten overgeven en doet het een keer voor: een plotse beweging naar voren, gebogen, luidkeels uitbrakend "BWAAaaaaa", nou jullie. Na enige aarzeling en onzekere blikken naar hun moeders buigen twee hoofdjes iets naar voren en horen wij een voorzichtig "blah". Nou, dat kon beter en inderdaad, bij de tweede keer, de schaamte voorbij, klinkt het al heel wat geloofwaardiger! 
"We also need two laughing men" (bij wijze van doorgewinterde zeelui). 
Een knul van elf ofzo komt naar voren en krijgt een nepbaard aan zijn oren gehangen. Da's nummer één, maar er is een tweede nodig. Een moeder geeft haar driejarige peuter een zetje richting podium. Braaf maar beduusd achterom kijkend naar al dat publiek loopt het piepkleine meisje in haar roze jurkje, met blonde piekhaartjes, handjes friemelend op haar buik, naar voren. De jongen probeert haar de baard om te hangen maar haar  oortjes zijn niet groot of sterk genoeg dus hangt de nepbaard als een ketting om haar hals met het haar als een soort schort op haar buik ("that will do" zegt de jongen). 
Volgt de lachinstructie:"Just throw your head up, hold your belly, and say HA HA HA!"
De elfjarige heeft het meteen te pakken, de dreumes kijkt met verschrikte ogen naar de jongen, het publiek en haar moeder, zegt of doet verder niets maar blijft manmoedig staan met die baard op haar buik en zal dat de rest van het stuk blijven doen. 
"Then we also need a mother"; tienjarig meisje komt twijfelend en verlegen naar voren, krijgt een wit mutsje op en de instructie dat wát er ook aan haar gevraagd wordt, zij steeds "No, my dear" moet antwoorden. 
Het publiek krijgt de opdracht steeds uit te voeren wat middels bordjes zal worden aangegeven (bv "Wush" de wind, fluitende storm). 
Het toneelstuk kan beginnen. Het verhaal is als volgt. Juliette heeft een man gevonden waar ze erg verliefd op is. Met hem gaat ze naar haar moeder zodat hij om haar hand kan vragen. "Mother", zoals geïnstrueerd, geeft op alle vragen antwoord met "No, my dear" en groeit met iedere vraag meer in haar rol. Begon ze maar nauwelijks hoorbaar, naar gelang er meer vragen komen worden de antwoorden duidelijker en korter, de speelster overtuigender en zelfverzekerder met op een gegeven moment zelfs de handen resoluut over elkaar ("No!!"). Uiteindelijk neemt Juliette dan de beslissing dan maar zonder toestemming te trouwen hoewel dat tot gevolg zal hebben dat ze geen bruidsschat meekrijgt en nooit meer haar moeder zal zien. Eenmaal van huis verstoten blijkt Juliettes verloofde een schavuit die enkel op haar bruidsschat uit was en haar gevoeglijk in de steek laat en zegt te zullen inschepen op een walvisvaarder. 
"Gaat Juliette nu bij de pakken neerzitten? Of gaat zij berouwvol terug naar haar moeder?" 
Het publiek is het niet helemaal met elkaar eens maar de meeste stemmen toch "No!!!". En inderdaad, Juliette laat het er niet bij zitten en scheept, vermomd als man Julius, ook in bij een walvisvaarder. 
Nu komen de "green caps"en "laughing men" aan de beurt. De eersten moeten samen met Julius het dek schrobben, wassen en andere klusjes doen terwijl de doorgewinterde "laughing men" daar met enige regelmaat hard om moeten lachen. 
Wetenswaardigheden passeren de revue: een walvis is een zoogdier dus moet af en toe naar de oppervlakte komen om adem te halen en als ie dat doet spuit ie water door zijn "blow hole". Op de zeilende walvisschepen stond permanent iemand op walviswacht en als die er eentje zag spuiten dan riep hij heel hard, wijzend: "There she blows! There she blows!" (een van de meisjes spuit met een speelgoed waterblaster een spuit water de lucht in. Publiek roept " there she blows" en blijft dat doen elke keer dat het meisje, in een kring rond het publiek hollend, een straal de lucht in spuit). 
Wat deden ze vervolgens met die walvis? 
Ja, daar hadden ze toch weer even een volunteer voor nodig, "but this time a bit older one, for instance a Daddy sort of volunteer". 
Geen vrijwilliger die opstaat maar een jongetje op de voorste rij wijst ritmisch met zijn duim opzij naar zijn vader die zich vervolgens braaf naar het podium laat leiden. 
Pa, vrij lang, staat daar en laat gelaten alles over zich heen komen: vuurtorenhoedje op want op walvisolie brandden o.a. vuurtorenlichten, nog iets wat hij in zijn hand moest houden (ben ik vergeten) en tot slot: vanwege hun sterkte en flexibiliteit werden  walvisbaleinen voor allerlei doeleinden gebruikt waaronder....... (grote hilariteit)...… Pa kreeg sexy rood corset omgesnoerd. 
Bij het kruisen van de evenaar komt Neptunus op bezoek en worden de green caps ontgroend en zijn het voortaan volwaardige zeelieden. 
Er steekt een harde storm op ("wush" herhaalt het publiek terwijl vier "volunteers" een blauw doek voor het podium laten golven. Dit is het deel waar het overgeven plaats vindt) en Juliette redt dan het schip maar valt daarna van vermoeidheid bewusteloos neer, wordt onderdeks naar haar kooi gebracht waar men ontdekt (hoezo?) dat ze een vrouw is. 
Omdat ze vrouw is wordt ze niet betaald en zelfs dan, als je voortijdig (walvisvaarders zaten wel drie tot vier jaar op zee!) van boord ging had je geen recht op welke betaling dan ook! 
Eind goed, al goed; Juliette krijgt vanwege haar  heldhaftigheid toch betaald en leeft verder nog lang en gelukkig. 

Dit is voor kinderen, hè, maar ik heb ervan genoten; het was zoooo grappig! 
En wat ik helemaal zo knap vind is dat die drie toneelspelers, die dit stuk meerdere keren per dag opvoeren, dag na dag, spelen alsof het de eerste keer was. 

Naast ons ligt de Alnitham, een 30 ft. Catalina, van Joe en Judy. Iets ouder dan wij, vandaag 46 jaar getrouwd, "parishers" in Fall River, vlakbij Newport. 44 jaar geleden zijn ze daar een kerk begonnen (hij doet de preken, zij de aankleding, muziek, etc) die inmiddels van drie man en één paardenkop is uitgegroeid  tot een congregatie van ruim 500 mensen, de helft generaties geleden afkomstig van de Azoren. Ze hebben vier zonen en twee kleinkinderen. Aardige, goedlachse, enthousiaste mensen. We ontkomen ook nu weer niet aan het hele verhaal van Bas' overtocht en ze zijn diep onder de indruk, willen graag nog veel meer weten, en vast ook hun zeilende vrienden, dus... we zijn welkom bij hen thuis! 
Gaan we zeker doen, maar eerst naar Block Island! 

Maandag 21/7 
Rond half tien vertrekken we naar Block Island, 24 mijl met weinig wind en wat er aan wind is tegen, dus (helaas, ja, zo langzamerhand zeil ik liever!) op de motor. We varen de Long Island Sound uit langs Watch Hill Point en de Block Island Sound in; het begin van oceaandeining. 
Als we rond half vier in de baai (de New Harbor in Salt Pond) aankomen vinden we nog net de laatste van de negentig vrije ankerboeien (gelukkig, anders hadden we moeten ankeren in dubieuze bodem of de jachthaven in gemoeten à $4/foot. Selena meet 33 feet, dus reken maar uit! We merken dat havengelden naarmate we noordoostelijker gaan die van New York, al erg duur, beginnen te overtreffen; dat belooft wat!!!) 
Bas pompt lullebootje op en we zetten het overboord. 
Bas in bootje, zet de buitenboordmotor erop, maar die wil niet starten (waarom ben ik niet verbaasd?). 
B rukt nogmaals een aantal keren aan het starttouwtje, vergeefs: "Waarom start-ie niet?" 
Ik, vanuit de kuip waar ik Bas niet kan zien en ondertussen een boekje lezend, probeer toch mee te denken: "Staat de ontluchting open?" 
B:"Ja, staat open. Hoe zat dat ook weer met de choke? Moest die nou open of dicht?" 
M:"Kweenie, mij lijkt eerst open, dan dicht?" 
B na weer een aantal vergeefse pogingen:"Misschien is het de bougie!" 
M:"Of zit er condens in de tank? (haha, ben niet zo technisch maar dat was een suggestie van een vriend vorig jaar toen het ding ook al kuren had)" 
Ruk-ruk-ruk aan het starttouwtje. 
B:"Condens!?!? Hoe zou er condens in moeten komen; hij is steeds droog opgeborgen geweest!" 
Ruk-ruk-ruk aan het starttouwtje. 
M:"nou, misschien is het dan de leiding...?" 
RUK-RUK-RUK. 
B, geïrriteerd:" De leiding, de leiding! Wélke leiding!?" 
M (weet ik veel!)".... Eentje die van hier naar daar loopt?" 
B, nu met hoofd over de reling en grote greins:" Je bent een schat" 
Afijn, we hebben er nu een nachtje over geslapen en Bas zal er vandaag vast nog wel mee aan de gang gaan (het is nl. een eind roeien van onze ankerboei naar de wal). 

Dinsdag 22/7 
Ja, Bas heeft nogmaals naar het motortje gekeken en begint terug te krabbelen dat die condens misschien toch het probleem is, etc. 
De bougie is in ieder geval in orde, getuige een harde "AU!" die Bas slaakt als hij bij het testen een schok krijgt. 
Motortje moet later nog maar eens nader bekeken worden.... 
Lang verhaal kort, we nemen de watertaxi met medeneming van onze vouwfietsen. Het is inmiddels twee uur en lunchtijd. Judy beval ons van harte de "hot lobster roll" bij Dead Eye Dick aan en so we did. En ze had gelijk; heerlijk briochebroodje zeer rijkelijk gevuld met vers gekookte kreeft. Mmmmm! 
Daarna, heuveltje op heuveltje af, verder naar het dorp New Shoreham gefietst, aan het strand gezeten en daarna aan het eind van de middag, vanwege het mooie uitzicht over de baai, een drankje op het terras van het mooie Victoriaanse Surf Hotel. En ja, dan zie je de mensen naast je oesters bestellen..... dus deden wij dat ook maar. 
Op de terugweg nog wat water ingeslagen voor aan boord en terug naar Oar Inn waar de watertaxisteiger is. De fietsen parkeren we bij dit restaurant want morgen, Bas' verjaardag, blijven we ook nog op dit eiland. En omdat dat ons gezellig lijkt nemen we hier nog een glaasje wijn alvorens terug te gaan naar de boot voor een rustige, zij het zeer winderige en wat kille, avond aan boord met thee, kokosmakroon en Rummikub.

Block Island (BI) is een soort Waddeneiland met ca. 1000 permanente bewoners en daarbovenop 's zomers bevolkt door 20.000 toeristen. Heerlijke vakantiesfeer!

Woensdag 23/7 
Bas 66! Hij krijgt koffie op bed en later ontbijt met bacon, tomaat en spiegelei. Als kado een tegoedbon voor een nieuwe radar (de vorige ging vorig jaar met de mast mee de diepte in), aan te schaffen voordat we de mistige wateren van Maine gaan bevaren. 
Als lunch heerlijke sushi bij The Oar en dan naar het strand, even boekje lezen en dagboekje bijwerken. 
Afgelopen nacht en vandaag waait het behoorlijk hard en ben ik blij dat we niet op het water zitten. Afhankelijk van het weer morgen weer verder; naar Newport!
Maar eerst een verjaarsdiner op het terras met uitzicht over de oceaan en de Old Port. Na zessen maken ze geen oesters meer schoon, maar het alternatief, little neck clams, zijn even heerlijk (en kosten minder dan de helft). De kok, een hele grote dikke man, komt aan onze tafel, geeft Bas een hand en zegt "nice to see you again". Daar weet ik niets van......

Bas, Donderdag 24/7
het weerbericht geeft noord naar noordoost draaiende wind kracht 2bf. Tegen, maar zelfs mee te weinig om goed op te zeilen, helaas. Het is ruim 20M naar Newport, het  zeil-eldorado van de Amerikaanse Oostkust. Een prachtige natuurlijke haven, helemaal vol met kleine en grote zeil- en motorjachten. De hele grote liggen aan aan van de wharfs, de rest wiegt achter ankerboeien. Tenzij ver weg van het centrum is er geen mogelijkheid tot ankeren. We hebben weer geluk: er is een mooring vrij "for one night only, do you understand and agree?". Dit weekeiende is het Newport Folk Festival, op het water zijn alle moorings besproken en op het land alle parkeerplaatsen. Judy belt: ze komen ons ophalen om bij ze te eten en te slapen; een zeilende vriend van ze wil ook onze belevenissen horen. We ruiken een uurtje aan Newport en stappen dan in een grote Honda "Espace" (maar dan met een eigen type-aanduiding) en rijden naar Fall River waar de bbq al klaarstaat.
(wordt vervolgd)

zondag 20 juli 2014

Private yacht, please do not board

Vrijdag 11/7
Kajuitvloer oplichten, water zien en pompen en sponzen, daar waren we vanaf  - dacht ik. De automatische lenspomp stond uit, ivm Coast Guard en milieu en zo. Toch maar aanlaten. De uitlaat, om precieser te zijn de muffler, is aan het eind voor een stukje doorgeroest en daardoor komt water naar binnen als we een beetje schuin over bakboord zeilen - wat we deden van Manhassat Bay neer Oyster Bay. Prachtig gezeild overigens.
Van Oyster Bay is de keus langs Long Island blijven, met 25M niets om in te varen of te ankeren,
of over te steken naar de Connecticut-kant. We doen dat laatste, naar South Norwalk. Dat blijkt een leuk stadje met veel eet- en drinkhuizen, zoals de Guvner's Brewery met zes home brews van de tap. "We love Guvs'", is de kreet.
We zijn in een andere staat, ik moet me weer melden bij de douane. Die kan eerst mijn license-nummer niet vinden, dan wel, maar: "your license is expired". Ik leg uit dat het verlengd is, maar met de oorspronkelijke datum van binnenkomst.
"That's not possible, should be a 2014 number... I have to call you back".
We eten Italiaans op een terras op Main Street, gaan naar bed.
Om half zeven 's ochtends gaat de telefoon. De Customs officer van de vorige avond.
"Is it all right if my boss calls you at eight when he comes in? He has to look into it."
Ja, all right, ik ben nu toch wakker. Om 8:05 belt de boss, om het makkelijker te maken mail ik hem  vervolgens mijn license, waarop hij terugbelt: "This is confusing, I will mail you a new license". Wat hij 10 minuten later doet, ik mag nu tot 12 juli 2015 blijven.
We blijven nog een dag, gaan naar de film (Malificent) en zien de "troost-finale" Brazilie-Nederland. 3-0 voor NL. Als ze nou de hele tijd zo gevoetbald hadden ...
Er komt slecht weer aan. Om dat voor te zijn en niet vast te roesten gaan we verder, naar Captain's Cove Seaport in Black Rock. Het blijkt een pret-centrum vlakbij Bridgeport. We zijn op tijd voor de voetbal-finale. We staan even voor het beeld van een jong stel.
"Hey friend, can you move a bit? Come, sit here, room enough!"
Zij is voor Duitsland, hij voor Argentinie, met vlaggetje in de aanslag. In de 119e minuut scoort Duitsland eindelijk de eerste goal van de wedstrijd en is het wereldkampioen. Zij danst rondjes, hij kijkt beteuterd.
's Avonds schuift er een mooie zeilboot voorbij. "French?" Nee, Dutch! "Sorry, I should have known, horizontal stripes. I'll come by if you don't mind."
Even later hebben we een buitengewoon genoegelijk gesprek met Brec, die de wereld rond geweest is op zijn bootje, zijn vrouw vloog dan in op Tahiti, Nieuw Zeeland, etc. Komt bekend voor.

Er komt wel wat onweer en regen over maandag, maar niet het vreselijke weer dat was voorspeld. Dat komt dinsdag. Weer hetzelfde, wat buien, maar het valt allemaal wel mee. De havenmeester vertelt dat de Nina en Pinta, replica's natuurlijk, aan het eind van de middag komen. "You know what ships that are?" Natuurlijk weet ik dat.
Ooit lag hier de (replica van) het Britse fregat HMS Rose (uit de War of 1812), maar, ondanks dat het een toeristische trekpleister was, was het onderhoud was niet op te brengen en is het voor $1,5mln verkocht aan Hollywood, waar het de hoofdrol kreeg in Master & Commander. Nu ligt er een tweemast Skipjack, waarvan het onderhoud ook te wensen overlaat.
De schepen van Columbus komen binnen, ze zien er somber, donker uit. (Ik had toen ik klein was van Revell in-elkaar-plak modellen ervan en die waren wit, verven deed ik ze niet, vandaar misschien dat ik deze zo donker vond.)
De voorspellingen blijven chance of thunderstorms, maar daar trappen we niet meer in. We zeilen verder met 3 a 4 knopen naar Milford. Na een heerlijk maal in Bistro Basque en een kout met de eigenaar over Lekeitio waar we ooit kampeerden - goed voor een bel cognac on the house - gaan we in stortregen terug naar de boot. Hebben de weermannen (M/V) toch nog even gelijk.
We liggen bij Milford Boat Works, die me evenwel niet kunnen helpen met de uitlaat: "it's European".
Donderdag 17/7 zeilen we met lichte wind achter langzaam verder, naar de Thrimble Islands, alwaar we  voor anker gaan. Het is een idyllische plek, tussen een dozijn rotseilandjes. De meeste met een of twee huizen, alleen op het eilandje Money staat een hele straat. Het is allemaal private, aan (ei)land mag je niet.
Het doet me sterk denken aan de wateren rond Mollosund in Zweden waar ik de zomer van 1969 werkte bij  Antonsson's Pensionat. En Monique aan Pippi Langkous en Het eiland Zeekraai. Bewoners brommen af en aan in hun motorboten, Monique zwaait ze beminnelijk toe
Vrijdag staat de stroom tot het eind van de middag tegen, wij blijven tot dan lekker dobberen achter het anker. Het weer is intussen weer stabiel mooi. We bellen Reina voor haar 35e verjaardag. Ze vertelt dat de Russen in de Oekraine een pasagiersvliegtuig hebben neergeschoten. Ziek.
Om half vier laveren we tussen eilandjes en rotsen naar diep water en zeilen in mooie avondlicht naar een ankerplek bij Duck Island. Je ligt er beschut achter twee pieren die onder een ongeveer rechte hoek uit het eiland steken. Waarom die aangelegd zijn is een raadsel.

Zaterdag 19/7. We staan vroeg op om het tij te benutten. Voor de monding van de Connecticut River ligt een bank, tussen de kust en die bank kunnen we van 2 knopen meestroom profiteren. We gaan zo hard dat we New London aan de Thames (hier uitgesproken zoals je het in het Engels schrijft, niet Tems zoals de Britten doen) overslaan. Zeiljachten komen naar buiten en wachten het uitleggen van opblaasbakens van de racebaan af. Om elf uur varen we de Mystic River op. Honderden boten liggen hier voor anker, het is, zelfs met de plotter, zoeken naar de tonnen die de smalle vaargeul aangeven. Er is een file zeil- en motorboten naar buiten; wij hebben er al een zeildag opzitten, maar het is nog zaterdagochtend.
De spoorbrug gaat ongevraagd open, op de highway bridge moeten we een kwartier wachten. Om 12 uur leggen we vast in Mystic Seaport, een groot openluchtmuseum, een nautisch stadje uit de 2e helft van de 19e eeuw, met de driemastbark Joseph Conrad, een grote visschoener en een grote hoeveelheid kleinere antieke schepen en scheepjes. Heel byzonder om hier te liggen. We krijgen zelfs een bordje Private Yacht, please do not board.
 

zaterdag 12 juli 2014

De Wereld van Peter Stuyvesant



Zondag 7/7 is Arthur ver weg en afgezwakt tot Tropcal Storm. De zon schijnt uitbundig zon en de wind is zuid, rond 3bf. We laten Atlantic Highlands achter ons, schuiven langs Sandy Hook met zijn rijen officiershuizen en langzaam wordt Verazzano Bridge, over The Narrows tussen Staten Island en Brooklyn, groter. De brug is 70m hoog, je zou er met de kerktoren van Loenen op dek onderdoor kunnen varen. Als je die door bent liggen de skylines van Brooklyn, New Jersy met het Vrijheidsbeeld ervoor en last but not least Lower Manhattan voor je. Adembenemend, niet te geloven daar te zeilen.
We zijn niet alleen. Er zijn een paar tows, veel ponten en toeristenboten en heel veel plezier zeil- en motorboten, het is een soort zuidelijk IJsselmeer op een mooie zondag. Voor de wind op de genua (door de deining klapt het grootzeil zo heen en weer dat het omlaag moet) gaan we langzaam op The Battery aan, de zuidpunt van Manhattan, waar ooit Fort Amsterdam stond. We steken de Hudson River over naar het Vrijheidsbeeld, dan langs Ellis-eiland - waar duizenden immigranten in quarantaine moesten om te zien of ze TBC en zo hadden en het anders daar wel kregen.
Als ligplaats heb ik de Newport YC & Marina in Jersey City gekozen, met $120 per nacht relatief goedkoop hier. Het is unreal, we liggen tussen mega-motorjachten en catamarans. Vanaf de kop van de haven (een dok vanaf de Hudson River) is er een schitterend uitzicht over Lower Manhattan - en gelukkig een goed restaurant om er extra van te genieten. De nieuwe Freedom Tower steekt met zijn 1776ft (533m) hoog boven de andere skyscrapers uit.
Naar links, iets verder weg, zien we Midtown Manhattan met het Empire State Building en het Chrysler Building. Awsome. Monica neemt honderden foto's.

Stukje geschiedenis:
Ooit was dit Nieuw Amsterdam van waaruit de kolonie Nieuw Nederland bestuurd werd, als laatste door "de generaal" Peter Stuyvesant, in dienst van de WIC die de kolonie exploiteerde. In tegenstelling tot de Engelse kolonies ten noorden en ten zuiden, was Manhattan een soort vrijplaats die naast de Nederlandse settlers en bestuurders met hun legertje allerhande nationaliteiten, gezindten, kleuren, talen en geloven aantrok. Een vrijhaven, een melting pot, een rainbow society. Het was al gauw de belangrijkste haven van Noord-Amerika. Stuyvesant's voorganger Kieft begon in 1633, tegen ieders belang in, een oorlog tegen de omringende indianen, terwijl die tot die tijd in redelijke pais en vree met de kolonisten samenleefden - en voor de aanvoer van bont zorgden. Stuyvesant moest van en voor de WIC orde op zaken stellen, als een CEO van een corporation. De Manhattanse burgerij wilde verregaande inspraak in het bestuur om een herhaling van een verkeerde beslissing door één persoon te voorkomen. Ze deden zelfs pogingen om een provincie van de Republiek der Verenigde Nederlanden te worden. 
Stuyvesant moest daar niets van hebben. Hij was een steile Calvinistische domineeszoon met door de WIC en God gegeven gezag: wie zich tegen hem keerde riskeerde gevang en verbeurd verklaring van grond en goederen. Van godsdienstvrijheid voor  Lutheranen, Joden, Quakers en zo meer - zoals min of meer in Nederland toen - moest hij niets hebben. 
Niet alleen van binnenuit, ook vanuit het noordoosten stond Nieuw Nederland onder  druk De New Englanders begrepen hoe belangrijk de haven was. In 1664, nog voor het begin van de 2e Engelse Oorlog, nam Engeland met vier fregatten Manhattan en Nieuw Nederland zonder slag, stoot of plundering over en werd het New York. In de onderhandelingen voor de Vrede van Breda wilden de Engelsen Nieuw Nederland teruggeven in ruil voor - intussen van de Engelsen door Nederland ingepikt - Suriname, maar daarvoor was geen belangstelling meer. Voor de WIC was de kolonie nooit winstgevend geworden, ze verwachtte meer van Surinaamse suiker. Bovendien kreeg Nederland toen alle Molukken en daarmee het feitelijke monopolie op nootmuskaat. Peter Stuyvesant boerde nog tien jaar op Manhattan en stierf toen, in New York. 
Vrijheid van godsdienst en inspraak in bestuur die de Nederlandse kolonisten eisten, vonden uiteindelijk ruim honderd jaar later na de Revolutionary War hun weerslag in de Amerikaanse Constitution. De New Englanders waren Puriteinen die heksen verbrandden en Quakers naar het zuiden joegen, de plantagehouders rond en zuidelijk van de Chesapeake voelden aanvankelijk weinig voor het aan de kant zetten van hun Engelse koning. Nederland was de eerste natie die de VS erkende.
(Lees Russel Shorto, The Island at the Center of the World en Barbara Tuchman, The First Salute)
New York is nog steeds New Amsterdam: anders, opener, gekker, internationaler, diverser, drukker, gehaaster, etc. dan waar we ook in de VS geweest zijn deze reis. 

We gaan een dag met de metro Manhattan in. Het is warm We lopen van 33th Str. over Broadway en Times Square 20 blokken naar het MoMa waar het niet druk en koel is - en waar we vijf jaar geleden al in wilden, wat wegens drukte toen niet lukte.

Monique, donderdag 10/7/14 
Onze overtocht naar Manhattan verliep voorspoedig, met redelijk windje en warm zonnetje en onze eigen, gebronst in

witte bikini, rokende Stuyvesant-girl op dek! 
We blijven twee nachten in de Newport Yachtclub and Marina. Op maandag worden we gewaarschuwd dat rond het middaguur "the Kardashians" de marina zullen bezoeken en er dus strenge  veiligheidsmaatregelen gelden; Bas en ik zijn dan al New York in maar Monika, vertelt ze ons s'avonds, kan het niet laten even een van de securitymannen te "fokken" (uitdrukking van Joosje toen ze eind tienerjaren was). Bas en ik gaan naar het MoMa en brengen daar de hele middag door. Mooie dingen gezien maar vooral bij de "contemporary art" heb ik toch regelmatig mijn twijfels over de artisticiteit van het werk. 
(Zoals Reina, toen 6 jaar, blij uitriep toen we met haar in het Stedelijk naar een schilderij van Willem de Kooning keken: "Dat kan ik óók!!!"). Zo'n Pollock b.v. heeft veel originele dingen maar ook werken waarbij hij volgens mij bewust de boel in de maling neemt. Maar goed, zal wel aan mij liggen... 
's Avonds eten we in de "Garage" waar een complete big band muziek maakt. Flauw van mij maar een middag lopen en staan leverde een gebroken rug dus wil ik snel plat en genieten we daar maar kort van. 

De dag erop gaan we door, langs zuid Manhattan, onder Brooklyn Bridge door, door de Streets zien we het Empire State Building, Chrysler Tower. Dan door Hell's Gate (waar van hel geen sprake is) de Long Island Sound in. We ankeren na een lekker dagje zeilen in Port Washington. 
Monika heeft een Nikon en een batterij aan fotolenzen paraat en schiet honderden plaatjes in de, genoeglijke, week dat ze aan boord is. 
's Avonds steekt er een stevige storm op maar nadat het anker even gekrabd heeft liggen we zo vast als een huis. Als we de volgende morgen naar de kant moeten om Monika af te zetten, krijgen we het anker niet gelicht. Uiteindelijk, met 35 paardenkrachten van Selena, lukt het toch en blijkt dat we wsch achter een oude ankerboeilijn zijn blijven haken want we trekken die mee omhoog. 
Na Monika afgezet en een "pump-out" gedaan te hebben gaan Bas en ik door naar Oyster Bay met stevige halve wind (we varen wel 7 knopen af en toe!) voor nog een ankernachtje (Bas de econoom rekent voor hoeveel we daarmee wel niet besparen). 

De dag erop, vanmorgen dus, ontdek ik bij het maken van ontbijt dat er behoorlijk wat water in het ruim staat. Bas pompt er minstens 8 emmers uit; oorzaak zeer wsch de lekkende uitlaat. We willen weer kunnen douchen, internetten en boodschappen dus zijn we nu, motorend want volstrekt geen wind, onderweg naar "SoNo" (South Norwalk, CT) aan de andere kant van de Long Island Sound.